Euregio Maas-Rijn

De Euregio Maas-Rijn (EMR), met circa 3,9 miljoen inwoners, is een van de Euregio's. Het is een samenwerking van een aantal provincies en andere bestuurseenheden die verspreid liggen over Nederland, België en Duitsland. Deze gebieden bevinden zich rondom de rivier de Maas en ten westen van de rivier de Rijn, rond de zeshoek Hasselt-Maastricht-Luik-Aken-Heerlen-Eupen.
Het gebied van de regio vormde eerder al een samenhangend cultuurgebied tussen Maas en Rijn. Het oorspronkelijke hertogdom Limburg, waartoe onder meer Eupen behoorde, lag in het centrum daarvan.

Het gebied dat valt onder de Euregio Maas-Rijn. Groene gebieden liggen in België, blauw in Nederland en rood in Duitsland. Het meest donkergroene gebied omvat de Duitstalige Gemeenschap in België.

Nadat in 1976 reeds een werkgroep was opgericht die dit samenwerkingsverband omvatte kreeg de Euregio in 1991 een juridische status.

Eenheden

De betreffende bestuurlijke eenheden zijn:

in België:

in Duitsland:

in Nederland:

Zie ook Parkstad Limburg

De volgende steden in deze Euregio zijn vertegenwoordigd:

Structuur

Het Bestuur is het beslissingsorgaan van de EMR. Het Bestuur telt 20 leden, 4 uit elke partnerregio. Het Bestuur wordt sinds 2010 voorgezeten door gouverneur Reynders van de Belgische provincie Limburg. Het voorzitterschap wisselt om de 3 jaar, in 2013 is het de beurt aan de Duitstalige Gemeenschap van België. Daarnaast heeft de EMR twee adviesorganen: de Euregioraad (51 afgevaardigden vanuit de 'parlementen' van de partnerregio's) en de Sociaal-Economische Raad (30 vertegenwoordigers van de sociale partners). Tot slot zijn binnen de EMR zg. strategische begeleidingsgroepen actief. Dit zijn werkgroepen van ambtenaren en experts in de 8 beleidsdomeinen waarrond de EMR actief is: economische ontwikkeling, kennisinstituten, arbeidsmarkt & opleiding, cultuur & toerisme, gezondheid, veiligheid, mobiliteit & infrastructuur, klimaat & energie. De werking van de EMR wordt gecoördineerd door het EMR-bureau. De EMR staat ook in voor het beheer van het gelijknamige INTERREG-programma.


Samenwerking

De Euregio wordt gekenmerkt doordat in de betreffende gebieden vooral veel samenwerking bestaat tussen universiteiten, hogescholen, culturele instellingen, gezondheidsinstellingen en het bedrijfsleven.

Voorbeelden van (bovengenoemde) samenwerking zijn:

Positie van Sittard-Geleen

Opvallend is dat in deze structuur voor de fusiegemeente Sittard-Geleen nog geen prominente plaats is ingeruimd. Dat is ongetwijfeld een gevolg van het feit dat deze gemeente pas na het stichten van de Euregio is ontstaan. Getalsmatig en qua economisch gewicht zou voor Sittard-Geleen nu binnen deze structuur echter een grotere rol weggelegd kunnen zijn dan voorheen voor Sittard en Geleen beide afzonderlijk. De strategische positie van Sittard-Geleen in de Euregio kan er bijvoorbeeld toe leiden dat de verdere ontwikkeling van de Research en Businesscampus in Geleen een verdergaande samenwerking tussen de Euregionale overheden en kennisinstellingen tot gevolg heeft.[1]
Ook het cultureel-educatieve klimaat van Sittard zou deze status rechtvaardigen, terwijl Geleen voorheen al het centrum van de Westelijke Mijnstreek in Nederlands Limburg was, zoals Heerlen dat was voor de Oostelijke. Het relatieve gewicht van Heerlen en Sittard is thans in diverse opzichten nog meer vergelijkbaar. Heerlen en Sittard-Geleen, de twee zustersteden in Zuid-Limburg, werken hard aan een eigen cultureel profiel, zo erkent de Gemeente Maastricht.[2]

Groenmetropool

Een van de doelstellingen binnen de EMR is bovenregionaal structuurbeleid bij de regionale ontwikkeling van de zogenaamde Groenmetropool, de voormalige Mijnstreek. Dit gebied strekt zich over de drie landen uit van Beringen in Belgisch-Limburg via Heerlen (Nederlands-Limburg) tot Düren in Duitsland. De bewoners van deze zone hebben door het wel en wee van de mijnbouw in de 20e eeuw een bijzondere gemeenschappelijke achtergrond. Hier wonen ongeveer 1,5 miljoen mensen op een oppervlakte van bijna 2000 km². Er zijn 25 partners bij het project betrokken: gemeenten, Kreise en toeristenbureaus / VVV's uit de drielandenregio.

Door middel van twee toeristische routes, een rode en een groene, is een fysieke verbinding tussen de drie grensregio's aangebracht die de structuurveranderingen in het gebied zichtbaar maakt, betrokkenheid van de burgers bij de herstructurering van het postindustriële landschap wil vergroten en bijdragen aan een gemeenschappelijke, zelfstandige identiteit van dit gebied. Grensoverschrijdende ontwikkeling kan een economische meerwaarde opleveren.

Taal

In de Euregio Maas-Rijn worden drie verschillende talen gesproken (te weten Duits, Frans en Nederlands) en een sterk gewortelde streektaal (Limburgs). Bij officiële en formele contacten over en weer wordt meer en meer het Engels gebruikt. Een bijzonder intercultureel aspect is, dat in het hart van deze regio aan drie zijden van de grens in wezen één en dezelfde variant van het Limburgs wordt gesproken, bestaande uit het Karolingisch frankisch, de Akense dialecten en het zogenoemde Platdiets. Bij informele contacten over de grens hoeft taal hier geen belemmering te zijn. Deze variant gaat terug op de Limburgs-Ripuarische streektaal van het oude Hertogdom Limburg, de Euregio Maas-Rijn avant la lettre en par excellence.

Literatuur

  • Almut Kriele: Das ist ungeheuer bunt hier! Die Euregio Maas-Rhein nutzt die Chancen ihrer Vielfalt. Grenzüberschreitende Zusammenarbeit in der Euregio Maas-Rhein. Shaker Aachen 2005, ISBN 3-8322-4460-3
  • Johanna Kamermans: Euregio Carolus Magnus. Grenzen im Fluss. Wissenswertes, Historisches, Kurioses rund um das Städtedreieck Maastricht - Aachen - Lüttich. Mainz Aachen 2004, ISBN 3-86130-391-4
  • Almut Kriele: Grenzen machen diese Region spannend. Zum Politikverständnis der Akteure in der Euregio Maas-Rhein. In: Kriele / Lesse / Richter (Hrsg.): Politisches Handeln in transnationalen Räumen. Zusammenarbeit in europäischen Grenzregionen. Nomos Baden-Baden 2005, S. 79-96. ISBN 3-8329-1487-0
  • Detlef Arens (Hrsg.): Rhein-Maas. Kulturraum in Europa. Bonn 1991.
  • J.Th. Leerssen, J.C.G.M. Jansen, L. Jacobs: Historische doorkijk op het MHAL-gebied, Stichting Maaslandse Monografieën, Maastricht, 1994, ISBN 90-801018-6-9
  • Fédéralisme-Régionalisme, Mobilités et identités dans L'Eurégio Meuse-Rhin, Université Liège, 2002-2003, ISSN 1374-3864

Noten

  1. Bron: [dode link]
  2. Bron:


This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.