Avernus lacus
Het Avernus lacus (Italiaans: Lago d'Averno; Oudgrieks: ἡ Ἄορνος λίμνη / hē Áornos límnē) is een diep, in een uitgebrande krater gelegen meer van Campanië ten zuidoosten van Cumae.
Avernus lacus
| ||||
Situering | ||||
Stroomgebiedslanden | Italië | |||
Hoogte | 1 m | |||
Coördinaten | 40° 50′ NB, 14° 5′ OL | |||
Basisgegevens | ||||
Soort water | kratermeer | |||
Maximale diepte | 60 m | |||
Foto's | ||||
Het Avernische Meer | ||||
|
De oude Grieken leidden de naam af van ἄορνος, "zonder vogels", een volksetymologie die vervolgens verklaard werd met het verzinsel dat vogels die zich boven het water waagden, dood zouden neerstorten. De associatie met de dood hing ermee samen dat de Grieken en Romeinen aannamen dat hier een toegang was tot de onderwereld. Vergilius laat hier Aeneas beginnen met zijn afdaling naar het rijk van Pluto, Hyginus plaatst hier Odysseus' ontmoeting met Elpenor.[1]
Ondanks de associatie met het Dodenrijk, nam Agrippa in 37 v.Chr. het meer als de oorlogshaven portus Julius in gebruik om scheepsbemanningen te trainen voor zeeslagen.
Ten westen van het meer bevond zich de grot van Sibylle.
Noten
- Vergilius, Aeneïs III 442, VI 118 en verder.