< Schilderen

Schilderen doe je altijd op een ondergrond of een drager. Een losse klodder verf zal namelijk meestal niet als kunstwerk gezien worden. Voor een aquarel gebruik je altijd papier. Voor olieverf en acryl kan je meer soorten ondergronden gebruiken. Traditioneel gebruik je houten panelen of schildersdoek. Maar je kan natuurlijk ook hele andere ondergronden gebruiken.

Masoniet is een goede kwaliteit hardboard. Om erop te schilderen moet je het eerst schuren en vervolgens twee maal voorbehandelen met gesso. Je kan er ook textiel opplakken met behangstijfsel of acrylverf en vervolgens daarop schilderen. Er is ook voorbewerkt papier in de handel dat bruikbaar is voor beschilderen met olieverf of acryl. Op onbewerkt papier kan je wel schilderen met acryl. Met olievert trekt er veel olie in en daardoor wordt het resultaat erg mat.

Soms schildert men op koperen platen, dat geeft een bepaalde helderheid van het schilderij. Of glas, dat vervolgens met de beschilderde kant wordt ingelijst.

Op een muur schilderen kan ook, mits je de muur eerst goed voorbehandelt met bijvoorbeeld gesso. Gesso is ook verkrijgbaar bij de hobbywinkel.

Maar je kan ook proberen te schilderen op een aardewerken schaal, op een steen of op oude meubelen. Het meest duurzaam is echter om de traditionele ondergronden te gebruiken.

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.