Bijnier

De bijnieren,[1] glandulae adrenales, glandulae suprarenales[2][3] of adrenes[4] zijn kleine organen en liggen als kapjes op de nieren, ervan gescheiden door vetweefsel. De bijnieren bestaan uit twee gedeelten die zowel anatomisch als fysiologisch te onderscheiden zijn:

  • buitenste gedeelte: bijnierschors[5] of cortex glandulae suprarenalis[3]; bevat drie lagen
  • binnenste gedeelte: bijniermerg[5] of medulla glandulae suprarenalis[3]: bestaat uit zenuwweefsel
Bijnier
Glandula suprarenalis
Bijnier is nummer 1
Gegevens
SysteemEndocrien systeem
Naslagwerken
Gray's Anatomy277,1278
MeSHA06.407.071
Dorlands/Elsevierg_06/12392729
TAA11.5.00.001
Portaal    Biologie

Beide lagen hebben verschillende functies, hieronder besproken.

Bijnierschors

  • De buitenste laag (zona glomerulosa) produceert mineralocorticoïden die invloed hebben op de mineraalhuishouding. De mineralocorticoïden bestaan voor 95% uit aldosteron; aldosteron reguleert op indirecte wijze de bloeddruk door de nieren aan te zetten tot het vasthouden van water door middel van de balans tussen natrium en kalium.
  • De middelste laag (zona fasciculata) produceert de glucocorticoïden die invloed hebben op de glucosehuishouding. Glucocorticoïden bestaan voor 95% uit cortisol; cortisol bevordert o.a. de gluconeogenese.

Bijniermerg

Het bijniermerg bevindt zich in het midden van de bijnier, achter de zona reticularis. Het bijniermerg produceert twee hormonen: adrenaline en noradrenaline. Het wordt alleen geïnnerveerd door het (ortho)sympathische deel van het autonome zenuwstelsel, niet door het parasympathische deel.

Aandoeningen

Een voorbeeld van een aandoening van het bijniermerg is een feochromocytoom.

De volgende aandoeningen zijn het gevolg van een niet (goed) functionerende bijnierschors:

  • Uitval van de bijnierschors waardoor deze onvoldoende corticosteroïden aanmaakt; dit leidt tot de ziekte van Addison. Dit kan het gevolg zijn van een auto-immuunreactie tegen de bijnierschors (ziekte van Addison ofwel primaire bijnierschorsinsufficiëntie, BI) of problemen met de aansturing vanuit de hypofyse (secundaire BI). Ook kan langdurig gebruik van corticosteroïden (zoals inhalatiecorticoïden) leiden tot een verstoorde werking van de hypothalamus-hypofyse-bijnieras waardoor de werking van de bijnier is verstoord (tertiaire BI).
  • Overmatige productie van cortisol, wat leidt tot syndroom van Cushing. Dit kan zowel het gevolg zijn van een adenoom op de hypofyse (Ziekte van Cushing) als in de bijnierschors (Syndroom van Cushing).
  • Overmatige productie van aldosteron, wat leidt tot primair hyperaldosteronisme (PHA). Dit kan onder andere het gevolg zijn van een - meestal eenzijdig - adenoom (syndroom van Conn is de naam voor deze specifieke vorm van PHA) of - meestal tweezijdige - bijnierhyperplasie.
  • Overmatige productie van androgenen, wat leidt tot adrenogenitaal syndroom.

In uitzonderingsgevallen kan men besluiten om de bijnieren te verwijderen, waarna de hormoonproductie gesubstitueerd moet worden. Men wordt dan behandeld als Addison-patiënt. In het geval van eenzijdige bijnierverwijdering neemt de overgebleven bijnier de functies over.

In Nederland is de Bijniervereniging NVACP de patiëntenorganisatie voor bijnieraandoeningen.

Literatuurverwijzingen

  1. Pinkhof, H. (1923). Vertalend en verklarend woordenboek van uitheemsche geneeskundige termen. Haarlem: De Erven F. Bohn.
  2. His (1895). Die anatomische Nomenclatur. Nomina Anatomica. Der von der Anatomischen Gesellschaft auf ihrer IX. Versammlung in Basel angenommenen Namen. Leipzig: Verlag von Veit & Comp.
  3. Federative Committee on Anatomical Terminology (1998). Terminologia Anatomica. Stuttgart: Thieme.
  4. Kokke-Smits, M.E., & Osse, J.W.M. (1968). Van der Klaauw en Van Oordt's technische termen ten gebruike bij het zoölogisch en anatomisch onderwijs aan Nederlandsche universiteiten (8ste druk). Leiden: E.J. Brill.
  5. Friedbichler, M., Friedbichler, I. & Eerenbeemt, A.M.M. van den (2009). Pinkhof Medisch Engels. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.