Cornelis Ouboter van der Grient

Van der Grient studeerde beeldende kunst in Antwerpen onder Gijsbertus Johannus van den Berg (1769-1817), Cornelis Groenendael (1785-1835), en Gillis de Meijer (1790-1867). Terug in Nederland vestigde hij zich in Delft, waar hij zich toelegde op de weergave van stadsgezichten, landschappen, interieurs, en historische taferelen.

Van der Grient stond verder in nauw contact met Karel Frederik Bombled, William Cooke (1803-1856), Pieter Alardus Haaxman, Martinus Harting (1815-1861), en Johan Bernhard Wittkamp (1820-1885).

In Delft bewoonde van der Grient het bovenhuis aan de Koornmarkt 93. Toen in 1828 in Delft een stadstekenschool voor ambachtslieden werd opgericht, kreeg hij een aanstelling als tekenmeester.

Hij trouwde met Cornelia Snijders Luwema, en verhuisde later naar de Voorstraat in Delft. Zijn zoon Cornelis van der Griendt (1827-1918) trad in zijn voetsporen, en werkte als landschapschilder in Delft, Overschie, Elburg en Blaricum.

• 
  Portret van Jan Weissenbruch in zijn atelier, 1862
• 
  De begrafenis van de Delftsche academie, 30 juni 1864.
• 
  Brand in Museum Boijmans, 1864 door Cornelis van der Grient en Jan Weissenbruch

Zie de categorie Cornelis Ouboter van der Grient van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.