Dode hand (economie)

Met inkomsten uit de dode hand worden opbrengsten bedoeld uit bezittingen van bijvoorbeeld kerkgenootschappen of charitatieve instellingen zoals armenhuizen en weeshuizen. Verhuur van gebouwen en grond leveren huur en pacht op, spaargelden en belegd vermogen brengen rente en dividend op. Van 1934-1939 werd in Nederland het vermogen van deze instellingen met een Belasting van de Doode Hand belast.

De bezittingen zijn ooit geschonken voor het onderhoud van het kerkgebouw (kerkvoogdijgoederen) of ten behoeve van het inkomen van de predikant (pastoriegoederen) of de koster (kosterijgoederen). Ook instellingen kunnen beschikken over onroerende zaken en kapitaal. De opbrengsten ervan komen ten goede aan het verwezenlijken van de doelstelling van de instelling.

Geld dat kerkgenootschappen of instellingen ontvangen uit giften en collecten wordt wel levend geld genoemd. Schenkingen worden in dit geval met de warme hand gedaan.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.