< Tarot
Tarot

Antoine Court de Gébelin

Antoine Court de Gébelin

Antoine Court de Gébelin, geboren als Antoine Court in Nîmes, 25 januari 1725 - gestorven in Parijs, 12 mei 1784, was een voormalig Franse protestantse predikant, filoloog en schrijver die bekendheid verwierf door een publicatie waarin hij de tarotkaarten voorstelde als geheime schatkamer van esoterische wijsheid. Na twintig jaar studie begon hij aan een reeks boeken waaraan tot zijn overlijden heeft gewerkt: "Le Monde primitif analysé et comparé avec le monde moderne", bestaande uit 9 delen.

De Gébelin lag aan de basis van de interpretatie van de Tarotkaarten als een soort 'geheime' leer, waarin hij dacht sporen te vinden van een eeuwenoude wijsheid die op deze manier van generatie op generatie was overgeleverd. Deze denkbeelden bracht hij voor het eerst naar voren in het achtste deel van zijn essay Le Monde primitif, analysé et comparé avec le monde moderne (de primitieve wereld, geanalyseerd en vergeleken met de moderne wereld). Het hoofdstuk over de Tarot, dat nu onlosmakelijk is verbonden met zijn naam, is een deel van een in totaal negendelige reeks die hij vanaf 1773 publiceerde voor een aantal belangrijke abonnees, waaronder Lodewijk XVI van Frankrijk.

Volgens wat hij in zijn essay schrijft, viel hem al bij een eerste kennismaking met de tarotkaarten op dat ze van een Oud-Egyptische afkomst waren. De Gébelin schreef echter nog zonder kennis van Jean-François Champollions latere werk in verband met de ontcijfering van de Egyptische hiërogliefen en maakte een reconstructie van de geschiedenis van de Tarot zonder zich veel om historische bewijzen te bekommeren. Volgens hem hadden Egyptische priesters de inhoud van hun oude 'Boek van Thoth" via de symboliek van de afbeeldingen in deze kaarten gestoken en vervolgens in het geheim naar Rome gebracht. Daar zouden de pausen dan de Tarot hebben leren kennen en in de 14e eeuw naar Avignon gebracht hebben. Van daaruit werden ze in Frankrijk geïntroduceerd.

Etteilla

Etteilla was het pseudoniem van de Franse occultist Jean-Baptiste Alliette (Parijs, 1738 – 1791) die als eerste voor een groot publiek voorspellingen deed met tarotkaarten en voor zover we weten meteen ook als de eerste professionele tarotlezer bekendstond. Etteilla publiceerde zijn ideeën over de correspondenties tussen tarot, astrologie en de vier klassieke |elementen en was de eerste die een speciaal op voorspellingen gericht gereviseerd tarotspel ontwierp.

Behalve het feit dat hij werd geboren in Parijs in 1738 en de zoon was van een "restaurateur" [1] is er eigenlijk weinig bekend over hem of zijn jeugd. Zijn vader prepareerde drankjes die het evenwicht van een zieke moesten herstellen. Daarop baseerde hij zich op de leer van de 4 lichaamssappen van Hippocrates [2] Etteilla zou dit later ook in combinatie met astrologie gebruiken. Hij trouwde met Jeanne Vattier in 1763, een huwelijk dat een vijftal jaar standhield. In die periode werkte hij als zaadhandelaar. In 1770 publiceerde hij zijn eerste boek "Etteilla, ou manière de se récréer avec un jeu de cartes" (Etteilla, of hoe je je kunt amuseren met een kaartspel). 'Etteilla' is gewoon een omkering van zijn achternaam 'Alliette'. Het boek was een bespreking over het gebruik van het 'piquet' kaartspel, een verkorte versie van een gekend pak speelkaarten waar hij de "Etteillakaart" had aan toegevoegd. Nieuw was ook een speciale legging waarin elk van de getrokken de kaarten hun positie kregen op de tafel, en het toekennen van een betekenis aan kaarten die ondersteboven lagen. Beide karakteristieken worden nog altijd in voorspellende tarotlezingen toegepast. In het voorwoord van zijn boek deelde Etteilla mee dat hij het systeem geleerd had van een Italiaan, waardoor onduidelijk is in hoeverre de beschreven symboliek van Etteilla zelf afkomstig is. Het jaar nadien werd het boek al herdrukt. In die tijd werkte hij als verkoper van drukwerken, maar hij was ook begonnen om de kost te verdienen als consultant, leraar en auteur. In 1781 publiceerde de Frans-Zwitserse geestelijke en occultist Antoine Court de Gébelin zijn monumentale werk "Le Monde primitif" waarin hij de tarot beschreef als een oud-Egyptisch boek van wijsheid. [3] Etteilla's antwoord op deze thesis was zijn eigen boek "Manière de se récréer avec le jeu de cartes nomées Tarots" (Hoe jezelf te amuseren met een kaartspel, tarot geheten) uit 1785. Het was het eerste boek dat systematisch de methodes tot een voorspellend gebruik van de tarotkaarten beschreef. Etteilla claimde in dat boek dat hij nog veel eerder dan de Gébelin was geïntroduceerd in de geheimen van de tarot, namelijk in 1751.

Omstreeks 1790 was hij bezig met de interpretatie van de hermetische wijsheid van het oud-Egyptische Boek van Thoth: "Cour théorique et pratique du Livre du Thot" (Theoretisch en praktisch onderricht in het boek van Thoth), waarin zijn eigen herwerkingen stonden van wat later bekend zou worden als de "Grote Arcana" en de "Kleine Arcana", alsook een introductie tot de leer van de 4 humeuren en astrologie. Verder richtte hij ook een Genootschap voor Tarot op: "Société des Interprètes du Livre de Thot", en ontwikkelde een speciaal kaartspel voor divinatie op basis van zijn bevindingen. Hij stierf in 1791, op drieënvijftigjarige leeftijd.

Mademoiselle Lenormand

Lenormand

Marie Anne Adelaide Lenormand (1772-1843) was een Franse professionele waarzegster die aanzienlijke bekendheid genoot in de Napoleontische tijd. In Frankrijk wordt Lenormand beschouwd als de grootste kaartlegster aller tijden. Naast waarzeggen met kaartleggen hield zij zich ook bezig met necromantie, communiceren met de doden. Zij was de auteur van verschillende werken, waarin zij vertelde over het keizerlijke cliënteel dat ze ontving. Een bekend werk is het in drie delen gepubliceerde Mémoires historiques et secrets de l’impératrice Joséphine uit 1827.

Aleister Crowley

Aleister Crowley in 1929

Edward Alexander "Aleister" Crowley werd geboren in het Engelse Warwickshire op 12 oktober 1875 en stierf in Hastings op 1 december 1947. Hij was in de loop van zijn leven niet alleen een befaamd en berucht occultist, maar ook een begaafd schrijver, bergbeklimmer, dichter en yogabeoefenaar. Hij was een invloedrijk lid van verschillende occulte organisaties, waaronder de Golden Dawn en de Ordo Templi Orientis (O.T.O.) Van zijn occulte geschriften is vooral "The Book of the Law" bekend. Door zijn losbandig leven kreeg hij de reputatie "The Wickedest Man In the World" te zijn.

Crowley groeide op in een streng gezin dat het 'Plymouth Brethren' geloof aanhing. Hij mocht niet met andere kinderen uit de buurt spelen tenzij zij hetzelfde geloof beleden. Zijn vader was een fanatieke predikant die Groot-Brittannië rondreisde om pamfletten uit te delen. "Alicks" jeugd werd gekenmerkt door dagelijkse bijbelstudie en privéonderwijs. Zijn vader stierf aan tongkanker nog voor Crowley 12 jaar was.

Na de dood van zijn vader, aan wie hij zeer gehecht was, maakte hij zich los van zijn godsdienstige opvoeding. De inspanningen die zijn moeder zich getroostte om haar zoon voor het christelijk geloof te bewaren waren vergeefs. Ze kastijdde hem zelfs om zijn rebels gedrag en riep dat hij "The Beast" was uit "The Book of Revelation", een benaming waarvan hij later gebruik zou maken. Uit deze periode stamt zijn hedonistische overtuiging dat wat hem de hele tijd voorgehouden was - het leven als iets zondigs - niet waar kon zijn en dat het leven integendeel met volle teugen genoten moest worden.

In 1895 ging hij naar Trinity College in Cambridge studeren, na onderwijs te hebben gevolgd in public schools zoals Malvern College, Eastbourne College en Tonbridge School. Aanvankelijk wilde hij moraalwetenschappen (filosofie) studeren, maar nadat hij de docent had ontmoet, veranderde hij van mening en ging literatuur studeren. De drie jaar die hij in Cambridge doorbracht waren voor hem voorspoedig en gelukkig, vooral omdat hij van zijn vader een aanzienlijk fortuin erfde. Al tijdens zijn studie aan het Trinity College dompelde Crowley zich onder in lectuur over het occulte. In 1889 las hij het boek "The Cloud upon The Sanctuary" van Carl von Eckartshausen waarin deze vertelt over het bestaan van geheime genootschappen.[4] Crowleys interesse was gewekt en in november van datzelfde jaar sloot hij zich in Londen aan bij The Order of The Golden Dawn. De oprichter van het genootschap, MacGregor Mathers had al enige reputatie opgebouwd als onderzoeker van het occulte met zijn publicaties over de kabbala, en Crowley aanvaardde hem als zijn meester. De Orde bleef echter door interne ruzies niet lang meer bestaan, en Crowley vertrok teleurgesteld naar Mexico, Hawaï, Ceylon en India, waar hij yoga, boeddhisme en tantrische yoga leerde en praktiseerde. Later verklaarde hij dat een spiritueel wezen met de naam Aiwass hem tijdens zijn verblijf in Mexico The Book of the Law gedicteerd had.

Voor de ontwikkeling van de tarot was Crowley van groot belang. In 1944 werd Het Boek van Thoth gepubliceerd, met de door kunstenares Lady Frieda Harris geschilderde tarotkaarten. The Book of Thoth wordt door tarot-afficionado's en esoterici nog steeds als een van de diepzinnigste en mooiste tarotdecks beschouwd.



  1. "Restaurateur" in de betekenis van genezer, hersteller van zieken
  2. Volgens Hippocrates was ziekte het gevolg van een onjuiste mengeling van de vier belangrijkste lichaamsvochten: bloed, slijm, gele gal en zwarte gal.
  3. Alhoewel niets erop lijkt te wijzen dat de tarot een Egyptische afkomst zou hebben
  4. Encyclopedia of The Unexplained", door Richard Cavendish en J.B. Rhine, uitgeverij Arcana, pagina 70 over Crowley
This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.