Energierendement op investering

Energierendement op investering is in de economie de verhouding van de energieopbrengst tot de energieinvestering. Veelgebruikte engelse termen zijn EROI (energy return on investment) of EROEI (energy returned on energy invested). Brandstof en elektriciteit wordt deels gebruikt voor constructie, onderhoud en sloop of hergebruik van installaties die brandstof en elektriciteit produceren, zoals olieboortorens, uranium isotoopscheiding en windturbines. Voor het nuttig effect van deze producenten moet de verhouding van de energieopbrengst tot de energiekosten groot genoeg zijn.

Er is weinig overeenstemming in de technische literatuur over methoden en resultaten van berekening van deze verhoudingen. Voor fossiele en nucleaire energie en waterkracht zijn de ERoEI waarden volgens James Conca meer dan 25. Voor windturbines 16, maar slechts 4 als energieopslag in aanmerking wordt genomen. Zonne-energie heeft zelfs lagere waarden.[1]

Maar Paul Brockway et al. vinden dat dergelijke verhoudingen worden gemeten voor primaire energie bij de bron (bv. ruwe olie) en in plaats daarvan moeten worden geschat voor het eindgebruik (bv. benzine) rekening houdend met energie nodig voor conversie en transport. Zij berekenen reeksen EROI waarden in de jaren 1995-2011 voor fossiele brandstoffen in de wereld, zowel bij de bron als bij eindgebruik. Voor primaire EROI vinden ze ongeveer 30 maar voor eindgebruik vinden ze zeer lage EROI, elk jaar minder en gemiddeld 6. Ze concluderen dat lage en dalende EROI-waarden kunnen leiden tot beperkingen van de beschikbare energie voor de samenleving. En dat EROI op basis van hernieuwbare energie mogelijk hoger is dan EROI van fossiele brandstoffen wanneer ze worden gemeten voor eindgebruik.[2]

Als voor eindgebruik de energie E is en de EROI waarde R, dan is de netto energie beschikbaar voor de samenleving E-E/R. Het beschikbare percentage is 100-100/R. Voor R>10 is meer dan 90% beschikbaar maar voor R=2 maar 50% en voor R=1 niets. Deze steile daling staat bekend als de netto energie klif.

Marco Raugei et al. vinden EROI 9-10 voor PV systems in Zwitserland als de verhouding van de elektrische opbrengst tot de ‘equivalente elektrische’ investering. Zij bekritiseren het inbrengen van energieopslag bij de berekening van EROI voor PV-panelen of windmolens, omdat dit het resultaat onvergelijkbaar zou maken met de conventionele EROI berekening van andere elektriciteit opwekkende installaties. Het meten van de prestaties van energietechnologieën zou moeten gebeuren in een uitgebreide analyse van het energiesysteem van een land.[3]

Biobrandstoffen

De ERoEI is een belangrijke maat voor de effectiviteit van biobrandstoffen. Zo heeft bio-ethanol uit maïs een ERoEI van 1,3, terwijl bio-ethanol geproduceerd uit suikerriet een effectiviteit haalt van 8,0. Biodiesel geproduceerd uit koolzaad haalt een effectiviteit van 2,5. Cellulose-ethanol heeft de potentie om een ERoEI van 36 te halen. PPO ,( Pure Plantaardige Olie),geproduceerd van Noord-West Europees koolzaad, geeft per hectare ca. 3000 kg hoogwaardige eiwit als diervoeder component, als bijproduct ontstaat ca. 1600 liter PPO. De energiebalans van PPO is buitengewoon positief. Voor bewerking van 1 hectare ( organisch bemesten, ploegen, zaaien, oogsten) is ca. 100 liter dieselolie of PPO nodig. de EROEI is dus 16 output : 1 input ( 16: 1) Als ook het diervoeder en het stro wordt gevalideerd tot energie is de ratio 22: 1

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.