< Maatschappijleer < Mens en maatschappij
1. aanleggen (maken)
Mens en maatschappij
Er werd een weg aangelegd die de stad met het nieuwe vliegveld verbond.


2. aansporen
Mens en maatschappij
Zij werden aangespoord door hun supporters om niet op te geven.


3. aardbeving
Mens en maatschappij
1 jan 2012: Een aardbeving met een kracht van 7,0 heeft vandaag het oosten en het noordoosten van Japan getroffen.


4. aardbol
Mens en maatschappij
Als je de aardbol draait, dan zie je waar Nederland ligt.


5. achtergrond
Mens en maatschappij
Pasfoto's hebben vaak een rustige achtergrond.


6. activiteit
Mens en maatschappij
De activiteiten moesten gestopt worden omdat er geen geld meer was.


7. afgezien van
Mens en maatschappij
Afgezien van de achtervolging aan het eind is het een saaie film.


8. afvoer
Mens en maatschappij
De afvoer van goederen was belemmerd door de opgebroken weg.


9. afvoeren
Mens en maatschappij
De gevangenen werden afgevoerd naar het kamp.


10. akkerbouw
Mens en maatschappij
Akkerbouw is een vorm van landbouw waarbij men gewassen in de aarde laat groeien.


11. arbeidsmigrant
Mens en maatschappij
Ronald verhuist om werk of beter betaald werk te vinden.


12. armoede
Mens en maatschappij
Armoede is een relatief begrip, de arme van nu leeft comfortabeler dan de rijke van 100 jaar geleden.


13. asielzoeker
Mens en maatschappij
Nederland moet soms asielzoekers weigeren.


14. astronaut
Mens en maatschappij
Neil Armstrong was de beroemdste astronaut.


15. atlas
Mens en maatschappij
Zoek 10 plaatsen op in de atlas en geef een korte omschrijving van die plaatsen.


16. atmosfeer (dampkring)
Mens en maatschappij
De aarde heeft een dikke atmosfeer die vooral uit stikstof en zuurstof bestaat.


17. auteur
Mens en maatschappij
De auteur signeert zijn boeken in die boekenwinkel.


18. bedreigen
Mens en maatschappij
De lekkende kerncentrale dreigde een milieuramp te veroorzaken.


19. behoud van
Mens en maatschappij
We moeten opkomen voor het behoud van het park.


20. beleid
Mens en maatschappij
Het is ons beleid om de werknemers ook mee te laten delen in de winst.


21. belemmeren
Mens en maatschappij
Door het slechte weer was alle treinveer belemmerd.


22. beletten
Mens en maatschappij
De automobilisten begonnen te toeteren omdat de verhuisauto de doorgang belette.


23. bereid zijn
Mens en maatschappij
Ben je bereid om vandaag over te werken?


24. bereikbaar
Mens en maatschappij
Iedereen moet tegenwoordig 24/7 bereikbaar zijn.


25. beroep
Mens en maatschappij
Hij is bakker van beroep.


26. beschaafd
Mens en maatschappij
De beschaafde jongen gaf zijn plaats in de bus aan de oudere man.


27. besturen
Mens en maatschappij
De regering is het centrale bestuur van ons land.


28. betaald werk
Mens en maatschappij
Het werk van Hans is buschauffeur en daarvoor wordt hij maandelijks betaald.


29. bevolking
Mens en maatschappij
De Nederlandse bevolking bestaat uit mensen met verschillende nationaliteiten.


30. bevrijden
Mens en maatschappij
De Canadezen bevrijdden een groot deel van Nederland.


31. bewolkt
Mens en maatschappij
Toen we het huis verlieten, kwam er ineens een bewolkte lucht boven ons.


32. bewust
Mens en maatschappij
Het was een bewuste keuze om niet eerst langs de receptie te gaan.


33. bewustzijn
Mens en maatschappij
Hij verloor het bewustzijn na het zien van het bloed.


34. bodem
Mens en maatschappij
De bodem raakte verontreinigd door de werkzaamheden.


35. branding
Mens en maatschappij
In de branding van een oceaan kun je goed surfen.


36. breuk (kapot)
Mens en maatschappij
Zij heeft het contract verbroken.


37. bron (water)
Mens en maatschappij
De bron van een rivier is waar de rivier begint.


38. budget
Mens en maatschappij
Het arme gezin moest leven met een krap budget.


39. burger
Mens en maatschappij
De burgers van de stad staken bij deze ramp zelf de handen uit de mouwen.


40. centrum
Mens en maatschappij
Utrecht ligt niet alleen maar in het centrum van de provincie maar ook in het centrum van Nederland.


41. concurrent
Mens en maatschappij
Deze bedrijven zijn elkaars concurrent.


42. conflict
Mens en maatschappij
Hij praat niet meer met zijn broer, ze hebben een conflict.


43. cultuur
Mens en maatschappij
Op onze vakantie gaan we altijd op zoek naar cultuur.


44. dal
Mens en maatschappij
In een dal is er meer kans op overstromingen dan in hoger gelegen gebieden.


45. dampkring
Mens en maatschappij
De dampkring van Neptunus bestaat uit waterstof, helium en methaan.


46. deelnemen aan
Mens en maatschappij
Een nieuwe partij wil deelnemen aan de komende parlementsverkiezing.


47. desnoods
Mens en maatschappij
Dat verklaar ik desnoods onder ede.


48. dijk
Mens en maatschappij
De dijk langs de rivier was erg bochtig.


49. draagkracht
Mens en maatschappij
Veen en klei hebben een kleine draagkracht, zand een grote.


50. eb
Mens en maatschappij
Door de eb en vloed zijn de stranden van Scheveningen nooit even breed.


Mens en maatschappij

Mens en maatschappij


51. eigenaar 52. eis 53. emigreren

54. evenaar 55. exporteren 56. export 57. failliet 58. feit 59. gebergte 60. gebied 61. geboortecijfer 62. gebruikelijk 63. gegevens 64. gelijkenis 65. gemeen (gemeen- schappelijk) 66. gemeente 67. getijde 68. getroffen zijn door 69. godsdienst 70. grens 71. grind 72. grondstof 73. grondwet 74. hedendaags 75. heelal 76. heersen (leider zijn) 77. hemellichaam 78. heuvel 79. hogedrukgebied 80. hoofdstad 81. horizon 82. houden aan (zich) 83. huidig 84. huishouden 85. ijzel 86. immigratie 87. industrie 88. instantie 89. invoeren (het land inbrengen) 90. inwoner 91. jaargetijde 92. jaartal 93. kaart (land) 94. kanaal 95. kiesrecht 96. klei 97. klimaat 98. kloof 99. koers 100. kolonie 101. komeet 102. kosmonaut 103. kosmos 104. kunstmaan 105. kust 106. kwaliteit 107. laden 108. lagedrukgebied 109. landbouw 110. landschap 111. legenda 112. leger 113. leiden (besturen) 114. loods 115. lossen (schip) 116. luchtverontreiniging 117. maansverduistering 118. machine 119. macht 120. merk 121. meteoor 122. migrant 123. milieu 124. multiculturele samen- leving 125. nationaliteit 126. natuur 127. neerslag 128. nevel

129. oase 130. oceaan 131. omstandigheden 132. onderzoeken 133. ontdekken 134. ontslagen 135. ontstaan 136. ontwikkeling 137. ontwikkelingsland 138. oogst 139. op de vlucht gaan / zijn 140. opgraven 141. opklaren (weer) 142. opstand 143. orkaan 144. overheersen 145. overheid 146. overstroming 147. overtreden (regel) 148. overvloed 149. periode 150. planeet 151. plattegrond 152. platteland 153. polder 154. politiek 155. product 156. profiteren 157. provincie 158. punt (plaats) 159. ramp 160. realistisch 161. rechtbank 162. rechten en plichten 163. rechtvaardig 164. recreatie 165. reeks 166. regeling 167. regering 168. revolutie 169. richting 170. rijk (het) 171. route 172. ruimtestation 173. ruimtevaart 174. samenleving 175. satelliet 176. schaal (van een kaart) 177. schipbreuk 178. schuld (afbetalen) 179. sfeer 180. slaaf 181. slachtoffer 182. sluis 183. sociaal-maatschappelijk 184. sparen 185. steenkool 186. steil 187. stemmen 188. sterftecijfer 189. sterrenhemel 190. sterrenkijker 191. sterrenkunde 192. stichten 193. stimuleren 194. streek (gebied) 195. stroming 196. sukkelen 197. telescoop 198. ten koste van 199. tijdbalk 200. toerisme 201. toestand (staat) 202. top 203. topografie 204. trede

205. trekken (reizen) 206. tribune 207. tuinbouw 208. Tweede Kamer 209. uitgestrekt 210. uitkering 211. uitzicht 212. vallende ster 213. van heinde en verre 214. vastlopen 215. vaste lasten 216. veeteelt 217. verbouwen 218. verbreken 219. verduistering 220. vergrijzing 221. verhelpen 222. verkiezingen 223. verlopen 224. verslaving 225. verspreiden 226. versterken 227. vertegenwoordigen 228. vervoeren 229. vervolgen 230. vervuilen 231. vloed 232. vluchteling 233. volk 234. volle maan 235. voorzieningen 236. vorst / vorstin 237. vrijheid 238. vruchtbaar 239. vulkaan 240. welzijn 241. werelddeel 242. westelijk 243. wet 244. wijk 245. windrichting 246. woestijn 247. woonwijk 248. vestigen (zich) 249. zonnestelsel 250. zuidelijk

Economie

economie aanbieding aanbod aanhoudend aankoop aanleg aanpassen aanschaf aanschaffen aanvullen aanzienlijk abonnement administratie advertentie advies afbakenen afleveren afsluiting ambacht anti arbeid arbeidsmarkt artikel automatiseren bankbiljet bankrekening basis bedrag bedragen bedreiging

bedrijf begroting behoefte belasting belonen beloning benoeming (functie) beperken beperkt besteden aan bestellen bestemd zijn voor bestemming betaling betreffen betrekkelijk betrekking hebben op bewijs bezit bezitting bezorgen bieden (bod uitbren- gen) bij voorbaat binnenlands bon bondig buigen cheque contant daling definitief dergelijk doorsnee economie emigrant eigendom ertussendoor ervaring exact exclusief exemplaar exporteren fabrikant factor formule formulier foutief gebrek geldbedrag gelden voor gemiddelde gepaard gaan met gezamenlijk goederen gram gratis gunnen handel handelaar handelen hinder hoogstens huren huurder ideaal illustratie immigrant importeren individu inkomen inkomsten inkoop in tegenstelling tot instorten invoeren (het land in brengen) inzien

kas kassa kassabon kg. (kilogram) klant kopie korting kwalitatief kwantiteit kwartaal lening levensduur lonen loon magazijn markt massa medewerker model nadelig omrekenen omschrijving omwisselen onderling ontmoeting onkosten ontvangen ontvangst ontwikkelen opbrengst opleiding opslagpercentage optelling optelstreep organisatie overeenkomst overzichtelijk privé pro producent produceren productie profiteren publiek puin realiseren (zich) reclame rekening rente reserve resteren retour risico ruilen salaris samenhangen met samenstellen schaars schade schadelijk schadeloos stellen schikken schuld service spaargeld splitsing stempel stijging storten systeem talent tegenvaller tegoed te koop tekort tekortkomen ten gunste van ter grootte van term terugbetalen terugbetaling terug ontvangen ter waarde van toestemmen trachten uitbetalen uitgave uitgeven uitlenen uitstellen uitvoeren uitwerken van toepassing zijn variëren verbruik verdelen over vereniging verhogen verhoging verkoop verkoper verlies vermelden vermenigvuldigen met verplichten verplichting verschijnsel verslijten vervoermiddel verwaarlozen verwerven verzekeren verzekeren (zich) verzekering verzenden vestigen voldoen voltooien

voorbereiden voordelig voortzetten voorwaarde vorderen vordering vracht waard waarderen waarschijnlijk waren (de) weegschaal wegen welvaart werkgever werkweek winkelbediende winkelier winkelpersoneel zaken doen zakenman zakgeld zelfstandig zenden

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.