Bodhicharyavatara
De Bodhicharyāvatāra, vaak vertaald als Een gids naar het leven van de bodhisattva, is een bekend geschrift uit het Mahayana-boeddhisme. De tekst werd geschreven door Shantideva, een bodhisattva uit het klooster Nalanda in India.
 |
| Concepten |
| Geschiedenis |
| Stromingen |
| Geschriften |
| Tempels |
| Devotie |
| Per land |
| Termen |
| Van A tot Z |
 |
|---|
Inhoud
De Bodhicharyavatara kent tien hoofdstukken die gewijd zijn aan de ontwikkeling van de bodhicitta, ook geest van de verlichting, tijdens de beoefening van de zes perfecties, of paramita's. De tekst begint met een hoofdstuk waarin het nut wordt beschreven van het bereiken van de verlichting. Het zesde hoofdstuk Paramita van het Geduld wordt door veel boeddhisten beschouwd als het belangrijkste deel van dit geschrift, vanwege de grote hoeveelheid zinnen die gewijd zijn aan Santideva.
Veel volgelingen van het Tibetaans boeddhisme hebben commentaren geschreven over deze tekst. De veertiende dalai lama Tenzin Gyatso noemde het een bijzonder belangrijke tekst.
Hoofdstukken
- Voorrechten van de bodhicitta (de wens verlichting voor de anderen te vinden)
- Zuivering van het slechte
- Acceptatie van de geest van de verlichting
- Gebruik maken van het bewustzijn
- Bewaken van het bewustzijn
- De beoefening van het geduld
- De beoefening van kracht
- De beoefening van de concentratie tijdens de meditatie
- De perfectie van de wijsheid
- Toewijding
Zie ook
Verder lezen
- Santideva (1980), De weg tot inzicht. Bodhicaryavatara. Vertaald uit het Sanskriet en ingeleid door Ria Kloppenborg. Amsterdam: Meulenhoff
- Acharya Shantideva (2009), Het pad van de bodhisattva-krijger. Het ondernemen van de beoefeningen van bodhisattva's. Een vertaling van de Bodhisattvacharyavatara. Vertaald door Hans van den Bogaert. Emst: Maitreya Uitgeverij