< Oudgrieks < Blok 1

Het Oudgrieks kent, in tegenstelling tot het Latijn, lidwoorden. Deze lidwoorden worden voor zelfstandige naamwoorden en eventuele bijvoeglijke naamwoorden gezet. Het Oudgrieks kent alleen maar bepaalde lidwoorden (in het Nederlands de en het), zodra er geen lidwoord voor een zelfstandig naamwoord staat, kan dit naamwoord met een onbepaald lidwoord (in het Nederlands een) of zonder lidwoord worden vertaald.

Ten slotte congrueert (in dezelfde naamval, hoeveelheid (enkelvoud of meervoud) en hetzelfde geslacht overeenkomend) een lidwoord met het zelfstandig naamwoord waarbij dit lidwoord hoort.


De lidwoorden van alle naamvallen in het enkelvoud

naamvalmannelijkvrouwelijkonzijdig
nominativusτο
genitivusτουτηςτου
dativusτῳτῃτῳ
accusativusτοντηντο

De lidwoorden van alle naamvallen in het meervoud

naamvalmannelijkvrouwelijkonzijdig
nominativusοἱαἱτα
genitivusτωντωντων
dativusτοιςταιςτοις
accusativusτουςταςτα
This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.