Beleg van Namen (1692)

Het Beleg van Namen was een belangrijk wapenfeit tijdens de Negenjarige Oorlog. Tussen 25 mei en 30 juni 1692 werd de stad Namen in de Spaanse Nederlanden belegerd door het Franse leger van Lodewijk XIV van Frankrijk. Het beleg was tevens een strijd tussen de twee grootste militaire ingenieurs van die tijd, namelijk Sébastien Le Prestre de Vauban en Menno van Coehoorn.[1]

Beleg van Namen
Onderdeel van de Negenjarige Oorlog
Beleg van Namen in 1692, geschilderd door Martin Jean-Baptiste de Oude
Datum25 mei - 30 juni 1692
LocatieNamen, Spaanse Nederlanden
ResultaatFranse overwinning
Strijdende partijen
Frankrijk Spanje
Heilige Roomse Rijk
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Leiders en commandanten
Lodewijk XIV
Vauban
Boufflers
Octavius Ignatius van Arenberg
Menno van Coehoorn
Troepensterkte
120.000 soldaten
151 kanonnen
ca. 6.000 soldaten
Verliezen
7.000 doden of gewonden 4.000 doden of gewonden

Aanloop

In 1691 werd de Negenjarige Oorlog op vijf verschillende fronten uitgevochten: in Vlaanderen, bij de Moezel, de Rijn, in Piedmont en in Roussillon. Om de Franse grens in het noorden te verstevigen was een verovering van de sterke vestiging van Namen een belangrijk punt in de Franse plannen. Kort daarvoor had Willem III van Oranje zijn vestingbouwer Menno van Coehoorn naar namen gestuurd om aldaar de citadel van Namen verder uit te breiden. De nieuwe fortificaties waren nog niet half voltooid voordat het beleg zou beginnen.[2]

Ter voorbereiding van het beleg hadden Vauban en zijn werknemers verkleed als omwonenden studies gemaakt van de nieuwe verdedigingswerken van Namen.[3]

Beleg

Toen de Fransen het beleg rondom de stad opsloegen, liet Vauban als eerste een kilometers lange aarden wal rondom de stad aanleggen zodat niemand uit de stad kon ontsnappen en de belegeraars een bescherming in de rug hadden. 151 kanonnen werden opgesteld voor het bombardement op de stad. Al na zes dagen (5 juni) moest de stad capituleren, maar de verovering was pas een feit als ook de citadel was gevallen. Ondertussen trok Willem III met een leger richting Namen op om het beleg af te breken en het was aan Luxembourg om de aanval van de coalitie tegen te houden.

Tijdens het beleg raakte Van Coehoorn gewond aan het hoofd door een bomscherf, maar bleef onvermoeid zijn mannen aanvoeren. Door het tactisch vernuft van Menno van Coehoorn was Vauban genoodzaakt tot zevenmaal toe zijn artillerie te verplaatsen tijdens het beleg. Pas op 22 juni werden de verdedigers onder de voet gelopen door de Franse belegeraars. Vauban zou na de nederlaag Van Coehoorn hebben toegesproken dat hij had verloren van de grootste koning ter wereld.[4]

Nasleep

De overwinning van de Fransen in Namen werd in het land groots gevierd. In Parijs en andere steden was vuurwerk en allegorieën sierden de pleinen. Ook werd er een herinneringsmedaille uitgebracht met Lodewijk XIV als Romeinse keizer met een lauwerkrans om de slapen met als omschrift: "Lodewijk de Grote heeft de stad en het kasteel Namen na 30 dagen onder de ogen van 100.000 Duitsers, Spanjaarden, Engelsen en Nederlanders ingenomen."[4]

De Franse blijheid omtrent Namen werd sloeg al snel om naar mineur toen de Franse vloot in de slag bij La Hougue werd verslagen. Luxembourg bleef zijn achtervolging op Willem III voortzetten en werd in de slag bij Steenkerke verslagen door de Hollandse stadhouder. In 1695 slaagden de Hollanders erin om de stad te heroveren.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.