Dubbel boekhouden

Het dubbel boekhoudsysteem is een methode van boekhouden waarbij elke transactie of gebeurtenis op zijn minst op twee verschillende manieren wordt geadministreerd. Elke transactie wordt hierbij zowel aan de creditkant als aan de debetkant op een of meer grootboekrekeningen geboekt. Hierbij wordt gebruikgemaakt van dagboeken, zoals kasboek, inkoopboek of verkoopboek, die een automatische tegenrekening kunnen hebben ingesteld.

Schrijftafel met kasboek voor dubbel boekhouden rond 1910

Het dubbel boekhouden is een set van regels voor het opslaan van financiële informatie in een financieel boekhoudsysteem. Het dubbel boekhoudsysteem zoals wij dat vandaag de dag kennen kreeg zijn uiteindelijke vorm al in de 15e eeuw.[1]

Boekingen

De klassieke voorstelling van zo'n boeking of journaalpost is

te debiteren rekening 000.000  
aan te crediteren rekening   000.000

Het gevolg van deze techniek is dat het eindresultaat van zo'n boekhouding noodzakelijk tweemaal hetzelfde bedrag geeft, eenmaal aan de debetzijde en eenmaal aan de creditzijde. Het credittotaal moet gelijk zijn aan het debettotaal, en dat zowel in de gezamenlijke journalen (het centraal dagboek) als in de gezamenlijke rekeningen (het grootboek).

Computers met een boekhoudpakket zorgen ervoor dat in sommige dagboeken elk bedrag maar eenmaal ingebracht hoeft te worden, maar de manier waarop het programma de gegevens registreert en sorteert, komt nog altijd neer op deze klassieke dubbele registratie.

Het opsplitsen van de rekeningen in balansrekeningen en resultatenrekeningen resulteert in een balans en een resultatenrekening die samen met eventuele toelichtingen de jaarrekening vormen. De resultatenrekening en de balans vloeien automatisch voort uit de (correct) gevoerde boekhouding, dit in tegenstelling tot bij het enkel boekhouden.

Boekhoudregels

De hiervoor genoemde boekingen worden aan de hand van de onderstaande regels uitgevoerd:

  1. Bij toename bezit: rekening van bezit debiteren.
  2. Bij afname bezit: rekening van bezit crediteren.
  3. Bij toename schuld: rekening van schuld crediteren.
  4. Bij afname schuld: rekening van schuld debiteren.
  5. Bij toename eigen vermogen: (hulp)rekening eigen vermogen crediteren.
  6. Bij afname eigen vermogen: (hulp)rekening eigen vermogen debiteren.

De rekening 'eigen vermogen' wordt gedurende de boekingsperiode niet direct bijgewerkt. Via hulprekeningen van het eigen vermogen worden de mutaties van het eigen vermogen bijgehouden; dus feitelijk via de resultatenrekening. Bij het afsluiten van de boekingsperiode (vaak een jaar) wordt het saldo (winst of verlies) toegevoegd aan het eigen vermogen.

Rekening van bezit

  • Immateriële activa (bijvoorbeeld goodwill)
  • Materiële activa (bijvoorbeeld gebouwen, meubilair, rollend materieel, terreinen)
  • Vlottende activa (bijvoorbeeld voorraad, handelsdebiteuren, bank, kas)

Rekening van schuld

  • Langlopende schulden (bijvoorbeeld banklening)
  • Kortlopende schulden (bijvoorbeeld leveranciers)

Hulprekeningen Eigen vermogen

  • Opbrengsten (bijvoorbeeld Omzet)
  • Kosten (bijvoorbeeld lonen, rente, inkoopwaarde verkopen)

Rekeningnummers

De rekeningen of beter grootboekrekeningen hebben meestal een decimaal nummer, dit ter vereenvoudiging van de boekhoudkundige verwerking. In Nederland bestaat er geen wettelijk voorschrift omtrent de codering van de grootboekrekeningen.

Er is sprake van een onofficiële gebruikte standaard bij het coderen van de grootboekrekeningen.

ReeksPost
0xxxVaste activa, eigen vermogen en schulden op lange termijn
1xxxVlottende activa en vlottende passiva
2xxxTussenrekeningen
3xxxVoorraad
4xxxKosten
7xxxInkopen
8xxxOmzet

Zie ook

Zie de categorie Accounting van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.