Agatha Gijzen

Agatha Gijzen (Rotterdam, 9 oktober 1904 - Merksem, 19 februari 1995[1]) was een Nederlandse zoöloge en museumhistorica.

Carrière

Het grootste deel van haar carrière spendeerde ze als zoöloge in de Antwerpse Zoo en Planckendael (1947-1974). Daarvoor had ze al naambekendheid gemaakt door haar doctoraat te behalen (1938) over de geschiedenis van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden. En door haar werk in de dierentuin van Rotterdam, beter bekend als Diergaarde Blijdorp (1938-1947). Na de Tweede Wereldoorlog ging ze werken voor de Antwerpse Zoo.

Zoo Antwerpen

Na de oorlog hielp zij de Antwerpse Zoo terug op te bouwen, daar deze grotendeels vernietigd was. Zij werd er de eerste vrouwelijke leidinggevende en zorgde voor een betere dierenzorg. Haar grootste zorg was het welzijn van de dieren. Daarom onderzocht ze bijvoorbeeld elke dier dat gestorven is om zo een betere kijk te hebben op de doodsoorzaak. Ook maakte ze van elke dier een medische fiche. Dat was voor die tijd een zeer revolutionair idee. Door deze professionele hulp kreeg de zoo een gezonde dierenpopulatie en leefde de zoo terug op na de oorlog. In 1953 kwam er een babylaaglandgorilla genaamd Gust naar de zoo.[2] Hij was ondervoed en wou niet eten, maar Agatha zorgde ervoor dat hij toch at. Ze bracht de gorilla met de hand groot, de eerste van veel dieren die door haar hand grootgebracht werden. Ze was ook nauw betrokken bij het ontstaan van Planckendael.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.