Countyklasse (torpedobootjager)

De Countyklasse was een serie van 8 jagers van de Britse Royal Navy, die gebouwd zijn in de jaren zestig van de 20e eeuw.

Countyklasse (torpedobootjager)
HMS Glamorgan (D19)
In dienst1962-1970
Uit dienst1981-2006
Algemene kenmerken
Lengte158 m (518,25 feet)
Breedte16,5 meter (54 feet)
Diepgang6,3 meter (21 feet)
Deplacement6.200 ton (geladen)
Voortstuwing en vermogenCOSAG, 2 schroeven; 2 x Babcock & Wilcox stoomturbines 30.000 pk,

4 x Metrovick G6 gas turbines 30.000 pk

Vaartca. 30 knopen
Bereik3.500 zeemijlen
Bemanning471
Bewapening24 GWS.1 Sea Slug raketten,

4 kanonnen 114 mm Mark 6 (2 x 2), 2 x 20 mm Oerlikon, 2 x lanceerinrichting voor GWS.20 Sea Cat (later GWS.22), 4 x MM38 Exocet missiles (alleen in Batch 2)

Vliegtuigen en faciliteiten1 Westland Wessex helikopter
Portaal    Maritiem

De Counties waren, althans in die periode, voor een jager zo groot dat de classificatie kruiser ook gepast zou hebben.

Schepen

Batch 1 (London batch)

  • Devonshire (D02) 1962-1978
  • Hampshire (D06) 1963-1976
  • Kent (D12) 1963-1980
  • London (D16) 1963-1981

Batch 2 (Norfolk batch)

  • Antrim (D18) 1970-1984
  • Glamorgan (D19) 1966-1986
  • Fife (D20) 1966-1987
  • Norfolk (D21) 1970-1981

Ontwerp

Het ontwerp heeft wat weg van een sterk vergrote Daringklasse, een torpedobootjager uit de jaren vijftig, die nog veel leek op de, uitsluitend met geschut bewapende jagers uit de laatste wereldoorlog. Het ontwerp werd aangepast om ruimte te bieden aan een lanceerinrichting voor de zware Sea Slug luchtdoelraket. Hierdoor ontstond bovendeks ruimte voor een helikopterdek. Het ontwerp is op dat punt overigens niet erg afgewogen, want de bijbehorende hangar is erg krap en het is door de vreemde opstelling niet gemakkelijk de helikopter in de hangar te krijgen. De volgradar van de Sea Slug stond opgesteld vóór de hangar, zodat deze laatste alleen van opzij te bereiken was. De Sea Slug zelf was zo groot dat het magazijn voor de projectielen ongeveer een derde van de scheepslengte bedroeg.

De Counties waren de eerste schepen van de Royal Navy met gasturbine aandrijving. De gasturbines werden hier nog gebruikt samen met de beproefde stoomturbines. Men noemt dit een zogenaamde COSAG aandrijving (Combination of Steam and Gas).

Bewapening

De Counties waren gebouwd voor de zware Sea Slug luchtdoelraket, waarmee ze een eskader luchtbescherming op middellange afstand gaven. Voor de korteafstandbescherming werden nog twee lanceerinrichtingen voor de kleine Sea Cat gevoerd. De oppervlaktebewapening bestond uit 4 kanonnen van 114 mm (4,5 inch) in 2 dubbeltorens. Voor onderzeebootbestrijding voerden ze een Westland Wessex helikopter mee. De laatste 4 schepen uit de serie werden in de jaren zeventig verwapend, waarbij de 2e dubbeltoren vervangen werd door 4 Exocet antischeepsraketten.

Levensloop

De Sea Slug werd al begin jaren tachtig als verouderd beschouwd en mede door de oplopende onderhoudskosten zijn de schepen daarom eerder uit dienst genomen dan strikt noodzakelijk was. Antrim en Glamorgan zijn nog ingezet tijdens de Falklandoorlog en liepen beiden oorlogsschade op. De London werd verkocht aan Pakistan, Fife, Antrim, Glamorgan en Norfolk aan Chili. Geen enkel schip is op dit moment nog in dienst.

Zie de categorie County class destroyer van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.