Boot (vaartuig)

Boot
Aandrijvingdivers
Periodevanaf de Oudheid
Snelheidtot 60 km/u, sportboten tot 500 km/u
Beschikbaarheidparticulier bezit
Infrastructuuroppervlaktewater
Doelgroeppersonen- en vrachtvervoer / visserij / recreatie
Portaal    Verkeer & Vervoer
Een aantal boten op een centsprent van rond 1800: kofschip, vissersboot, galei, galjoot, roeiboot met tent, Friese tjalk, hekbootschip, fluit, boeier, een Indisch schip, een damschuit en kaag.

Een boot is een relatief klein watervaartuig.

Boten

Het onderscheid tussen 'boot' en 'schip' is vaag. Tegenwoordig gebruikt men de term boot veelal voor een vaartuig dat vanwege het formaat meestal voor het plezier gebruikt wordt; een schip komt vaker voor in de beroepsvaart. Maar dat is geen algemeen aanvaarde regel. Veel vissers verdienen hun brood met een relatief kleine vissersboot, mensen wonen of houden kantoor op een woonboot en voormalige beroepsvaartschepen worden - zeker in Nederland - nog vaak recreatief gebruikt.

De verwarring tussen 'boot' en 'schip' is al terug te vinden in 19e-eeuws Nederlands, met de invoering van de stoomboot, eerst kleine scheepjes met aan boord een stoommachine als drijvende kracht. Toen deze stoomaandrijving werd aangebracht in wat nog steeds gedeeltelijk zeilschepen waren, vervaagde het begrip en werden deze vaartuigen soms 'stoomschip' of soms 'stoomboot' genoemd. Uit deze eeuw immers stamt de "Hollandse Stoomboot Maatschappij", een onderneming met zeeschepen in de grote vaart.

Het woord 'bodem' (in het Engels 'bottom') betekende een zeeschip, zowel voor de handel als oorlogvoering en in zekere mate is deze betekenis overgegaan op 'schip'. In het Engels wordt het eveneens onscherpe onderscheid tussen 'boot' en 'schip' nog wel aangeduid met de frase: een schip kan een boot aan boord nemen, maar een boot kan geen schip aan boord nemen. Grosso modo zou je kunnen zeggen dat elk schip een boot is, maar niet elke boot een schip.

Betekenissen van het woord boot

Boot Speurder Rijkswaterstaat
  • Een open vaartuig van geringe afmetingen. Een halfgedekte boot is een boot met een vast voordek. Een gedekte boot is een boot met gangboorden en een voor- en achterdek. Een boot van redelijke afmetingen, als zelfstandig vaartuig voor het uitoefenen van beroep of bedrijf gebruikt, noemt men een schuit of in sommige gevallen een praam.
  • Scheepstype: zeilend vrachtschip uit de 16de eeuw.
  • Verzamelnaam voor diverse typen bij- en dochterboten. Men kent onder meer: de Brabantse boot, de Groninger boot en de Hollandse boot.
  • Bepaalde maat zalmdrijver. Grote of zegenboot 7,25 x 2,15m. Volle of hele boot: 7 x 2,15m.
  • Verkorting van sleep- en duwboot. Losse boot, vrijvarende boot: een sleepboot zonder sleep of een duwboot zonder bakken.
  • Grootste boot aan boord van zeilende zeeschepen, ook de grote boot of sloep genoemd.
  • Een speedboot is een boot die gemaakt is om snel te varen. Om dit te bereiken is de romp bijzonder gestroomlijnd, licht gebouwd, en is de boot van een zeer krachtige motor, meestal een buitenboordmotor, voorzien. Een speedboot wordt vaak gebruikt als trekkracht bij het waterskiën.
  • Figuurlijk: iemand in de boot nemen → bedriegen

Verschillende boten

Zie ook

Zie de categorie Boats van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.