Begraafplaats van Meregem

De Begraafplaats van Meregem is een gemeentelijke begraafplaats in de Franse gemeente Meregem in het Noorderdepartement. De begraafplaats ligt 400 m ten noorden van het stadhuis langs de Rue Ferdinand Capelle. Op de begraafplaats bevindt zich een groot perk met Britse gesneuvelden en daarnaast werd nog een Britse militaire begraafplaats aangelegd als uitbreiding van de gemeentelijke begraafplaats, namelijk Merville Communal Cemetery Extension.

Militaire graven

Merville Communal Cemetery
LocatieMeregem,  Frankrijk
Totaal aantal slachtoffers1.288
Ongeïdentificeerde slachtoffers1
TypeGemeentelijke begraafplaats
VerantwoordelijkeCommonwealth War Graves Commission

Op de begraafplaats bevinden zich verschillende Britse militaire perken uit de Eerste Wereldoorlog. Er liggen 1.288 gesneuvelden begraven. De Britse graven worden onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission en zijn daar geregistreerd als Merville Communal Cemetery.

In de Eerste Wereldoorlog werd begin oktober 1914 in Meregem gevochten tussen de Fransen en Britten aan de ene kant, en de Duitsers aan de andere kant. De stad bleef in geallieerde handen en fungeerde als logement- en hospitaalplaats achter het front. Ook het hoofdkwartier van het Indian Corps was er gevestigd. Verschillende veldhospitalen waren hier in de loop van de oorlog gelegerd. Franse troepen begroeven al in oktober 1914 gesneuvelden op de gemeentelijke begraafplaats en daarna begroeven ook de Britten hier soldaten tot augustus 1916, toen men met de Merville Communal Cemetery Extension een militaire uitbreiding op de begraafplaats opende. In april 1918 viel Meregem bij het Duitse lenteoffensief in Duitse handen maar kon op 19 augustus van dat jaar heroverd worden.

Er liggen 1.139 Britten (waaronder 1 niet geïdentificeerde), 11 Canadezen, 21 Australiërs, 97 Indiërs, 12 Fransen en 8 Duitsers begraven.

Graven

Onderscheiden militairen

  • Robert Marcus Filmer, kapitein bij de Grenadier Guards en Leslie Johnston, onderluitenant bij het Worcestershire Regiment werden onderscheiden met het Military Cross (MC).
  • compagnie sergeant-majoor H. Caldwell, sergeant Frank Newman en de soldaten J. Cummings en W. Tongs ontvingen de Distinguished Conduct Medal (DCM).
  • Israel Downs, soldaat bij de Royal Welsh Fusiliers ontving de Military Medal (MM).

Minderjarige militairen

  • de soldaten Stuart Bathurst Scott Coates, Harry Hutchison, Andrew Kay en W. Robinson waren 16 jaar oud toen ze sneuvelden.
  • de soldaten Walter George Adams, Edwin Ashworth, Frank Buckingham, Harold Burgess, G. Corfield, J. Davidson, Albert J. Harris, William John Mearns, Josehp Ramsden en schutter E.C. Phillips waren 17 jaar oud toen ze sneuvelden.

Aliassen

  • soldaat Albert George Frederick Wright diende onder het alias A.G. Smith bij het Border Regiment.
  • soldaat Holmes Hargreaves diende onder het alias Ernest Bates bij de Canadian Infantry.
  • soldaat David McAdam diende onder het alias George Anderson bij het London Regiment (Royal Fusiliers).
  • soldaat Charles A. Eely diende onder het alias F. Flint bij het Royal Berkshire Regiment.
  • soldaat J. Elliot diende onder het alias F. Turner bij de Highland Light Infantry.
  • soldaat Oscar Elliott diende onder het alias F. Turner bij het Border Regiment.
  • soldaat J. Montgomery diende onder het alias I. Wilson bij de Highland Light Infantry.
Zie de categorie Merville Communal Cemetery van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.