< Programmeren in C++

Programmeren in C++

  1. Inleiding
  2. Compilers

Leren programmeren

  1. De basis van C++
  2. If-statement
  3. Lussen
  4. Functie
  5. Switch case
  6. Structuren
  7. Arrays
  8. Pointers
  9. Bestand invoer en uitvoer
  10. Gelinkte lijst

Een functie (function) is een klein programmaatje binnen in je programma dat je meerdere keren kan gebruiken. De syntaxis is als volgt:

#include <iostream>
 using namespace std;
 
 int uitreken(int a) { /* de functie */
   int b = a * 10;
   return (b);
 }
 
 int main() {
   int cijfer = 5;
   int uitgerekend = uitreken(cijfer); /* hier wordt die gebruikt */
 
   cout << "De uitkomst van " << cijfer << "x10 =" << uitgerekend << endl;
   return 0;
 }

In dit programma wordt eerst de functie "uitreken" aangemaakt. Deze functie geeft de waarde van het ingevulde getal vermenigvuldigd met 10 terug. In het gedeelte 'main' wordt deze functie gebruikt en het resultaat afgedrukt. Zo zie je dat main() ook gewoon een functie is. De functie main() moet altijd in een programma aanwezig zijn. Als je een functie in main() gebruikt, zet je die altijd boven (voor) de functie main().

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.