Christina Maria Elliger

	Christina Maria Elliger
	Handtekening Christina Maria Elliger (1757)
	Persoonsgegevens
Geboren	23 september 1731 (gedoopt)
Overleden	6 maart 1802 (begraven)
Geboorteland	Noordelijke Nederlanden
Beroep(en)	tekenares, tekenlerares
	Oriënterende gegevens
Periode	1746-1799
	RKD-profiel
Portaal	Kunst & Cultuur

Christina Maria Elliger (Amsterdam, gedoopt 23 september 1731 - aldaar, begraven 6 maart 1802) was een Nederlandse tekenares en tekenlerares.

Biografische aantekeningen

Elliger werd in 1731 in Amsterdam geboren als dochter van Anthony Elliger en Christina Houbraken. Haar vader was een bekende portret- en behangselschilder. Ook haar moeder, dochter van de schilder Arnold Houbraken,[1] schilderde en tekende. Elliger werd door haar vader opgeleid. Al op zeventienjarige leeftijd maakte zij volgens Johan van Gool "fraeie en welgelykende Portretten, naer 't leven van aenzienlyke Luiden".[2] Behalve uitvoerend kunstenares was zij ook tekenlerares. Zij trouwde in 1757 te Amsterdam met Gerard Swam en werkte daarna ook wel onder de naam Christina Maria Swam. Elliger overleed in 1802 op 70-jarige leeftijd in haar woonplaats Amsterdam. Zij werd op 6 maart 1802 begraven in de Nieuwe Kerk of de Engelse Kerk aldaar.[3]

Bronnen

Biografische gegevens bij het RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
Allgemeines Künstlerlexikon: Elliger, Christina Maria

Noten

Arnold Houbraken was niet alleen schilder, maar ook auteur. Hij schreef De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen, een driedelige verzameling van kunstenaarsbiografieën
Gool, Johan van De nieuwe schouburg der Nederlantsche kunstschilders en schilderessen, tweede deel, blz. 303, 's-Gravenhage, 1751
De door het stadsarchief gepubliceerde begraafboeken betreffen de Nieuwe Kerk en de Engelse Kerk

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.

[1] Arnold Houbraken was niet alleen schilder, maar ook auteur. Hij schreef De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen, een driedelige verzameling van kunstenaarsbiografieën

[2] Gool, Johan van De nieuwe schouburg der Nederlantsche kunstschilders en schilderessen, tweede deel, blz. 303, 's-Gravenhage, 1751

[3] De door het stadsarchief gepubliceerde begraafboeken betreffen de Nieuwe Kerk en de Engelse Kerk