Ernst Seifert

Seifert werd oorspronkelijk opgeleid tot loodbewerker. Hij leerde orgelbouw bij meester-orgelbouwer Schubert in Chemnitz en meester-orgelbouwer Jahn in Dresden. Na het afleggen van het examen meester-orgelbouwer in 1880 werd hij bedrijfsleider bij orgelbouwer Sonreck in Keulen.

In 1882 vond Seifert de membraanlade uit en vroeg hierop patent aan. Dit patent verkocht hij later en met de opbrengst startte hij in 1885 zijn eigen bedrijf in Keulen. Hij opende later een tweede werkplaats in Bergisch-Gladbach. Het bedrijf bouwde in de periode 1885 tot 1896 vijftig orgels. Seifert leverde ook orgels aan het buitenland, onder andere aan kerken in België, Luxemburg en de Verenigde Staten.

In 1898 bouwde hij een orgel voor de Romaanse Sint-Gereonskerk, de oudste kerk van Keulen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kerk zwaar beschadigd en het orgel geheel verwoest.

In 1907 opende Ernst Seifert een filiaal in Kevelaer, omdat hij de opdracht had gekregen voor de Mariabasiliek in Kevelaer een groot orgel te bouwen. Het orgel heeft 135 registers en is het grootste Duits-romantische orgel ter wereld. In 1923 werd de kerk tot basiliek verheven.

In 1907 bouwde hij ook het orgel van de Sint-Quirinusmunster, een laat-Romaanse munsterkerk uit het begin van de 13e eeuw. Ook deze kerk werd tijdens de oorlog zwaar beschadigd, maar het orgel bleef behouden.

Seifert overleed in 1927. Zijn drie zonen, Ernst Jr, Walter en Romanus zetten het bedrijf voort. Na de oorlog werden veel kerken herbouwd en waren er weer veel nieuwe orgels nodig. Het bedrijf bestaat nog steeds en heeft een werkplaats in Kevelaer.