Directe democratie

Directe democratie of rechtstreekse democratie is een bestuursvorm waarbij burgers zelf direct invloed uitoefenen op het wetgevingsproces. Het is de tegenhanger van de vertegenwoordigende democratie, waarbij de wetgevende macht door burgers wordt overgedragen aan een volksvertegenwoordiging (een parlement). Zuivere vormen van directe democratie, waarbij er geen vertegenwoordigend stelsel bestaat, zijn erg zeldzaam. Een voorbeeld zijn de volksvergaderingen (Landsgemeinden) in de Zwitserse kantons Glarus en Appenzell Innerrhoden. Veel vaker komen vormen van directe democratie voor in samenhang met een stelsel van vertegenwoordigende democratie. Een veel gebruikte vorm is het referendum.

Vormen en instrumenten

Er bestaan verschillende vormen van directe democratie. In volgorde van mate van invloed van burgers op de wetgevende macht gaat het om de volgende instrumenten:

  • Volksvergadering - Dit is de 'oervorm' van de directe democratie zoals die ontstond in klassiek Athene: de Ekklèsia; in vele gemeenten en twee kantons (Glarus en Appenzell Innerrhoden) in Zwitserland bestaat deze vorm, de Landsgemeinde, nog steeds.
  • Volksinitiatief - Dit is een referendumvorm waarbij een groep burgers zelf een wetsvoorstel kan schrijven en dat in een referendum aan de bevolking kan voorleggen. Hiervoor dient eerst een bij wet bepaald aantal handtekeningen te worden verzameld. De uitslag is doorgaans bindend.
  • Correctief referendum - Dit is een referendumvorm waarbij burgers een referendum kunnen afdwingen over een door het parlement goedgekeurde wet. Ook hiervoor moet eerst een voldoende aantal handtekeningen worden verzameld. Het doel van de aanvragers is doorgaans om de invoering van de wet alsnog tegen te houden. In sommige landen is een correctief referendum mogelijk over bestaande wetten. In veel gevallen is de uitslag bindend. In Nederland bestaat vanaf juli 2015 een niet-bindende vorm van het correctief referendum, het raadgevend referendum.
  • Verplicht referendum - In een aantal landen schrijft de (grond)wet voor dat in specifieke gevallen een referendum moet worden gehouden, zodat kan worden vastgesteld dat er voor het voorstel voldoende steun is onder de bevolking. Een referendum kan wettelijk verplicht zijn voor ingrijpende wetsvoorstellen, zoals grondwetswijzigingen of de overdracht van bevoegdheden aan internationale organen als de Europese Unie. De uitslag is bijna altijd bindend.
  • Raadplegend referendum of plebisciet - Dit is een referendumvorm waarbij de uitvoerende macht (bijvoorbeeld het staatshoofd, de regering of een gemeentebestuur) of de volksvertegenwoordiging het initiatief neemt om een referendum te houden. Het doel is doorgaans om de stemming onder de burgers te peilen over een bepaald wetsvoorstel. Het Nederlands referendum over het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa, dat in 2005 gehouden werd op initiatief van een aantal Tweede Kamerleden, is een voorbeeld van een raadplegend referendum. De uitslag is meestal niet-bindend, maar er zijn ook landen met een wettelijke regeling voor raadplegende referenda waarbij de uitslag bindend is.
  • Agenderend initiatief - Dit is een vorm van directe democratie waarbij burgers, mits zij voldoende handtekeningen verzamelen, een voorstel op de agenda van de volksvertegenwoordiging kunnen zetten. De volksvertegenwoordiging is dan verplicht het voorstel te behandelen, maar kan zelf bepalen of het voorstel wordt aanvaard, aangepast of verworpen. In Nederland wordt deze agenderende initiatiefvorm burgerinitiatief genoemd, in Europa een Europees Burgerinitiatief.
  • Petitierecht - Het recht van iedere burger om een verzoekschrift in te dienen bij een vertegenwoordigend orgaan.
  • Afzettingsprocedure - De zogenaamde terugroeping of recall. Hierbij heeft de burger geen invloed op de wetgevende macht maar op de uitvoerende macht, door een gezagsdrager af te zetten. Beroemd is de befaamde Recall-verkiezing in 2003 van gouverneur Gray Davis van Californië.
  • Online democratie - Hierbij wordt door bijvoorbeeld politieke partijen via het internet met de achterban gecommuniceerd; eventueel uitmondend in een stemming.
  • Volkswetgeving - Hierbij berust de wetgevende macht zowel bij een volksvertegenwoordigend orgaan als rechtstreeks bij het volk. Het kent een initiatieffase waarbij een wetsvoorstel vanuit het volk bij het parlement wordt ingediend. Als het parlement het wetsvoorstel verwerpt, dan zal er een volksbesluit (bindend referendum) worden gehouden, waardoor het volk de mogelijkheid krijgt om het wetsvoorstel alsnog vast te stellen.

In verschillende landen bestaan partijen en burgerbewegingen die zich inzetten voor de invoering van vormen van directe democratie. Voorbeelden zijn Meer Democratie, het Referendum Platform en GeenPeil in Nederland, Democratie.nu in Vlaanderen en Mehr Demokratie in Duitsland en Oostenrijk. Op internationaal niveau zijn o.a. het Initiative and Referendum Institute Europe (IRI) en Democracy International actief.

Praktijk

In Europa bestaan de volgende vormen van directe democratie op nationaal niveau, gerangschikt op mate van invloed door de burgers. In het overzicht is voor het raadplegend referendum, net als voor de andere vormen van directe democratie, maatgevend of er een wettelijke regeling bestaat, niet of de vorm in de praktijk wordt of is toegepast.

Bij het gebruik van vormen van directe democratie binnen een stelsel van vertegenwoordigende democratie bestaat het risico op concurrentie tussen de twee, bijvoorbeeld doordat wetgeving waarover in referenda door de burgers wordt besloten in tegenspraak is met wetgeving die door het parlement wordt goedgekeurd. In Zwitserland heeft men daarom een hiërarchie aangebracht tussen beide: aangenomen volksinitiatieven worden ingeschreven in de grondwet, die uitsluitend door middel van een referendum kan worden gewijzigd. Het parlement kan wel het initiatief nemen tot grondwetswijziging, maar ook dan is een referendum verplicht. Alleen gewone wetten kunnen zonder referendum door het parlement worden aangenomen, hoewel ook voor zulke wetten de mogelijkheid van een correctief referendum open staat.

België

In België zijn het de partijen Lijst Dedecker, Groen en PVDA [2] die van directe democratie een hard standpunt maken. Andere partijen staan er eerder afwijzend tegenover of maken er geen punt van.

Op dit moment bestaan op nationaal of regionaal niveau geen vormen van directe democratie. Invoering is slechts mogelijk door een grondwetswijziging. Op lokaal niveau worden af en toe wel raadplegende referenda gehouden.

Tot nu toe werd slechts één keer een nationaal raadplegend referendum gehouden, in 1950, over de Koningskwestie. Bij een opkomst van 93% stemde 58% voor terugkeer van koning Leopold III. De uitslag leidde tot grote onrust in Wallonië, waar een meerderheid tegen stemde, waarna Leopold besloot afstand te doen van de troon ten gunste van zijn zoon Boudewijn.

Nederland

In Nederland hebben enkele politieke partijen, waaronder GroenLinks en D66, geprobeerd, met wisselend enthousiasme en succes, om bepaalde vormen van directe democratie te bewerkstelligen. Ook de PvdA, PVV, SP, Partij voor de Dieren en 50Plus steunen doorgaans vormen van directe democratie. Het CDA, de VVD en de SGP zijn fel tegen elke vorm van directe democratie, omdat deze partijen principieel kiezen voor een zuiver vertegenwoordigende democratie. De ChristenUnie kiest ook principieel voor de vertegenwoordigende democratie, maar is in principe niet tegen het correctief referendum als aanvulling hierop, mits grondwettelijk vastgelegd en gepaard gaand met zeer hoge handtekeningen- en opkomstdrempels. In de regel stemt de ChristenUnie echter met CDA, VVD en SGP tegen voorstellen voor invoering van directe democratie.

Er bestonden twee vormen van directe democratie op nationaal niveau: het correctief referendum en het agenderend initiatief. Een niet-bindend correctief referendum was vanaf juli 2015 mogelijk op grond van de Wet raadgevend referendum. Een grondwetswijziging die bindende correctieve referenda op alle niveaus (Rijk, provincie, gemeente en waterschap) mogelijk maakt werd door beide Kamers goedgekeurd. Het agenderend initiatief is onder de naam burgerinitiatief vanaf mei 2006 mogelijk, zij het dat deze regeling niet wettelijk is vastgelegd maar alleen in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer is opgenomen. In 2017 besloten de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie in het regeerakkoord om het raadgevende referendum af te schaffen.[1]

Op lokaal niveau zijn meerdere vormen van directe democratie in gebruik. Meer dan honderd gemeenten en een aantal provincies hebben een referendumverordening. Behalve een raadgevend correctief referendum is in sommige gemeenten ook een raadgevend volksinitiatief mogelijk. Daarnaast bestaat in veel gemeenten het agenderend burgerinitiatief.

Sinds het ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden is één keer een nationaal raadplegend referendum gehouden, in 2005, over de goedkeuring door Nederland van de Europese grondwet. Bij een opkomst van 63% stemde 62% tegen de grondwet. Uiteindelijk werd een aangepast verdrag alsnog door het parlement goedgekeurd en ingevoerd.

Suriname

In de Surinaamse politiek is weinig aandacht voor invoering of toepassing van vormen van directe democratie. Er bestaat wel een wettelijke regeling voor het houden van raadplegende referenda: De Nationale Assemblée kan met 2/3 meerderheid besluiten een plebisciet uit te schrijven.

Tot nu toe is slechts één keer een nationaal raadplegend referendum gehouden, in 1987, over de nieuwe grondwet waarmee de democratie werd hersteld. Bij een opkomst van 63% stemde 97% voor de grondwet.

Europa

In de Europese Unie bestaat het Europees Burgerinitiatief. Het is een mogelijkheid voor burgers om de Europese Commissie op te roepen wetgeving voor te stellen op een gebied waar de Lidstaten bevoegdheden aan de Europese Unie hebben overgedragen. Een Europees burgerinitiatief moet ten minste worden gesteund één miljoen stemgerechtigde burgers uit minimaal 7 van de 28 EU-landen.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.