Therapeutische elastische kous

Therapeutische elastische kousen (TEK) worden vaak steunkousen genoemd. Het zijn kousen die bedoeld zijn om extra druk te geven aan een ledemaat (arm of been), meestal om de ophoping van vocht, oedeem, tegen te gaan. Door de extra druk verplaatst het vocht zich deels van intercellulair (tussen de cellen) naar intravasaal (in bloedvat of lymfevat). Ook de afvoer van vocht door de bloedvaten verbetert. Enkele ziektebeelden waarbij het dragen van een elastische kous nuttig of nodig is: eigenlijk elke vorm van oedeem, veneuze insufficiëntie (ook zonder oedeem), na een diepveneuze trombose of wondroos. Bij lang staan, zwangerschap of een lange vliegreis worden soms elastische kousen gedragen om het ontstaan van spataders of trombose te voorkomen.

Steunkousen.

Rondbrei- en vlakbreikousen

Elastische kousen worden gebreid. Er worden vlakbrei- en rondbreikousen onderscheiden. Rondbreikousen worden buisvormig gebreid, en hebben dus geen naden. Voor vlakbreikousen wordt eerst een lap gebreid, waarvan een kous gemaakt wordt. Vlakbreikousen zijn stijver, zodat ze vochtophoping in het been beter tegengaan. Deze kousen hebben een naad op de kuit. Een vlakgebreide kous trekt makkelijker aan en uit dan een rondgebreide kous door de lengte-elasticiteit van deze rondgebreide kous.

Drukklasse

Elastische kousen worden tevens ingedeeld aan de hand van de hoeveelheid druk die op de enkel uitgeoefend wordt. Zie tabel[1]. Deze druk loopt richting de knie langzamerhand af. De benodigde hoeveelheid druk hangt af van de toestand van de patiënt, maar zal meestal klasse II of III zijn. Tijdens het dragen van een kous, kan zich nog steeds extra vocht gaan ophopen. Ook als kousen een gelijke hoeveelheid druk geven, kunnen ze verschillen in het vermogen om uitrekken van de kous tegen te gaan, en daarmee de vorming van extra oedeem. Dit vermogen heet de stijfheid (stiffness).

Compressieklasse Enkeldruk (mm Hg)
A Licht 10 - 14
I mild 15 - 21
II normaal 23 - 32
III sterk 34 - 46
IV extra sterk 49 -

Maten

Het been wordt op een aantal vastgestelde punten gemeten, om de benodigde maat vast te stellen. De voorvoet heet A, de enkel heet B, net onder de knie heet D, bovenbeen tpv lies heet G. Een kniekous wordt zo aangeduid als een AD-kous, een lange kous als een AG-kous. Kousen tot boven de knie zakken nogal eens af, of gaan plooien en knellen rond de knie.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.