August Vermeylen

August Vermeylen (Brussel, 12 mei 1872 – Ukkel, 10 januari 1945) was een Belgisch Vlaamsgezind politicus voor de Belgische Werkliedenpartij, kunsthistoricus, letterkundige, hoogleraar en schrijver.

August Vermeylen
GeborenBrussel, 12 mei 1872
OverledenUkkel, 10 januari 1945
Regio Vlaanderen
Land België
FunctiePoliticus
Auteur
Hoogleraar
PartijBelgische Werkliedenpartij
Functies
1921-1945Gecoöpteerd senator
1930-1933Rector van de Rijksuniversiteit Gent
Portaal    Politiek
Literatuur
Onderwijs
Met opzet vervormd portret van Vermeylen uit 1931.

Biografie

Vermeylen groeide op in Brussel, alwaar zijn Vlaamse ouders zich hadden gevestigd. Na zijn middelbare studies ging hij in 1890 studeren aan de Université libre de Bruxelles (ULB). Hij was er actief in het studentikoze en culturele leven. Zo was hij actief in het Studentengenootschap Geen Taal Geen Vrijheid en was hij vaak te vinden in Het Dietsche Heim. Tevens volgde hij de zittingen van De Distel en was hij medestichter van de Cercle des Etudiants en Philosophie. Daarnaast was hij een vaste gast op de jaarlijkse tentoonstellingen en muzikale en literaire activiteiten van Les XX, maar ook bij studentenprotesten stond hij er telkens mee op de barricades.[1] In 1899 promoveerde hij tot speciaal doctor aan de ULB in geschiedenis en letterkunde (op het Nederlandstalig proefschrift Leven en werken van Jonker Jan van der Noot) en studeerde ook in Berlijn en Wenen.

In 1901 werd hij docent kunstgeschiedenis aan de ULB en doceerde van 1902 tot 1923 de geschiedenis van de Nederlandse letterkunde. In 1930 werd hij hoogleraar in de Nederlandse en moderne literatuur in Gent en werd in 1930 de eerste rector werd van de vervlaamste universiteit tot hij in 1933 werd opgevolgd door Albert Bessemans. Van 1921 tot 1945 zetelde hij voor de Belgische Werkliedenpartij (BWP) als gecoöpteerd senator in de Senaat, waar hij ijverde voor de Vlaamse belangen. Samen met onder meer Camille Huysmans kon hij de BWP winnen voor de Vlaamse taaleisen.[2]

Van Nu en Straks'ers (1897) v.l.n.r.: Gaby Brouhon, Jacques Mesnil, Alfred Hegenscheidt, Louise Hegenscheidt, Margot Brouhon, August Vermeylen, Lili Koetlitz, Clara Koetlitz en Emmanuel de Bom.

Vermeylen was medeoprichter van het letterkundige tijdschrift Van Nu en Straks, dat bestond van 1896 tot 1901, en het tijdschrift Vlaanderen, dat bestond van 1903 tot 1907, en stichter van het links georiënteerde Nieuw Vlaams Tijdschrift. Sinds 1919 was hij lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde. In 1923 was hij een van de stichtende leden van de Vlaamse Club voor kunst, wetenschap en letteren te Brussel. Vermeylen had een grote invloed op het culturele leven in Vlaanderen en Nederland voor de Eerste Wereldoorlog. In 1937 kreeg hij een ere-doctoraat van de Universiteit van Amsterdam.

Hij verdedigde de visie dat de toekomst van Vlaanderen in Europees verband gezien moet worden en gebouwd moest zijn op culturele en economische krachten. Dit standpunt is kernachtig samengevat in de laatste zinnen uit zijn essay Vlaamsche en Europeesche Beweging (1900): Om iets te zijn moeten we Vlamingen zijn. Wij willen Vlamingen zijn om Europeeërs te worden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij een tegenstander van het activisme.

Hij was de vader van de latere minister Piet Vermeylen.

Eerbetoon

Bibliografie

Ecce Homo, [voor restauratie] illustratie uit Verzameld werk. Derde deel, Brussel: Uitgeversmaatschappij A. Manteau.
  • Het twaalfjarig bestand (proefschrift, 1894)
  • Eene jeugd (essay, 1896)
  • Leven en werken van Jonker Jan van der Noot (proefschrift, 1899)
  • Vlaamsche en Europeesche beweging (essay, 1900)
  • Verzamelde opstellen, eerste bundel (1904, heruitgegeven in 1922)
  • Verzamelde opstellen, tweede bundel (1905, heruitgegeven in 1924)
  • Kritiek der Vlaamsche Beweging (essay, 1906)
  • Les lettres néerlandaises en Belgique depuis 1830 (1906)
  • De wandelende Jood (roman, 1906)
  • Quelques aspects de la question des langues en Belgique (1918)
  • La flamandisation de l'université de Gand / De vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool (1920)
  • Geschiedenis der Europeesche plastiek en schilderkunst in Middeleeuwen en Nieuweren Tijd (studie, 3 delen, 1921-1922-1925)
  • Van Gezelle tot Timmermans (1923)
  • Impressions de Russie (1932)
  • Hieronymus Bosch (1939)
  • Beschouwingen. Een nieuwe reeks verzamelde opstellen (1942)
  • Twee vrienden (geromanceerde autobiografie, 1943)
  • De Taak (1946)
  • Van de catacomben tot Greco (1946)
  • Verzameld werk (6 delen, 1951-1955)
Voorganger:
Jules Meuwissen
Rector van de Rijksuniversiteit Gent
1930-1933
Opvolger:
Albert Bessemans
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.