Dordts
Het Dordts is een Nederlands stadsdialect. Het wordt gesproken door inwoners van Dordrecht. Het hoort bij het Hollands, meer bepaald bij het Zuid-Hollands, maar heeft vanouds trekken van het Zeeuws en het Brabants.
De taal van Zuid-Holland staat erg dicht bij het Standaardnederlands. Het Dordts is daarvan echter verder verwijderd dan het IJsselmonds of het Rotterdams. Een voorbeeld van een typisch Dordts kenmerk is het verkleinwoord: dat eindigt altijd op -ie, ook als het elders gewoon op -je eindigt. Zo zegt men in Dordrecht ook appeltie en bortie (voorheen borrechie). Verder valt het "echte" Dordts op door een Brabants gekleurd idioom (met woorden als akkedére "kloppen", "(met elkaar) opschieten"). De ei en de ui kleuren naar èè en öö. Verder zegt men veelal aan het eind van een zin het stopwoordje "hè", wat ook vaak in het Zeeuws te horen is.
Vroeger had het Dordts ook een kenmerk dat men nu nog in het Noordwesthoeks terugvindt: vormen als ne man, j'ne vader, maar ook 'ne vrouw, j'ne moeder. Grofweg de zuidelijke vormen voor mannelijke woorden, maar dan toegepast zonder onderscheid tussen mannelijk en vrouwelijk.
In de twintigste eeuw is het Dordts onder invloed van zowel het Standaardnederlands als de veel minder afwijkende dialecten van Rotterdam sterk naar het Standaardnederlands toegegroeid. De boven beschreven buigingsvormen zijn inmiddels zo goed als verdwenen, en de ei heeft thans meer de neiging naar ai te kleuren. In de arbeiderswijken rond het centrum is doorgaans het meeste en meest afwijkende Dordts te horen.
Uitgangen
Het Dordts heeft opvallende, onderscheidende uitgangen:
Standaardtaal | Dordts |
---|---|
balletje | ballechie |
boekje | boekie |
brilletje | brillechie |
bruggetje | bruggie |
dingetje | dingchie |
kind | kinnechie |
kwaaltje | kwaaltie |
pen | pennechie |
plantje | plantjie |
prulletje | prullechie |
Klemtonen
Ook de klemtoon kan verraden dat iemand wel of niet (oorspronkelijk) uit Dordrecht komt. Enkele voorbeelden zijn:
Standaardtaal | Dordts |
---|---|
Grótekerk | Grotekérk |
Krómmedijk | Krommedíjk |
Spúiweg | Spuiwég |
Werkwoorden
Het werkwoord liggen kent het Dordts niet. Daarentegen kent het dialect wel een groot aantal sterke werkwoorden. Enkele voorbeelden zijn:
Standaardtaal | Dordts |
---|---|
gebracht | gebroch |
gebreid | gebreje |
gedurfd | gedors |
geëerfd | geörreve |
gekund | gekanne |
gemogen | gemagge |
geruild | gerole |
gescheiden | gescheje |
gevreten | gevrote |
gezegd | gezette |
Betekenissen
In het Dordts gebruikt men soms woorden die in de standaardtaal een heel andere betekenis hebben. Enkele voorbeelden zijn:
Dordts | Betekenis | Voorbeeldzin | Standaardtaal |
---|---|---|---|
arrogant | vervelend | “‘k Vin ‘m maar ’n arrogant ventjie!” | “Ik vind hem een vervelende jongen!” |
eng | misselijk | “‘k Voel me vandaag toch zó eng.” | “Ik ben vandaag zó misselijk.” |
helpen | water geven | “‘k Hep gistere de plante nog gehollepe.” | “Ik heb gisteren de planten water gegeven.” |
Literatuur
- Sibrand de Grauw en Gerard Gast, ABC Dordt. Dordtse woorden en uitdrukkingen, dialect, verhalen en versjes, gedichten en straattypes, 1991.