Cornélie Noordwal

Cornélie Alexandrine Noordwal (30 september 1869 – 31 mei 1928) is een Haagse schrijfster. Naast enig maatschappelijk bewogen journalistiek werk publiceerde zij veertien romans, enkele novellen en korte feuilletons, en drie blijspelen. Tot 1925 was zij de meest gelezen schrijfster in het Nederlandse taalgebied.[1]

Cornélie Noordwal
Algemene informatie
Volledige naamCornélie Alexandrine Noordwal
Geboren30 september 1869
GeboorteplaatsDen Haag
Overleden31 mei 1928
OverlijdensplaatsParijs
Land Nederland
BeroepSchrijfster
Werk
GenreFictie
Dbnl-profiel
Portaal    Literatuur

Levensloop

Noordwal werd geboren in Den Haag, uit “zeer conservatieve” ouders van joodse komaf.[2] Haar vader was afkomstig uit Gorredijk in Friesland, maar vestigde zich na zijn huwelijk in 1867 in de Lange Poten in Den Haag, eerst als graveur en opticien, later als geldwisselaar en commissionair in effecten.[3]

Over de levensloop van Cornélie Noordwal is weinig bekend. Na een volgens eigen zeggen nogal onaangename schooljeugd behaalde zij in augustus 1889 de akte MO Engels. Hierna was zij enige tijd werkzaam als lerares, waar precies is niet bekend.[4] In 1893 publiceerde zij bij uitgeverij Minkman in Arnhem haar eerste roman, Géraldine, een liefdesgeschiedenis voor oudere meisjes die redelijk positief werd gerecenseerd. Na drie soortgelijke, prettig geschreven maar weinig literaire meisjesboeken, en een novelle (Een Indische Neef), verscheen in 1900 haar eerste meer “volwassen” boek, zowel qua thematiek als uit literair-esthetisch oogpunt, Ursule Hagen, bij Cohen Zonen in Amsterdam. In deze roman neemt de schrijfster onder meer stelling tegen zowel het alledaagse laat-19e-eeuwse standsbewustzijn als het anti-semitisme van die jaren.[5]

Rond deze tijd verliet Noordwal ook haar ouderlijk huis. Op 24 januari 1901 verhuisde zij naar Brussel, om in november weer naar Den Haag terug te keren. Begin 1908 vertrok zij naar Parijs, waar ze tot aan haar dood woonachtig bleef.[6] Zij is nooit getrouwd.

In haar tweede “Haagse periode”, tussen 1901 en 1908, publiceerde zij haar meest interessante romans: na Ursule Hagen (herdrukt in 1901, 1903 en 1905, en na 1908 nog drie maal) met name Intra Nos (1902), De Winkeljuffrouw uit l’Oiseau d’Or (1904),[7] en De nieuwe mevrouw Garvliet (1908). In deze periode verscheen ook haar eerste, meest geslaagde “Haagsche” blijspel, De referendaris-titulair (1905), en de geestige novelle Juffrouw Wijnstede’s uitstapje (1906).

In haar Parijse tijd heeft zij waarschijnlijk geleefd van de talrijke herdrukken van haar inmiddels zeer populaire proza.Vanaf 1905 werd haar gehele oeuvre ondergebracht, en tot 1926 meerdere malen herdrukt, bij uitgeverij A.W. Bruna & Zoon te Utrecht. Tussen 1910 en 1928 verschenen er slechts vier nieuwe romans, waarvan de laatste twee zich in Parijs afspelen, en niet, zoals haar meeste eerdere romans, in Den Haag. Na de Tweede Wereldoorlog is alleen De winkeljuffrouw heruitgegeven, in 1977 in een door Wim Zaal enigszins ingekorte versie.

Noordwal correspondeerde onder meer met de jonggestorven Amsterdamse schrijver en journalist “Frits Roosdorp” (Fred Schröder),[8] en later onder andere met Ina Boudier-Bakker, de naturalist Frans Coenen, en de zeer door haar bewonderde Willem Elsschot.[9] Behalve door Coenen werd zij geïnspireerd door Gustave Flaubert en Alphonse Daudet, maar ook door George Eliot en Charles Dickens.[10] Haar beste werk kenmerkt zich vooral door de psychologische diepgang van haar hoofdpersonen, en verder door levendige dialogen, een vlotte verteltrant met veel humor en ironie, en door sociale bewogenheid (met name waar het de positie van de werkende vrouw betreft) en gedetailleerde beschrijvingen van het alledaagse stadsleven aan het begin van de 20e eeuw.

Literatuur

Noordwals oeuvre wordt kort beschreven door Hans Pars[11] en is gecatalogiseerd door Louis Putman.[12] Zie ook individuele besprekingen door Mirjam van Hengel[13] en Wim Tigges, en de externe links.

Werken

  • Géraldine (roman) (1893)
  • Kleine Trees (roman) (1895)
  • Een Indische neef (novelle) (1896)
  • Freule Edith (roman) (1896)
  • O, die lastige juf! Een boek voor meisjes (roman) (1897)
  • Ursule Hagen (roman) (1900)
  • Pension Brocke (roman) (1900)
  • Intra Nos. Een familieroman (1902)
  • De winkeljuffrouw uit l'Oiseau d'Or. Chapeaux pour dames et enfants (roman) (1903)
  • Nina Donker. Een boek voor bakvisschen (roman) (1904)
  • De referendaris-titulair. Haagsch blijspel in 5 bedrijven (1905)
  • Juffrouw Wijnstede's uitstapje (novelle) (1906)
  • De nieuwe mevrouw Garvliet (roman) (1908)
  • Mathilde Polenius (roman) (1910)
  • Greet Hemming (roman) (1912)
  • Mademoiselle de Chavise (roman) (1914)
  • In de Rue Blanche (roman) (1923)
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.