Diffractie
Diffractie is het afbuigen van een golf langs een ondoordringbaar obstakel. Meestal gaat het om de zijdelingse verbreding door interferentie van een golf die een opening in een ondoordringbaar scherm passeert.
Gevolg van golfvoortplanting
Diffractie is een kenmerkend effect van golfvoortplanting: bijvoorbeeld geluidsgolven, lichtgolven en andere elektromagnetische golven (röntgendiffractie), en deeltjesgolven zoals elektronen (elektronendiffractie), neutronen (neutronendiffractie) en atomen. Het is waarneembaar als de afmetingen van de obstakels klein zijn ten opzichte van de golflengte. De afbeelding toont twee relatief nauwe spleten in een scherm, waarachter de golven alle richtingen op buigen. Naarmate de openingen breder zijn, kan de golfvoortplanting steeds beter met stralentheorie beschreven worden, zodat we spreken van geometrische optica.
Toepassing
Diffractie wordt op verschillende manieren gebruikt:
- diffractie van lichtgolven aan een tralie wordt in de spectroscopie gebruikt om golven van verschillende golflengten van elkaar te scheiden.
- diffractie van golven met een golflengte die ongeveer even groot is als de afstand tussen atomen kan worden gebruikt om de structuur van kristallijne materialen (kristalstructuur) op te helderen. Hiervoor worden röntgendiffractie, neutronendiffractie en elektronendiffractie gebruikt.
- diffractie van geluid is een alledaags verschijnsel. De frequenties van geluidstrillingen zijn van de orde van 1000 Hz, zodat hun golflengte van de orde van 0,1 à 1 m is. Het geluid vertoont bij alle voorwerpen van die afmetingen diffractie. Daarom zullen van een geluidsbron de hoge tonen altijd het gemakkelijkst afgeschermd kunnen worden.
De kleuren die verschijnen als gebundeld licht op een cd valt, worden ook veroorzaakt door diffractie: een cd gedraagt zich als een reflectietralie.
De afbeeldingsscherpte van een optisch systeem zoals een objectief of een telescoop wordt wegens de eindigheid van de golflengte altijd door diffractie begrensd. Zie hiervoor ook het artikel over de Airy-schijf.
Theorie
Een algemene, 'strenge' diffractietheorie werd opgezet door Augustin Jean Fresnel. Die theorie maakt gebruik van de Fresnelintegraal. Deze strenge theorie is sindsdien aanzienlijk uitgewerkt, waaraan meestal zeer gecompliceerde wiskunde te pas komt.
Bij buiging binnen afmetingen die groot zijn ten opzichte van de Rayleighafstand is de eenvoudiger theorie van Joseph von Fraunhofer toepasbaar. Deze maakt gebruik van de fouriertransformatie in een tweedimensionaal afbeeldingsvlak.
Fresneldiffractie, fraunhoferdiffractie
Als de invallende lichtbundel divergeert, dat wil zeggen vanuit een nabijgelegen bron komt, spreekt men van fresneldiffractie. Komt het licht van een ver weg gelegen bron, zodat de bundel evenwijdig is, dan spreekt men van fraunhoferdiffractie.
Diffractie bij zeegolven
Bij obstakels op zee, bijv. bij een golfbreker of een kaap buigen de golven cirkelvormig rond dat obstakel. Hierdoor verandert de golfrichting en vermindert de golfhoogte. De golfperiode verandert hierop niet. Bij het ontwerpen van waterbouwkundige constructies is het belangrijk om goed met diffractie rekening te houden.
Zie ook
Zie de categorie Diffraction van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |