Abdijvorstendom

Een abdijvorstendom (Duits: Fürstabtei) was een gebied dat beheerd werd door een abt die gefürstet[1] was en een zetel met individueel stemrecht (Virilstimme) op de geestelijkenbank in de Rijksdag van het Heilige Roomse Rijk bezat.

Zitting Rijksdag (Gravure Peter Troschel, 1675)

Enkele abdijvorstendommen werden verheven tot prinsbisdom, zoals Corvey (1792) en Fulda (1752).[2] Dat kon doordat het gebied onder beheer van een reeds actieve bisschop kwam, of zoals in het geval Corvey, de regerende abt tot bisschop werd gewijd.

Verder waren er abdijen binnen Zwabisch Oostenrijk die niet rijksvrij waren, maar onder de landshoogheid van Oostenrijk een gebied met meerdere dorpen bestuurden.

Abdijvorstendommen

Grondgebied van de Nederlanden

Op het grondgebied van de vroegere Nederlanden was er slechts een abdijvorstendom:

Overige gebieden

Elders in het Heilige Roomse Rijk waren er de volgende abdijvorstendommen:

Abdijvorstendommen die verheven zijn tot prinsbisdommen

Zowel de prins- of vorst-abten als de prinsbisschoppen zetelden op de geestelijkenbank in de Rijksdag en hadden individueel stemrecht (Virilstimme, in tegenstelling tot het colectief stemrecht (Kuriatsstimme) van de prelatenbanken).

Overige abdijvorstendommen

Met persoonlijke stem
Zonder persoonlijke stem

Zie ook

Zie de categorie Reichstag (Holy Roman Empire) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.