Evangelie volgens Petrus

Het Evangelie volgens Petrus is een apocrief evangelie op naam van de apostel Petrus. Het evangelie wordt echter gezien als een product van de tweede eeuw en kan daarom onmogelijk van de hand van Petrus zijn die in eerste eeuw leefde. Het Evangelie volgens Petrus was het eerste buiten-bijbelse evangelie dat werd teruggevonden in de woestijn van Egypte.[1] Het geschrift is docetisch van karakter.[2]

Evangelie volgens Petrus
Papyrusblad van het Evangelie volgens Petrus gevonden Achmim (Egypte)
AuteurToegeschreven aan Petrus
Anoniem
Tijdtweede eeuw n.Chr.
TaalGrieks
Categorieapostolische vaders
Hoofdstukken1 (60 verzen)

Taal

Het Evangelie volgens Petrus is geschreven in het koinè-Grieks.[3]

Handschriften

Tot 1886 waren geleerden wel bekend met het bestaan van een Evangelie volgens Petrus, omdat de kerkvaders naar dit evangelie verwezen.[4] Het Evangelie volgens Petrus is alleen gedeeltelijk teruggevonden.[2] Het Evangelie volgens Petrus wordt bijvoorbeeld waarschijnlijk aangehaald in de tweede brief van Clemens (5,2-4 lightfoot).[5] In de winter van 1886/1887[6] werd een groot fragment van het Evangelie volgens Petrus ontdekt door de Franse archeoloog Urbaint Bouriant (1849-1903) nabij het moderne Achmim, ten noorden van Nag Hammadi. Dezelfde codex bevatte ook fragmenten van de Openbaring van Petrus en het Eerste boek van Henoch. Al die manuscripten stammen uit de zevende of achtste eeuw. Het manuscript van het Evangelie van Petrus werd in 1892 gepubliceerd. Later werden nog twee papyrusfragmenten (Oxyrhynchus papyri) gevonden en in 1972 gepubliceerd.

Auteurschap

Anders dan de canonieke evangeliën, die anoniem zijn[7], laat het Petrus-evangelie de lezer niet in het onzekere: "Maar ik, Simon Petrus en Andreas mijn broeder, namen onze netten en gingen de zee op" (EvPetr 7) Omdat het boek echter in de tweede eeuw is geschreven (zie hieronder), kan het onmogelijk van de hand van Petrus zijn: Petrus leefde in de eerste eeuw.[8] Wie het geschrift wel heeft geschreven is volstrekt onbekend.

Datering

Het geschrift dateert van na 100 n. Chr.. Het wordt gedateerd tussen 100 en 130.[1][6][9] In ieder geval lijkt de schrijver de vier canonieke evangeliën te kennen of gedeelten daarvan (of de mondelinge traditie die ten grondslag ligt aan de canonieke evangeliën).

Inhoud

Het zestig verzen tellende evangeliefragment dat gevonden is bij Achmim vertelt de passie en paasgeschiedenis van Jezus Christus. Het begint met de veroordeling van Jezus voor het gerecht en eindigt met de ontdekking van het lege graf. Globaal gezien stemt het passie- en paasverhaal van EvPetr overeen met een van de lijdensgeschiedenissen in de canonieke evangeliën. Tegelijk springen enkele zaken in het oog waarmee EvPetr zich onderscheidt van de canonieke evangeliën:

  • Het Evangelie volgens Petrus is docetisch van karakter. Dat wil zeggen dat de schrijver veronderstelt dat Jezus Christus een schijnlichaam had. Als consequentie van dit schijnlichaam leed Jezus niet werkelijk aan het kruis (EvPetr 10: "Maar Hij heeft gezwegen, alsof Hij geen enkele pijn had.") In de canonieke evangeliën lijdt Jezus wel echt aan het kruis.
  • De schuld van de veroordeling en dood van Jezus ligt volledig bij de joodse[9] autoriteiten en het joodse volk (EvPetr 1-3). De joden verheugen zich zelfs in de dood van Jezus (EvPetr 23). De rol van Pontius Pilatus wordt gebagatelliseerd (EvPetr 1-3; vooral 49). In de canonieke evangeliën is de rol van Pilatus vrij negatief en draagt hij de hoofdverantwoordelijkheid voor de kruisiging van Jezus (maar vgl. Matt. 27,25 nbg.
  • De verrijzenis en hemelvaart vallen in EvPetr op één dag. Dit fenomeen is niet bekend binnen de canonieke evangeliën. (Dit zou kunnen teruggaan op een oude [joodse?] traditie die stelt dat Jezus is "opgestaan" in de "hemel" en zo plaatsnam aan de rechterhand van God.)

Opvallend is de gedetailleerde beschrijving van de wachters die het graf van Jezus bewaakten en de belevenissen van deze soldaten onder leiding van de centurion Petronius (EvPetr 29-48).

Frappant zijn de kruiswoorden van Jezus in EvPetr: "Mijn kracht, mijn kracht, gij hebt mij verlaten".[10] Hervieux noemt deze uitroep vanaf het kruis een verminking van de woorden in Matt. 27,46 nbg: "Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" (vgl. Marc. 15,34 nbg). De schrijver heeft volgens hem het woord "God" vervangen door het onpersoonlijke en vage "kracht": "Jezus zou zodoende slechts het verlies van krachten of zijn bovennatuurlijke macht geconstateerd hebben. Hiermee wordt niet alleen de heilige tekst veranderd, maar hieruit blijkt dat men niets van de eigenlijke betekenis heeft begrepen. Die uitroep van Jezus heeft nooit betekend dat Hij zich van God verlaten voelde. (...) Jezus verwees dus naar de gehele 22e psalm. Het is duidelijk dat hij daarbij niet slechts de klacht van de lijdende rechtvaardige bedoelde, maar ook het vreugdevolle vertrouwen waarmee die psalm eindigt."[11]

De naam "Jezus Christus" komt in de overgeleverde papyrusfragmenten niet voor. Hij wordt daarin aangeduid als "Heer" en "Zoon van God".

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.