< Programmeren in TI-Basic

Om programmaatjes sneller te laten gaan of kleiner te maken moet je optimalisatie gebruiken. Dit kan je op een paar manieren doen.

Haakjes

Een simpele manier om te optimaliseren is om haakjes weg te laten aan het eind van de regel.

10(B+3)→A

wordt dus:

10(B+3→A

Controlestructuren

Een andere goede tip is om de controlestructuren volledig te gebruiken. Gebruik bijvoorbeeld in plaats van meerdere ifs de else functie waar mogelijk. In plaats van labels kan je het beste loops gebruiken, die zijn sneller.

Verder is het ook handig om de code zo kort mogelijk te schrijven.

Aanroepen van variabelen

Een aanroep van een variabele A t/m Z gaat sneller dan een aanroep van bijvoorbeeld een lijst. Dus gebruik bijvoorbeeld niet

:L1(1→A
:L1(1→B
:L1(1→C
:L1(1→D

maar

:L1(1→A
:A→B
:A→C
:A→D

Gebruik de logische operatoren

Je kunt vaak handig gebruik maken van de logische operatoren zoals =, ≠, ≤, ≥ enzovoorts. Dat kan namelijk ook buiten een if-constructie. Zie de volgende code:

:If K=24
:X-1→X

Dit kan vervangen worden door:

X-(K=24→X

Er zijn dan 2 bytes bespaard en je bespaart een if-constructie waardoor het programma duidelijker wordt.

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.