Agatha Levina Geelvinck
Agatha Levina Geelvinck (Amsterdam, 8 juni 1701 - 12 maart 1761) was een van de rijkste Amsterdamse vrouwen en bezitster van onroerend goed aan de Amsterdamse grachten.
Geplaatst: 29-04-2020 Beoordelingslijst dagpagina Ten minste een van de mensen die meewerken aan Wikipedia vindt dat deze pagina in deze vorm niet binnen de Wikipedia-encyclopedie past. De pagina is daarom aangedragen op de beoordelingslijst. Daar is mogelijk ook een meer gedetailleerde reden voor de beoordelingsnominatie te vinden. Help mee dit artikel te verbeteren, zodat het voldoet aan de conventies van Wikipedia. Na plaatsing op de beoordelingslijst blijft dit artikel minstens twee weken staan, zodat eventuele bezwaren ingebracht kunnen worden. Als u het artikel zodanig kunt verbeteren dat daarmee de redenen voor verwijdering komen te vervallen, aarzel dan vooral niet om het te verbeteren. Vergeet niet om dit op de genoemde lijst te vermelden. Indien u van mening bent dat het artikel dusdanig is verbeterd en aangepast dat het wel binnen Wikipedia past, vraag dan op de lijst (of aan de nominator) of dit sjabloon verwijderd mag worden. NB: deze melding dient te blijven staan tot de beoordelingsdiscussie afgesloten is. |
Biografie
Geelvinck was een dochter van burgemeester Lieve Geelvinck en Agatha Theodora van Bambeeck. De Geelvincken waren staatsgezind en financiële specialisten. In 1729 trouwde Agatha Levina Geelvinck met Dirck Trip (1691-1748), in 1742 de rijkste man in Amsterdam. Hij had drie kinderen uit een eerder huwelijk. Toen haar echtgenoot in 1748 overleed woonde het echtpaar op Herengracht 539. Er bleek 1.392.000 gulden te verdelen.
In verband met de boedelscheiding verhuisde Agatha Livina Geelvinck naar Herengracht 518. Dat pand erfde zij in 1749 van een oud-tante Sara Hinlopen. Bij de erfenis behoorde tevens het pakhuis de Katoenboom op de Keizersgracht 633. Agatha Geelvinck betrok samen met haar zoon het statige pand, dat werd aangepast aan de laatste mode, zoals een Rococoplafond. Zij woonde in haar laatste jaren naast haar stiefmoeder Anna de Haze op Herengracht 520 en kocht in 1753 Herengracht 516 voor haar zoon.
Agatha Geelvinck was tevens eigenares van de buitenplaats Waterland in Velsen. Haar zoon Dirk Trip (de jonge) trouwde in 1760 met Jacoba Elisabeth van Strijen, een kleindochter van Joan Blaeu. Deze nobele en genereuze kapitein bij de schutterij stierf op 28-jarige leeftijd (1763). Het pand werd verhuurd door de erfgenamen (Carel George van Wassenaer Obdam) aan Joan Graafland, Pietersz.