Embryogenese

De embryogenese is de vorming van een bevruchte eicel tot het de foetale fase heeft bereikt. De stadia die onderscheiden worden zijn achtereenvolgens zygote, morula, blastula, gastrulatie, neurulatie en vanaf week 1 de organogenese.

Stadia van de embryogenese

Zygote

De zygote of bevruchte eicel is het eerste stadium juist na de versmelting van een eicel met een zaadcel (de bevruchting).

Morula

Het embryo wordt morula genoemd als deze bestaat uit 16 tot 32 kleine diploïde cellen, die gevormd zijn door klieving. Tijdens deze fase neemt het embryo niet in volume toe. Hier treedt de eerste celdifferentiatie op: de cellen die binnen in het klompje liggen, gaan het uiteindelijke embryo zelf vormen (zij worden de embryoblast genoemd en zijn te verdelen in epiblast en hypoblast); de cellen die aan het oppervlak liggen, gaan de vruchtvliezen en placenta vormen (zij worden de trofoblast genoemd).

Verschillende stadia van de neurulatie.

Blastula

Dit stadium onderscheidt zich van de morula omdat zich in het embryo een holte heeft gevormd: de blastocoel. De kant waar de cellen zitten die de embryoblast gaan vormen heet de embryonische pool, de andere zijde de abembryonische pool. De trofoblast differentieert zich in cytotrofoblast en syncytiotrofoblast. Bij aankomst in de uterus nestelt het embryo zich in het endometrium. Het syncytiotrofoblast maakt het hormoon hCG (humaan choriongonadotrofine) aan dat het corpus luteum (gele lichaam) in stand houdt en zo indirect de aanmaak van het hormoon progesteron stimuleert.

Gastrulatie

Tijdens de gastrulatie wordt uit de tweelagige structuur, die het embryo nu heeft, een drielagig kiemblad gevormd. Dit proces begint met de vorming van de primitiefstreep (bij zoogdieren en vogels) of oermond (bij amfibieën). Via de primitiefstreep stulpen zich cellen van het epiblast naar binnen. De eerste golf cellen vormen samen met de cellen van de hypoblast het endoderm. De tweede golf vormt een derde laag tussen het endoderm en het ectoderm (dat wordt gevormd uit de epiblast): het mesoderm. Mesenchymatische stamcellen zorgen voor het mesoderme deel van de gastrula. Zodra de kiemlagen worden gevormd, begint het proces van orgaanontwikkeling of organogenese.

Neurulatie

Met neurulatie wordt het vouwen van de neurale plaat tot de neurale buis bedoeld. Door invaginatie (instulping) van de neurale plaat vormt zich de neurale groeve, waarvan de wanden de 'neurale wallen' worden genoemd. Uiteindelijk groeien de buitenste uiteinden van de neurale wallen tegen elkaar aan door snelle klieving van ectodermcellen: de neurale buis. Een deel van het mesoderm dat tegen de neurale groeve aanligt (het paraxiaal mesoderm) vormt verscheidene somieten. De somieten gaan spieren, het skelet en de lederhuid vormen. Het deel van het mesoderm dat tussen beide delen paraxiaal mesoderm in ligt (het axiaal mesoderm), vormt in het embryo de chorda, een structuur die zoogdieren delen met andere chordadieren.

Zie ook

Referenties

  • Larsen William J., Human Embryology 3rd edition, 2003.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.