Ben Hogan
Ben Hogan (Stephenville, Texas, 13 augustus 1912 – Fort Worth, Texas, 25 juli 1997) was een Amerikaans golfer.
Dit artikel staat op een nalooplijst. Als je de inhoud op verifieerbaarheid gecontroleerd hebt, kun je dit sjabloon verwijderen. Bekijk ook de bewerkingsgeschiedenis om te zien of anderen hier al aan gewerkt hebben. |
Hogan, die twee keer de de Masters, vier keer het US Open, twee keer het Amerikaanse PGA Kampioenschap en één keer het Brits Open won, was vooral bekend om zijn swing.
Achtergrond
Zijn vader Chester Hogan was een smid uit de buurt van Dublin en verhuisde later naar Fort Worth. Zijn moeder Clara was naaister. Toen Ben negen jaar oud was, pleegde zijn vader zelfmoord door zichzelf in de borst te schieten. Financieel had zijn moeder het daarna moeilijk, er was geen schoolgeld meer en haar drie kinderen zochten baantjes om wat geld te verdienen. Zo begon Ben op de Glen Garden Country Club als caddie. Daar ontmoette hij Byron Nelson, die later ook een beroemd tourspeler zou worden. In die tijd speelden ze al vaak tegen elkaar in caddie-toernooien.
De club had een regel die verbood dat er caddies waren van 16 jaar of ouder. Nelson, die in februari 1928 16 werd, kreeg een jeugdlidmaatschap aangeboden, wat hoogst uitzonderlijk was, Hogan werd een half jaar later zestien en moest als caddie werk bij een andere club zoeken.
Professional
Eind januari 1930, toen hij nog 17 jaar was, werd hij professional om mee te mogen doen aan het Texas Open in San Antonio. Hij verliet school, hoewel hij in zijn laatste jaar zat, en werd clubprofessional in Cleburne. Daar ontmoette hij in 1932 Valerie Fox weer, hij kende haar nog van zondagschool, en in 1935 trouwden ze.
De eerste jaren als professional zijn niet voorspoedig. Hij verdient niet genoeg met het spelen, en moet tussendoor dus werken. Hij verandert van club, en wordt ten slotte head-pro op de Hershey Country Club in Hershey, Pennsylvania. In 1940 komen de eerste individuele overwinningen, en dat wordt alleen tijdens de oorlogsjaren onderbroken.
Op 2 februari 1949 rijdt Ben Hogan frontaal tegen een Greyhound bus aan. In een poging Valerie te beschermen werpt hij zich over haar heen. Achteraf was dit een zegen, want de stuurkolom zou hem platgedrukt hebben. Beiden raakten gewond en Ben Hogan lag 59 dagen in het ziekenhuis. Hij had niet alleen een gebroken enkel en sleutelbeen en een gekneusde rib maar ook problemen met zijn bloed, en men vreesde dat hij mogelijk nooit meer zou kunnen lopen. Mede dankzij zijn wilskracht herstelde hij grotendeels, en kon weer golf spelen. In 1950 won hij voor de tweede keer het US Open. Op de laatste hole sloeg hij een ijzer 1 naar de green en maakte een par waarna hij de 18-holes play-off van Lloyd Mangrum en George Fazio won[1].
Het jaar 1953 was bijzonder. Hogan durfde eigenlijk niet te vliegen maar besloot eenmaal naar Groot-Brittannië te gaan en het Brits Open te spelen. Hij won en kwam nooit meer naar Europa. Hij won dat jaar zelfs drie Majors, een prestatie die de "Hogan Slam" werd genoemd.
Ben Hogan had een swing die als voorbeeld heeft gediend voor velen. Hij is beschreven, gefotografeerd, verfilmd en geanaliseerd. Maar Hogan bedacht nog iets anders, in onze moderne tijd zou je het course-management noemen. Hij is de eerste speler die ging opmeten hoe ver hij met een bepaalde stok sloeg. Hij ging ook de baan verkennen om op te meten hoe ver een bunker of bepaalde boom was. Hij ging dus voor een lage totaalscore, en speelde dus niet graag matchplay. Hij werd herhaaldelijk uitgenodigd als voormalig winnaar weer aan het PGA Kampioenschap mee te doen, dat tot 1958 een matchplay toernooi was, maar daar gaf hij dus geen gevolg aan.
In 1953 richtte Ben Hogan een bedrijf op om golfclubs te maken. In 1969 verkocht hij het bedrijf en sindsdien is het enkele keren van eigenaar verwisseld. De rechten zijn nu bij Callaway, die hun eigen merknaam hebben.
Hogan schreef verschillende boeken, het bekendste heet "Five Lessons: The Modern Fundamentals of Golf" (nu 64ste druk).
Gewonnen
Amerikaanse PGA Tour
- 1938: Hershey Four-Ball (met Vic Ghezzi)
- 1940: North and South Open, Greater Greensboro Open, Asheville Land of the Sky Open, Goodall Palm Beach Round Robin
- 1941: Asheville Open, Chicago Open, Hershey Open, Miami Biltmore International Four-Ball (met Gene Sarazen), Inverness Invitational Four-Ball (met Jimmy Demaret)
- 1942: Los Angeles Open, San Francisco Open, North and South Open, Asheville Land of the Sky Open, Hale America Open, Rochester Open
- 1945: Nashville Invitational, Portland Open Invitational, Richmond Invitational, Montgomery Invitational, Orlando Open
- 1946: Phoenix Open, San Antonio Texas Open, St. Petersburg Open, Miami International Four-Ball (met Jimmy Demaret), Colonial National Invitation, Western Open, Goodall Round Robin, Inverness Invitational Four-Ball (met Jimmy Demaret), Winnipeg Open, PGA Championship, Golden State Open, Dallas Invitational, North and South Open
- 1947: Los Angeles Open, Phoenix Open, Colonial National Invitation, Chicago Victory Open, World Championship of Golf, Miami International Four-Ball (met Jimmy Demaret), Inverness Invitational Four-Ball (met Jimmy Demaret)
- 1948: Los Angeles Open, PGA Championship, US Open, Inverness Invitational Four-Ball (met Jimmy Demaret), Motor City Open, Reading Open, Western Open, Denver Open, Reno Open, Glendale Open
- 1949: Bing Crosby Pro-Am, Long Beach Open
- 1950: US Open
- 1951: de Masters, US Open, World Championship of Golf
- 1952: Colonial National Invitation
- 1953: de Masters, Pan American Open, Colonial National Invitation, US Open
- 1959: Colonial National Invitation
Europese PGA Tour
- 1953: Brits Open op Carnoustie; het Open telde tot 2002 alleen voor de Europese Tour.