Belevingseconomie

Belevingseconomie of beleveniseconomie (Engels: experience economy) is een economie waarin een beleving of ervaring centraal staat die met een product of dienst geassocieerd wordt. Hiermee maakt het een verschil met een economie waarin een product of een dienst centraal staat.[1]

Bij de belevingseconomie gaat het niet om een radicale transformatie, maar om een subtiele verandering van de beleving van de consument. De Engelse term werd in 1998 geïntroduceerd door B. Joseph Pine II and James H. Gilmore in hun boek Welcome to the experience economy.[2] De ontwikkeling naar een belevingseconomie werd al eerder beschreven, in 1970 door Alvin Toffler in zijn boek Future shock. Hij voorspelde dat er een radicale verandering van de economische structuur van de ontwikkelde economieën op komst zou zijn, die door welvarende omstandigheden te maken zouden krijgen met een nieuw niveau van menselijke behoeftes. In 1992 muntte de Duitse socioloog Gerhard Schulze in dit kader de term Erlebnisgesellschaft in zijn gelijknamige boek. Hierin beschreef hij de esthetisering van het dagelijkse leven met een toenemend belang voor niet-materiële aspecten van producten.[3]

De actieve beïnvloeding van de klant in de belevingseconomie wordt experiential marketing genoemd. Deze spreekt de emotionele waarden en behoeften aan, om de klant meer betrokken te laten voelen bij een product. Volgens Pine en Gilmore levert deze interpretatie een unieke, eigen herinnering aan de beleving op. Volgens Diane Nijs en Frank Peters in Imagineering: het creëren van belevingswerelden (2002) is er een belangrijke rol voor interactiviteit die de klant uitdaagt zelf te ontdekken, te bepalen en te beleven.[4]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.