< Programmeren in Java

Programmeren in Java

  1. Inleiding
  2. Basis
  3. In- & uitvoer
  4. Stringbewerkingen
  5. Arrays
  6. Collections
  7. Exceptions
  8. Generics
  9. Ingebouwde functies
  10. Multithreading
  11. GUI
  12. JSP: JavaServer Pages

Klassen

  1. Klassen
  2. Overerving
  3. Geavanceerde klassen

Design Patterns

  1. Strategy Pattern

Appendices

  1. Appendix A: Installatie
  2. Appendix B: Javadoc

Javadoc

Java-code: javadoc

/**
 * Geeft de naam van de persoon
 * @author Jan Janssens
 * @param idnr identificatienummer
 * @return naam van een persoon
 * @since 01-01-2000
 * @version 2.1
 * @exception PersonNotFoundException Wanneer er geen persoon 
    met het id nummer kan worden gevonden

 */
 String getName(int idnr)
{
   
}
  • @author - Naam van de programmeur
  • @deprecated - Markeert de methode als verouderd (deprecated).
  • @exception - Geeft aan wanneer een uitzondering (exception) veroorzaakt kan worden (thrown) door een methode — zie ook @throws.
  • @param - Definiëert een methodeparameter. Verplicht voor iedere parameter.
  • @return(s) - Documenteert de teruggegeven waarde. Moet niet gebruikt worden voor methoden die een void teruggeven.
  • @see - Geeft een verwijzing aan naar een andere methode of klasse.
  • @since - Geeft aan wanneer een methode toegevoegd is aan de klasse.
  • @throws - Documenteert de veroorzaakte uitzondering (thrown exception). Een synoniem voor @exception, geïntroduceerd in Javadoc 1.2.
  • @version - Geeft het versienummer van een methode of klasse aan.

Testcode

Je kan testcode heel makkelijk aan- of uitschakelen door er net vóór de tekens //* te zetten en er net na de tekens //*/. Door de eerste / weg te laten wordt alles commentaar.

Java-code: actieve code

//*
cijfer = 9;
invoer = test;
//*/

Java-code: geïnactiveerd

 /*
cijfer = 9;
invoer = “test”;
 /*/
This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.