Unie van Erfurt

De Unie van Erfurt of Duitse Unie (Duits: Erfurter Union of Deutsche Union) was een poging van Pruisen in 1849/1850 om een Duitse nationale staat op te richten. Nog terwijl Pruisen de Revolutie van 1848/1849 neersloeg, nodigde het in mei 1849 andere Duitse staten daartoe uit. Samen met Hannover en Saksen tekende Pruisen een Dreikönigsbündnis (Driekoningsbond). Kort daarna volgde een ontwerptekst voor een grondwet. Het ontwerp was een kopie van de Grondwet van Frankfurt, maar deze werd in conservatieve richting veranderd.

Landkaart van ongeveer begin 1850. De staten van de Unie zijn er in roze.
Herfstcrisis van 1850.

 Unie van Erfurt

 Rest van de Duitse Bond

In maart en april 1850 vergaderde een Parlement van de Unie van Erfurt. Het aanvaardde de grondwet, waardoor de nieuwe staat eigenlijk was opgericht. Maar Pruisen vertraagde het project vaker omdat de ultraconservatieven in de regering het ontwerp nog té liberaal vonden. Pruisen wilde in eerste instantie zijn eigen macht vergroten. Een Unie was een mogelijke weg, maar geen doel an sich.

De koninkrijken Hannover en Saksen verlieten de Unie de facto al in herfst 1849. In mei 1850 verklaarden er maar 12 uniestaten (van de ooit 26) dat ze de grondwet wilden erkennen. Tijdens de herfstcrisis van 1850 moest Pruisen de uniepolitiek uiteindelijk loslaten, onder druk van Oostenrijk en Rusland. Het Verdrag van Olmütz betekende de doodsteek. De Duitse Bond, de statenbond van 1815, werd in zomer 1851 weer in oude vorm hersteld.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.