Abdij van Mesen

De abdij van Mesen is een voormalige benedictinessenabdij in de West-Vlaamse stad Mesen, welke in 1057 werd gesticht door gravin Adela van Mesen en in 1060 tot abdij verheven. Na de opheffing in 1776 werd de Onze-Lieve-Vrouwekerk van de abdij door de parochie in gebruik genomen als de Sint-Niklaaskerk. De crypte daarvan is het voornaamste restant van de oude abdij.

Abdijruïnes geschilderd door Adolf Hitler

Geschiedenis

De gemeenschap van adellijke geestelijken die zich in 1057 te Mesen vestigde, was het eerste vrouwenklooster in Vlaanderen. In 1060 werd het een abdij van benedictinessen, waaraan een kapittel van twaalf kanunniken was verbonden om de kerkdiensten te leiden. De deken van het kapittel was tevens pastoor van Mesen, een parochie die van Waasten werd afgescheiden. De missen voor de parochianen werden opgedragen aan het Sint-Benedictusaltaar in de middenbeuk tot in 1164 de Sint-Niklaaskapel op het kerkhof werd verheven tot parochiekerk en Mesen een eigen pastoor kreeg.

De abdis bezat vanaf 1079 ook wereldlijke macht over het stadje. In de 17e eeuw werd het langzaam vervallende Mesen een drukke bedevaartplaats, gericht op Onze-Lieve-Vrouw van Mesen, waaraan diverse mirakelen werden toegeschreven. Hierdoor kon ook de abdij zich handhaven.

De abdij kreeg onder Oostenrijks bewind moeilijkheden te verduren. In 1752 verbood aartshertogin Maria Theresia de opname van zusters van Franse afkomst, waarop de abdis als tegenzet ook geen uit de Oostenrijkse gebieden afkomstige novicen aannam. In 1776 werd de abdij door Maria Theresia opgeheven. In de kloostergebouwen werd het Koninklijk Gesticht ondergebracht, een instelling voor kinderen van gesneuvelde of invalide militairen. De abdijkerk werd parochiekerk.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Mesen verwoest, evenals de abdijgebouwen. In de crypte werd een Duitse commandopost ingericht. De toestand werd afgebeeld door Adolf Hitler, die in Mesen was gelegerd en er werd verpleegd (eerst in het Koninklijk Gesticht en in januari-februari 1915 op de Bethlehemhoeve van de voormalige abdij). Tijdens zijn revalidatie maakte hij diverse tekeningen en schilderijen van de abdijruïnes. Na de oorlog verhuisde het Koninklijk Gesticht naar Lede. De romaanse crypte, een overblijfsel van de abdij dat verworden was tot voorraadkelder, werd gerestaureerd, waarna met de herbouw van de kerk werd begonnen.

Literatuur

  • Henri Terrier, Histoire de l'ancienne abbaye de Messines, 1912
  • Firmin Desmidt, De Romaanse kerkelijke bouwkunst in West-Vlaanderen, 1940, p. 135-155
  • Nicolas Huyghebaert, "Abbaye de Notre-Dame à Messines", in: Monasticon Belge, vol. III-1, 1960, p. 211-238
  • Hugo Constandt, "De crypte van de abdijkerk te Mesen", in: Stad Mesen. Herinnering en geschiedenis samengevoegd bij de tiende verjaardag van het museum, 1982, p. 109-115
  • Johan Beun, "De uitbouw en omvang van het Mariabedevaartsoord van Mesen", in: Iepers Kwartier, XVIII-I, 1982, p. 1-31
  • Ronny Remmery, Onze-Lieve-Vrouwekerk (voormalige abdijkerk) Mesen, eindverhandeling Sint-Lucas, Gent, 1985
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.