De vioolspeler

De vioolspeler is een schilderij van de Nederlandse kunstschilder Adriaen van Ostade uit 1673, olieverf op paneel, 45,2 x 42 centimeter groot. Het is een schoolvoorbeeld van een koddig, gemoedelijk boerentafereel, zoals dat in de zeventiende eeuw erg populair was. Het bevindt zich sinds 1822 in de collectie van het Mauritshuis te Den Haag.

De vioolspeler
MuseumMauritshuis
LocatieDen Haag
KunstenaarAdriaen van Ostade
Jaar1673
TypeOlieverf op paneel
Afmetingen45,2 × 42 cm
Portaal    Kunst & Cultuur

Context

Van Ostade was een leerling van Frans Hals en op zijn beurt - mogelijk - weer leermeester van Jan Steen. Hij specialiseerde zich in het boerentaferelen, doorgaans drukke werken, met veel figuren, die vaak minder realistisch waren uitgewerkt dan schilderijen uit bijvoorbeeld de school van Rembrandt of de fijnschilders. Vaak werden ze uit het hoofd geschilderd en met name de afgebeelde personen zijn opvallend karikaturaal, alsof de spot met ze wordt gedreven. Schilders als Van Ostade hadden altijd veel aandacht voor compositie en sfeer, en gebruikten daar ook clair-obscur bij. Het kleurenpalet is ingetogen, met veel bruintinten. Goed voorbeeld van zo'n schilderij is De vioolspeler. Dit type werken was in de zeventiende eeuw erg gewild, met name onder het gewone volk, die in die tijd tot het koperspubliek was gaan behoren.[1] Vaak sierden ze ook openbare gelegenheden als een herberg, hetgeen een passende entourage lijkt voor het hier besproken paneel.

Afbeelding

De vioolspeler toont een boerengezelschap voor een herberg op het platteland. De sfeer is vrolijk en uitgelaten. Een rondtrekkende vioolspeler komt aangelopen en speelt een deuntje. Een kleine jongen met een rode jas begeleid hem op een draailier. Iedereen, oud en jong, lijkt zich te vermaken. In het midden zit een man met een bierpul wijdbeens op een bankje. Een vrouw in de deuropening, mogelijk de waardin, leunt geamuseerd naar de muziek luisterend over de onderste deurhelft, terwijl twee jongere mannen, waarschijnlijk klanten, vanuit de achtergrond ook nog een glimp trachten op te vangen. Diverse kinderen hangen buiten wat rond en genieten van de drukke gezelligheid.

Van Ostade verwerkt diverse details die uitnodigen om het doek nauwgezet te bestuderen. Links boven de deur prijkt een aankondiging van een veemarkt. Rechts hangt een kruik ten teken dat het hier een herberg betreft. De kleuter rechtsonder op het bankje is een schoen kwijt. Achter de vioolspeler, op een berghok, zijn in de schaduw een aantal bijenkorven zichtbaar. De hond heeft blijkbaar net met een tak zitten spelen en maakt nu contact met het jongetje op de voorgrond. In het raam van de herberg is een spinnenweb te zien. Op een plank rechtsonder signeert Van Ostade het werk en dateert het op 1673.

Vergelijkbaar werk uit hetzelfde jaar

Anders dan in zijn vroegere werken lijkt Van Ostade geen moralistische boodschap in dit werk te hebben gelegd, hooguit een zekere verheerlijking van het eenvoudige boerenleven. Er heerst vooral gemoedelijkheid, waar hij in zijn eerdere werken nogal eens ruziënde en vechtende mensen afbeeldde.

Historie

In 1752 belandde De vioolspeler in de collectie van kunstverzamelaar, ontvanger-generaal van Holland Govert van Slingelandt (1694-1767) uit Den Haag. In 1768 werd het uit zijn nalatenschap, als onderdeel van zijn totale verzameling, verkocht aan prins Willem V van Oranje-Nassau. Nadat in 1795 het Franse leger Nederland was binnengevallen en Willem V naar Engeland was gevlucht, werd diens schilderijenverzameling als oorlogsbuit naar Parijs overgebracht. Na de Napoleontische tijd werd het grootste deel van de verzameling teruggegeven aan koning Willem I, die het overdroeg aan het Rijk. Aanvankelijk werd de collectie, net als voor 1795, ondergebracht in de Galerij naast de Gevangenpoort, die later onderdeel zou worden van het Mauritshuis. Daar is het schilderij thans nog steeds te bezichtigen.[2]

Literatuur en bron

  • Judikje Kiers, Fieke Tissink: Der Glanz des Goldenen Jahrhunderts. Holländische Kunst des 17.Jahrhunderts. Gemälde, Bildhauerkunst und Kunstgewerbe. Waanders, Zwolle, 2000, blz. 171 (analyse vergelijkbaar werk). ISBN 9040094365

Noten

  1. Niet alleen burgers en regenten lieten hun huizen vanaf het begin van de zeventiende eeuw opluisteren met schilderkunst, maar al snel ook in de minder rijke milieus.
  2. Duparc, Frits (2015) Uit de doeken. Amsterdam: Uitgeverij Balans
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.