Apil-Sin

Apil-Sin (geschreven als A-pil2-dSuen),[1] was een Amoritische koning van Babylon van 1831-1813 v.Chr. in de middenchronologie.

Apil-sin
Koning van Babyloniƫ
Periode1831 v.Chr. - 1813 v.Chr.
VoorgangerSabium
OpvolgerSin-muballit
Portaal    Oudheid

Apil-Sin versterkte de positie van het vorstendom Babylon - dat in zijn tijd in opkomst was, maar nog een bescheiden rol speelde - onder andere door een nieuwe stadsmuur te bouwen, de "Nieuwe Grote Muur".[2] Hij verrichtte ook bouwwerk aan de tempel E-tur-kalamma getuige de jaarnamen voor zijn jaren 11 en 13. Zijn kleinzoon Hammurabi zou het volledig herbouwen. Ook het vervallen Sumerische fort op de plaats waar de Kassieten later hun hoofdstad Dur-Kurigalzu zouden vestigen werd door Apil-Sin opnieuw opgebouwd.[3]

Apil-Sin was een verwant van Sjamsji-Adad I die enige tijd aan zijn hof verbleef nadat hij van de toon van Terqa verdreven was. Sjamsji-Adad maakte daarna met Babylon als uitvalsbasis gebruik van een crisis in Ekallatum om er de macht te grijpen en dit was het begin van zijn machtige rijk.[4]

Uit contracten uit de tijd van Apil-Sin is bekend dat slaven soms door adoptie hun vrijheid konden krijgen. Indien een slaaf door een ouder echtpaar geadopteerd werd werd de slaaf geacht zijn adoptiefouders tot hun dood te verzorgen maar kreeg daarna de vrijheid.[5]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.