< Nederlands < Grammatica < Bijvoeglijke naamwoorden

Inleiding

Lezen

Schrijven

Spreken en luisteren

  • Uitspraak en klemtoon
  • Etymologie

Grammatica

Spelling

Toets

  • Toets Nederlandse grammatica

Fictie

Toetsenbank Nederlands

  • Toetsenbank Nederlands

Centraal Schriftelijk Eindexamen



Een bijvoeglijke bepaling of attribuut is in de taalkunde een woordgroep die iets zegt over een direct volgend of voorafgaand element. Dat element is meestal een zelfstandig naamwoord of eigennaam.

Bijvoeglijke bepalingen zijn een "zinsdeel binnen een zinsdeel"; samen met het woord dat ze omschrijven – het antecedent – vormen ze een zinsdeel binnen de hoofdzin.

Samenstelling

Bijvoeglijke bepalingen bestaan in de meeste gevallen uit één of meerdere bijvoeglijke naamwoorden, die op hun beurt weer door bijwoorden bepaald kunnen zijn.

Voorbeelden

  • De nieuwe klasgenoot | is (pv) | in onze straat | komen wonen.
    • nieuwe = bijvoeglijke bepaling bij klasgenoot (welke/wat voor klasgenoot?)
    • onze = bijvoeglijke bepaling bij straat (welke/wat voor straat?)
  • De lange, mooie jongen | kwam | niet.
    • lange = bijvoeglijke bepaling bij jongen
    • mooie = bijvoeglijke bepaling bij jongen

Bij een enkel zelfstandig naamwoord kunnen dus ook meerdere bijvoeglijke bepalingen horen:

  • Hij | gaf | een korte en duidelijke uitleg.
    • korte en duidelijke = bijvoeglijke bepaling bij uitleg
This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.