Epicynodontia

In 2001 maakten James Allen Hopson en James Kitching een onderscheid tussen zeer basale Cynodontia en meer afgeleide leden van die groep die ze de Epicynodontia doopten, de "opvolgende Cynodontia".

De klade Epicynodontia werd door ze gedefinieerd als de groep omvattende de Mammalia en alle soorten nauwer verwant aan de Mammalia dan aan Procynosuchus. De Mammalia zijn de zoogdieren. Procynosuchus is een basale soort uit het Perm.

De groep moet ontstaan zijn in het late Perm. Vroege afsplitsingen zijn de Galesauridae en de Thrinaxodontidae. De Epicynodontia omvatten verder de Eucynodontia. Ook de mens is een epicynodontiër.

Verschillende synapomorfieën, gedeelde nieuwe eigenschappen, van de Epicynodontia zijn geopperd. De septomaxilla heeft een korte tak naar de buitenwand van de schedel. De opening tussen de pterygoïden sluit zich. De jukbeenboog wordt hoger. Er ontwikkelt zich een kam op de buitenzijde van het os dentale. De fossa masseterica op de buitenzijde van het coronoïde uitsteeksel loopt naar beneden door tot aan de onderrand.

Vroegere verdere ontwikkelingen in de groep omvatten een foramen incisivum; een bovenkaaksbeen dat intern het ploegschaarbeen aan de onderkant geheel bedekt; de sluiting ven het secundair verhemelte; de sluiting van het buitenste zijvenster van de onderkaak; en een haakvormige teruggebogen plaat van het angulare.

Een mogelijke fylogenie van de Epicynodontia toont het volgende kladogram.

• James A. Hopson and James W. Kitching, 2001, "A Probainognathian Cynodont from South Africa and the Phylogeny of Nonmammalian Cynodonts" pp 5-35 in: PARISH A. JENKINS, JR., MICHAEL D. SHAPIRO, AND TOMASZ OWERKOWICZ, EDITORS, STUDIES IN ORGANISMIC AND EVOLUTIONARY BIOLOGY IN HONOR OF A. W. CROMPTON Bullettin of the Museum of Comparative Zoology. Harvard University 156(1)