Burgerrechten

Burgerrechten zijn rechten die door nationale en internationale overheden (zoals de Verenigde Naties) gegarandeerd behoren te worden, en die de burgers van een bepaald land of gebied zekere garanties verschaffen. Voorbeelden zijn het recht op privacy, demonstratie en een eerlijk proces wanneer men aangeklaagd wordt. Een andere voorbeeld dat de rechtsstaat dient is het recht om niet tegen zijn wil te worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent (artikel 17 Grondwet, het Jus de non evocando-beginsel).

Martin Luther King en Malcolm X vochten voor de burger- en mensenrechten in de Verenigde Staten tijdens de jaren 60

In veel landen zijn bepaalde burgerrechten als grondrechten verankerd in de grondwet, zoals het actief en passief kiesrecht en bescherming tegen discriminatie. Wereldwijd bestaan er vele burgerrechtenbewegingen die vaak door middel van politieke actie en ook langs gerechtelijke weg proberen die rechten aan te passen of uit te breiden.

Geschiedenis

Het concept van de burgerrechten werd in de 18e eeuw tijdens de Verlichting ontwikkeld door Europese filosofen, onder wie Locke in Engeland, Rousseau, Voltaire, d'Holbach en Diderot in Frankrijk en Beccaria in Italië. De eerste staatsrechtelijke erkenning kregen de burgerrechten tijdens de Franse Revolutie, hoewel ook eerder en elders in Europa daartoe aanzetten waren gegeven, onder meer in Engeland middels de Magna Carta en in de Nederlanden het Charter of de Keure van Kortenberg (1312). Dat voerde onder meer een verre voorloper van de rechtsstaat in.

Burgerrechten kunnen vaak geïnterpreteerd worden als bescherming tegen oneerlijke behandeling gebaseerd op huidskleur, geloof of geslacht, omdat ze normaal gesproken voor alle lagen van de bevolking gelden. Beruchte gevallen van ontzegging van burgerrechten waren in nazi-Duitsland (Derde Rijk) de Rassenwetten van Neurenberg en in Zuid-Afrika de Apartheid. Maar ook in democratische landen kunnen deze worden afgenomen als strafmaatregel. In België kunnen burgerrechten worden afgenomen bij onder andere veroordeling wegens racisme.

Vooral in de Verenigde Staten zijn burgerrechten in de 20e eeuw veel in opspraak gekomen doordat ze vaker voor blanken dan voor zwarten (Afro-Amerikanen) golden, totdat in 1964 de Civil Rights Act werd getekend die de deelstaten verplichtte hun burgerrechten voor al hun inwoners te laten gelden. Een groot aantal andere landen heeft vergelijkbare wetgeving.

In de Verenigde Staten wordt met de burgerrechtenbeweging dan ook veelal gedoeld op met name de afschaffing van de slavernij in de 19e eeuw, en vervolgens in de 20e eeuw de strijd voor de opheffing van de beperkingen van het kiesrecht en voor de afschaffing van de segregatie, eveneens problemen waardoor vooral Afro-Amerikanen waren getroffen.

In de staat Israël staat onder de autochtone christelijke en islamitische minderheid met een Israëlisch paspoort de gelijkheid van de burgerrechten in het land ter discussie, als zij verondersteld worden zich loyaal te moeten verklaren met het joodse karakter van deze staat. De oud-patriarch van Jeruzalem dr. Michel Sabbah en de Anglicaanse theoloog Naim Ateek hebben hier regelmatig uiting aan gegeven.

In Europa hebben de zevenenveertig lidstaten van de Raad van Europa het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens ondertekend, dat als supranationale wetgeving functioneert. Hierdoor bestaat de mogelijkheid voor de burger als diens nationale rechtsmiddelen in eigen land zijn uitgeput (dat wil zeggen dat hij tot in hoogste instantie zijn zaak heeft bepleit, in Nederland bij de Hoge Raad of de Raad van State) een beroep te doen op het Europees Hof te Straatsburg indien hij meent dat jegens hem een bepaling uit dat verdrag zou zijn geschonden.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.