< Maatschappijleer < Toets maatschappijleer en rechtsstaat 3 mavo

Doelgroep en BoKS

Onderstaand toetsmateriaal sluit aan bij de thema's Wat is maatschappijleer? en Rechtsstaat (Thema's Maatschappijleer voor havo 5e druk, Essener 2017) en is bestemd voor het 3e leerjaar mavo/havo. In dit leerjaar is het PTA nog niet van kracht voor de havisten maar wel voor de leerlingen die de mavo vervolgen.

Naast de huiswerkopdrachten en de praktische opdracht wordt een schriftelijke toets gemaakt over de lesstof. De schriftelijke toets is summatief van aard en bedoeld als afsluiting van de lesperiode. Deze toets mag herkanst worden. De opdrachten niet. Tijdens de lessen wordt reeds geoefend met de wijze van vraagstelling middels de opdrachten uit de methode.

PTA

periode inhoud exameneenheid toetsvorm datum weging herkansing
1 24 lesuren
  • Wat is maat­schappijleer?
  • Rechtsstaat
ML1/K/1: Oriëntatie op leren en werken
ML1/K/2: Basisvaardigheden
ML1/K/3: Leervaardigheden maatschappijleer
ML1/K/6: Macht en zeggenschap
Domein A: Vaardigheden (havo)
Domein B: Rechtsstaat (havo)
huiswerkopdrachteinde periode1N
praktische opdracht---
ICT-opdrachteinde periode1J
schriftelijke toetseinde periode3J
alternatieve toets op afspraak2J

Constructive alignment

Het principe van constructive alignment draagt bij aan het studiesucces. De leer- en onderwijsactiviteiten en toetsactiviteiten zijn op elkaar afgestemd met steeds het oog op de beoogde leerresultaten. Daarbij wordt de werkwijze afgestemd op het aanspreken van hogere orde vaardigheden (deep level learning). Het gaat hierbij om:

  • toepassen
  • analyseren
  • evalueren
  • creëren

Zie ook: Toetscyclus ontwerpen op HvA

Beoogde leerresultaten

De globale leerdoelen van deze lesperiode sluiten grotendeels aan bij de gestelde doelen in het examenprogramma. De leerlingen kunnen:

  • behandelde begrippen en principes in context plaatsen (het overgrote deel van de lesdoelen)
  • concrete maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen analyseren (relaties leggen);
  • vormen van macht en machtsmiddelen herkennen, beschrijven en verklaren;
  • uitleggen wat de beginselen van de rechtsstaat zijn;
  • beschrijven en uitleggen hoe regels het samenleven van mensen mogelijk maken;
  • bronnenmateriaal verwerven, informatie verwerken o.a. met behulp van ICT (wiki-opdracht);
  • een stelling, zowel mondeling als schriftelijk, nuanceren, verdedigen en bestrijden en gebruikmaken van argumentatievaardigheden (tijdens de lessen);

Tijdens een periode van drie weken wordt dagelijks aan de lesstof en opdrachten gewerkt zoals deze in de methode voorkomen. In het volgende overzicht staan tevens de deelonderwerpen en alle lesdoelen vermeld.

Leer- en onderwijsactiviteiten

In drie weken tijd, wordt het thema Rechtsstaat behandeld (inclusief het inleidende thema Wat is maatschappijleer?). Daarbij wordt de volgende planning aangehouden.


Toetsactiviteiten

De leerlingen maken een toets bestaande uit:

  • een reeks juist/onjuist-vragen en situatiebeschrijvingen om de begrippen te toetsen
  • een aantal open vragen die aansluiten bij de tijdens de lessen behandelde vraagstukken en opdrachten
  • een opdracht waarbij aan de hand van een begrip/thema informatie wordt verwerkt op de pc

De toets bestaat voor een groot deel uit het terugvragen van opgedane kennis omdat in de lessen veel aandacht is besteed: de begrippen en principes binnen het thema. Mede om tegemoet te komen aan leerlingen die in het derde jaar nog houvast ervaren in het voorbereiden van de toets: wat moet je weten/kennen voor de toets?

Schriftelijke toets

Zie bijlage

Toetsmatrijs

In de toetsmatrijs is uit gegaan van de leer- en lesdoelen die leerlingen hebben gekregen voor deze periode. Het eerste leerdoel bevat het overgrote deel van de lesdoelen. Voor de validiteit (Olgers, 2014) zijn de toetsvragen opgenomen in het onderstaande schema waarin de vragen aan de lesdoelen en denkniveaus uit de taxonomie van Bloom (Bloom, 1956) worden gerelateerd.

 onthoudenbegrijpentoepassenanalyserenevaluerencreërentotaal
punten
% per
criterium
leerdoelvraagpuntenvraagpuntenvraagpuntenvraagpuntenvraagpuntenvraagpunten
behandelde begrippen en principes in context plaatsen (het overgrote deel van de lesdoelen)..124........3863.3%
....212......
......4a2....
............
............
concrete maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen analyseren (relaties leggen)....5abc6......813,3%
........5d2..
............
............
............
vormen van macht en machtsmiddelen herkennen, beschrijven en verklaren....3a1......22.7%
3b1..........
............
............
............
beschrijven en uitleggen hoe regels het samenleven van mensen mogelijk maken..4b1........22.7%
....4c1......
............
............
............
uitleggen wat de beginselen van de rechtsstaat zijn......3c2....46.7%
....3d2......
............
............
............
aantal punten per beheersingsniveau.1.25.22.4.2.054.
% punten per beheersingsniveau.1.3%.41.7%.36.7%.6.7%.3.3%.0%..
totaal aantal punten..............

Toets voor leerlingen

  • De toets bestaat uit 5 vragen.
  • Er zijn in totaal 54 te behalen.
  • De leerlingen hebben een voldoende bij 36 punten.

Zie bijlage


Correctievoorschrift

Zie bijlage

Normeringstabel

Er zijn in totaal 54 punten te verdienen (vanaf een 1). Leerlingen hebben een voldoen bij 2/3 goed (36 punten)

puntencijferpuntencijferpuntencijferpuntencijferpuntencijferpuntencijfer
60.509.0406.5304.8203.5102.3
59.498.8396.3294.6193.492.1
58.488.5386.0284.5183.382.0
57.478.3375.8274.4173.171.9
56.468.0365.5264.3163.061.8
55.457.8355.4254.1152.951.6
5410.0447.5345.3244.0142.841.5
539.8437.3335.1233.9132.631.4
529.5427.0325.0223.8122.521.3
519.3416.8314.9213.6112.411.1

Kwaliteitscheck

De toets meet wat hij moet meten (reproductie, begrip, toepassen,rekenen)
De toets gaat over de opgegeven stofMaatschappijleer & rechtsstaat
Er is eerder opgegeven stof nodig om de toets te kunnen makenLesboek, werkboek en uitleg tijdens lessen
De leerling voldoende kunnen oefenen om de toets te kunnen makenVerwerkingsopdrachten tijdens de periode
De leerling is bekend met het soort vragen (open/gesloten/meerkeuze)Tijdens de lessen geoefend
De leerling is bekend met het soort vaardigheden (rekenen, data-analyse, bronnen enzovoort)Tijdens de lessen behandeld

Betrouwbaarheid

Vooraf kan worden ingeschat wie goed scoort en wie nietLeerlingen die de opdrachten serieus maken scoren beter
Er kan worden aangeven welke vraag hoog scoort en welke nietDe laatste vraag is het lastigste
De toets ligt in lijn met vorige toetsen en toekomstige toetsenGe-ent op hetzelfde stramien in de lessen
De vragen zijn helder en duidelijk geformuleerd
de vragen zijn multi-interpretabel

Antwoordmodel aanwezig

uitgewerkt per opdracht

Puntentoekenning voor leerlingen helder aangegeven

Totaal aantal puntenAan het begin van de toets
DeelscoresAan het begin van iedere opdracht
uitsplitsing deelscores

Gebruik taxonomie

noemen, herkennen, aanwijzen, definiëren, vinden, kiezen, onderstrepen, invullen, citeren
verklaren, verhelderen, beschrijven, bewijzen, vertalen, voorbeelden geven
toelichten, uitleggen, vergelijken, concluderen, onderbouwen
selecteren, indelen, bepalen, samenhang vinden, integreren, schetsen
analyseren, aantonen, bekritiseren, controleren, coördineren, ontdekken, monitoren, testen, beoordelen, rapporteren, bijstellen, ontwerpen

Lay-out overzichtelijk

Lettertype en grootteArial 11/12 (gemakkelijk op te blazen via printfunctie)
BronnenNummering aanwezig en voldoende groot
regelafstandVoldoende witregels en schrijfruimte

Opmerkingen

De originele toets is gemaakt in Google Documents en eenvoudig om te zetten naar een Form voor computerafname of gebruik in combinatie met voorleessoftware.

Alternatieve toets

Als alternatief kunnen leerlingen een werkstuk maken over dezelfde thematiek. Dit wordt stap voor stap begeleid middels een stappenplan. Deze opdracht wordt zelfstandig gemaakt en gepubliceerd op een wiki. Het eindresultaat kan er als volgt uitzien: Hoe werkt internetcriminaliteit

Rubric en totstandkoming cijfer

Beoordeling van het werkstuk

Alternatieve toets voor leerlingen

Verwachte vergrijzing in Nederland in 2025. Percentage bejaarden in de totale bevolking (Bron: CBS)

██ 18 - 20%

██ 20 - 22%

██ 22 - 24%

██ 24% of meer.

Je gaat een werkstuk maken over een maatschappelijk vraagstuk. Je mag samenwerken met een klasgenoot, maar je maakt je eigen werkstuk over een eigen onderwerp. Het onderwerp mag je kiezen uit de lijst of zelf met een onderwerp (hoofdvraag) komen. Check deze keuze wel bij je docent.

  • Hoe lossen we het tekort aan orgaandonoren op?
  • Wat werkt het beste tegen comazuipen onder jongeren?
  • Wat is het beste evenwicht tussen veiligheid en vrijheid?
  • Wie gaan er straks voor de ouderen zorgen?
  • Hoe krijgen we iedereen aan het werk (en willen we dit)?
  • Hoe zorgen we dat iedereen gelijke kansen heeft in de samenleving?
  • Is reclame een vorm van manipulatie?
  • Wat maakt dat mensen discrimineren?
  • Hoe kunnen we de CO2 uitstoot terugdringen?
  • Hoe rechtvaardig is ons rechtssysteem?
  • Wat zijn de oorzaken van criminaliteit?
  • Wat zijn de grootste verschillen tussen het Nederlandse en Britse rechtssysteem?

Instructie, stappenplan en beoordeling van het werkstuk

Kwaliteitscheck (alternatieve toets)

De toets meet wat hij moet meten (reproductie, begrip, toepassen,rekenen)
De toets gaat over de opgegeven stofMaatschappijleer & rechtsstaat
Er is eerder opgegeven stof nodig om de toets te kunnen makenIn de opdracht is het lesboek nodig
De leerling voldoende kunnen oefenen om de toets te kunnen makenDe leerling mag twee weken over de opdracht doen
De leerling is bekend met het soort vragen (open/gesloten/meerkeuze)De wiki is nieuw maar het werkstuk bekend
De leerling is bekend met het soort vaardigheden (rekenen, data-analyse, bronnen enzovoort)Tijdens de lessen (ook andere) geoefend en de vraagstelling rondom een maatschappelijk probleem in de lessen behandeld

Betrouwbaarheid

Vooraf kan worden ingeschat wie goed scoort en wie nietLeerlingen die gestructureerd en stap voor stap (aan de hand van de planner) kunnen werken scoren beter
Er kan worden aangeven welke vraag (stap/onderdeel) hoog scoort en welke nietLeerlingen vinden de bronvermelding vaak lastig. Net als het geven van goede argumenten
De toets ligt in lijn met vorige toetsen en toekomstige toetsenDeze opdracht is bruikbaar in andere vormen en kan modulair in gezet worden
De vragen zijn helder en duidelijk geformuleerdHet stappenplan kan vragen oproepen maar is vrij compleet
de vragen zijn multi-interpretabelEr kan een eigen draai aan het werkstuk worden gegeven

Rubric aanwezig

uitgewerkt per onderdeel

Puntentoekenning voor leerlingen helder aangegeven

Totaal aantal punten30 (27+3)
DeelscoresTerug te vinden in de rubric
uitsplitsing deelscoresTerug te vinden in de rubric

Gebruik taxonomie

noemen, herkennen, aanwijzen, definiëren, vinden, kiezen, onderstrepen, invullen, citeren
verklaren, verhelderen, beschrijven, bewijzen, vertalen, voorbeelden geven
toelichten, uitleggen, vergelijken, concluderen, onderbouwen
selecteren, indelen, bepalen, samenhang vinden, integreren, schetsen
analyseren, aantonen, bekritiseren, controleren, coördineren, ontdekken, monitoren, testen, beoordelen, rapporteren, bijstellen, ontwerpen

Lay-out overzichtelijk

Lettertype en grootteStandaard wiki-layout
BronnenStandaard wiki-layout
regelafstandStandaard wiki-layout

Opmerkingen

Aanvankelijk hebben leerlingen nog wel wat vragen over het gebruik van de wiki en hoe je daarin handig teksten opmaakt. Maar eenmaal bezig werkt dit vrij intuïtief en hebben leerlingen er plezier aan omdat het er snel leuk uit ziet en omdat ze het vanaf verschillende apparaten kunnen benaderen.

Nawoord

Zie bijlage

Bronnen

Literatuur

  • Olgers, T., Otterdijk, R. van, Ruijs, G., Kievid, J. de, & Meijs, L. (2010). Handboek vakdidactiek maatschappijleer. Amsterdam, Nederland: Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken.
  • Kuhlemeijer, H., & Til, A. van. (2012). Toetsen op school voortgezet onderwijs. Arnhem, Nederland: Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling.

Methodes

  • Van den Broeke, J., Middelkoop, J., Rinkel, G., Vermeulen, J., Rijpkema, T., & Schuurman, T. (2016). Thema's Maatschappijleer voor VMBO. Lesboek KGT. (4e ed.). Wormerveer, Nederland: Uitgeverij Essener BV.
  • Van den Broeke, J., Hagers, M., Ruijg, H., Vermeulen, J., Rijpkema, T., & Schuurman, T. (2017). Thema's Maatschappijleer voor havo (5e ed.). Wormerveer, Nederland: Uitgeverij Essener BV.
  • Schuijt, B., Schuyt, K., Hagers, M., Linthorst, M., Rijpkema, T., & Schuurman, T. (2012). Thema's Maatschappijleer voor vwo (4e ed.). Wormerveer, Nederland: Uitgeverij Essener BV.

Toetsvragen

Vraag 1

eigen werk

  • Van den Broeke, J., Hagers, M., Ruijg, H., Vermeulen, J., Rijpkema, T., & Schuurman, T. (2017). Thema's Maatschappijleer voor havo (5e ed.). Wormerveer, Nederland: Uitgeverij Essener BV. (p8-68)

Vraag 2

eigen werk

Vraag 3

eigen werk

Vraag 4

Vraag 5

  • Thema’s Maatschappijleer voor HAVO (thema Wat is maatschappijleer?) Docentenhandleiding II, Open vragen en meerkeuzevragen, 2017 uitgeverij Essener, Wormerveer [opgave D, p17]

Bijlagen

Toelichting op de exameneenheden (vmbo-tl/mavo)

ML1/K/1 Oriëntatie op leren en werken Oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van maatschappijleer in de maatschappij.
ML1/K/2 Basisvaardigheden Basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.
ML1/K/3 Leervaardigheden in het vak maatschappijleer Met betrekking tot een maatschappelijk vraagstuk principes en procedures van de benaderingswijze van het vak maatschappijleer toepassen.
Met betrekking tot een maatschappelijk vraagstuk een standpunt innemen en hier argumenten voor geven.
ML1/K/4 Cultuur en socialisatie Beschrijven hoe een mens zich ontwikkelt tot lid van de samenleving en de invloed van het socialisatieproces herkennen en beschrijven.
Uitleggen dat mensen bij een subcultuur (willen) horen en dat elke subcultuur invloed heeft op het gedrag en socialisatieproces.
De rol van onderwijs (als socialiserende instantie) beschrijven in de ontwikkeling van een mens als lid van de samenleving.
ML1/K/5 Sociale verschillen De kandidaat kan:

− met voorbeelden beschrijven wat sociale verschillen zijn en hoe die veroorzaakt worden, en beschrijven/uitleggen hoe de plaats van een mens op de maatschappelijke ladder kan veranderen (sociale mobiliteit) − beschrijven en uitleggen dat mensen vanuit hun maatschappelijke posities belangen hebben en hoe daardoor conflicten kunnen ontstaan − overheidsbeleid ten aanzien van sociale ongelijkheid beschrijven en verklaren.

ML1/K/6 Macht en zeggenschap De kandidaat kan:

− vormen van macht en machtsmiddelen herkennen, beschrijven en verklaren − beschrijven en uitleggen hoe regels het samenleven van mensen mogelijk maken − beschrijven en uitleggen welke mogelijkheden burgers hebben om invloed uit te oefenen op de politiek, en kenmerken van een parlementaire democratie noemen, herkennen en toelichten.

ML1/K/7 Beeldvorming en stereotypering De kandidaat kan:

− aangeven dat selectieve waarneming een rol speelt in het proces van beeld- en meningsvorming − uitingen van vooroordelen en beeldvorming ten aanzien van mannen en vrouwen in de samenleving herkennen en benoemen − beschrijven hoe men uitingen van vooroordelen en discriminatie tegemoet kan treden vanuit het beginsel van gelijkwaardigheid en respect − van een bepaald sociaal probleem beschrijven hoe de beeldvorming erover tot stand komt/gekomen is.

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.