Decreet Basismobiliteit

Het decreet basismobiliteit van 20 april 2001 is een wet die voorziet in de uitbreiding van het stads- en streekvervoer van De Lijn in Vlaanderen. In dit decreet wordt gesteld dat iedere Vlaming recht heeft op een minimum OV-aanbod. Het recht op mobiliteit geldt overigens alleen in woongebieden op werkdagen tussen 6:00 en 21:00 en op zater-, zon- en feestdagen tussen 08:00 en 23:00.

Decreet Basismobiliteit
TitelDecreet basismobiliteit van 20 april 2001
Toepassingsgebied Vlaams Gewest
StatusGeldend
Goedkeuring en inwerkingtreding
Ingediend op25 oktober 2000 door regering-Dewael
Aangenomen doorVlaams Parlement op 28 maart 2001
Ondertekend op20 april 2001
Gepubliceerd op21 augustus 2001
Gepubliceerd inBelgisch Staatsblad
Portaal    Mens & maatschappij

Eind 2006 moet er binnen een straal van 750 meter een bushalte zijn vanaf elk huis in een plattelandsgemeente. Voor kleinstedelijke gebieden zal er binnen een straal van 650 meter een bushalte moeten zijn en bij grootstedelijke gebieden binnen een straal van 500 meter. Op het platteland zullen daarom extra lijnen worden geopend en in de (grote) steden zal het bestaande OV worden verbeterd (meer capaciteit, betere doorstroming).

Met behulp van een prioriteitenlijst zullen alle Vlaamse gemeenten geleidelijk aan OV op basismobiliteitsniveau krijgen. De Vlaamse minister van Mobiliteit publiceert elk jaar een lijst met gemeenten die aan dat niveau voldoen. Burgers binnen deze gemeenten hebben recht op compensatie als het aanbod onverhoopt niet aan de norm van basismobiliteit voldoet omdat hun recht op mobiliteit door de overheid geschonden wordt.

Elk jaar trekt de Vlaamse regering 25 miljoen euro (extra) uit om de invoering van basismobiliteit mogelijk te maken.

Onder de regering-Bourgeois kwam er in 2019 een decreet basisbereikbaarheid, dat dit decreet wijzigde.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.