< Maatschappijleer < Basisbegrippen maatschappij mavo < havo

Wat is maatschappijleer?

Waarde
een principe dat je belangrijk vindt in het leven
Norm
een afspraak op basis van een waarde
een regel over hoe jij en anderen zich moeten gedragen
Belang
een voordeel dat je ergens van hebt
iets wat iemand veel voordeel (of nadeel) kan opleveren
Belangentegenstelling
het belang van de een botst met het belang van de ander
Macht
de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden
het vermogen van personen of groepen om andere personen, groepen of zaken de wil op te leggen, eventueel tegen de wensen of belangen van die anderen in
Machtsmiddel
een middel waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden
alles waarmee je besluitvorming in een bepaalde richting kunt afdwingen zoals kennis, geld, geweld, charisma, bevoegdheden en overtuigingskracht
Maatschappelijk probleem
veel mensen hebben er mee te maken, er zijn verschillende meningen over de oorzaak en de oplossing, er is veel media-aandacht en de politiek is er bij betrokken
Dilemma
een lastige keuze tussen twee dingen die allebei voordelen of juist nadelen hebben
Feit
iets wat echt gebeurd is en wat je dus kunt bewijzen
een gebeurtenis of omstandigheid die werkelijk gebeurd is
Vooroordeel
oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent
een mening laten berusten op een gebrek aan kennis, vaak gepaard met afkeer, een vooropgezette mening
Argument
uitleggen waarom jouw mening goed is
duidelijk maken waarom je iets vind; een bepaalde mening hebt
een aangevoerd feit in een discussie om een zienswijze te ondersteunen

Jongeren / socialisatie

Cultuur
hoe mensen samenleven
alles aan wat een samenleving voortbrengt en overdraagt
mensen in een bepaalde groep of samenleving die alle normen, waarden en gewoonten met elkaar delen
Socialisatie
bewust of onbewust waarden, normen en gewoonten aanleren die bij jouw groep of samenleving horen
aanpassing van een individu aan de normen van de samenleving
Nature-aanhangers
bepaalde (belangrijke) kenmerken zijn aangeboren
eigenschappen van het individu zijn vooral bepaald door aanleg, bijvoorbeeld het genetisch materiaal
Nurture-aanhangers
je leert de belangrijkste dingen aan (of af)
eigenschappen van het individu zijn vooral bepaald door opvoeding, voornamelijk door de leefomgeving
Sociale controle
mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt
Sanctie
manier waarop iemand laat merken of jij iets goed of fout gedaan hebt
Internalisatie
aangeleerde normen en waarden zijn vanzelfsprekend gedrag geworden
als je bepaalde aspecten van een cultuur waar je bij hoort zó eigen hebt gemaakt, dat je automatisch doet wat er in die groep van je verwacht wordt
Identiteit
de persoon die jij bent, gevormd door alle kenmerken die bij jou horen en je ervaringen
een kenmerk dat je onderscheidt van anderen en bepaalt wie je bent
Rolgedrag
gedrag dat we van elkaar in bepaalde situaties verwachten
het gedragspatroon dat bij een sociale rol hoort
Roldoorbrekend gedrag
gedrag dat je niet direct bij iemands rol verwacht
Tolerantie
je accepteert dat sommige mensen andere waarden en normen hebben dan jij
Abnormaal (asociaal) gedrag
geen rekening houden met anderen
Groepsdruk
het gevoel dat je je moet aanpassen aan de gewoonten van de groep
Generatieconflict
Een meningsverschil wat veroorzaakt wordt door een verschil in leeftijd
Identificatie
Je herkent bepaalde kenmerken van jezelf in de ander
Groepsidentificatie
Je voelt je verbonden met een groep omdat je dezelfde gewoonten en kenmerken hebt
Wij-gevoel
Een groep waarin mensen zich sterk met elkaar verbonden voelen
Zij-groep
De tegenstander; een groep met heel andere kenmerken en gewoonten
Polarisatie
Groepen komen scherp tegenover elkaar te staan omdat verschillen worden benadrukt
Economische bindingen
Relaties met anderen op basis van goederen en producten
(Bijna) alles wat je nodig hebt wordt door anderen gemaakt
Kennisbindingen
Relaties op basis van wat we elkaar leren
Gevoelsbindingen
Relaties op basis van emoties
Politieke bindingen
Relaties met instellingen en bestuurslagen in Nederland
Sociale cohesie
Men heeft het gevoel bij elkaar te horen
De 'lijm' van de samenleving

Politiek

Politiek
Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen over hoe een land (provincie of gemeente) bestuurd moeten worden
De gezaghebbende toedeling van waarden voor een samenleving
Grondwet
De belangrijkste Nederlandse wet.
In de Grondwet of Constitutie zijn onder meer de bevoegdheden van koning, regering en parlement geregeld.
Ook zijn in de Grondwet de belangrijkste rechten en plichten van de burgers vastgelegd.
Ambtenaren
Personen die werken voor de overheid
Overheid
Alle politici en ambtenaren
Algemeen belang
Veel mensen hebben er voordeel bij
Bijvoorbeeld wegen, dijken, gezondheidszorg en veiligheid
Belastinggeld
Geld dat door de belastingbetaler in de staatskas is ingebracht
Bezuinigingen
De overheid geeft minder geld uit
Directe democratie
Inwoners stemmen zelf over een nieuwe wet of een maatschappelijk vraagstuk
Bijvoorbeeld bij een referendum
Indirecte democratie
Inwoners kiezen volksvertegenwoordigers die namens ons beslissingen nemen
Referendum
Volksstemming over een belangrijk onderwerp
Actief kiesrecht
Het recht om te mogen stemmen
Passief kiesrecht
Het recht om je verkiesbaar te stellen
Lijsttrekker
De belangrijkste persoon van een politieke partij in verkiezingstijd
Politiek links
Is voor een actieve overheid en komt op voor de zwakkeren in de samenleving
Politiek rechts
Is voor een passieve overheid en meer eigen verantwoordelijkheid
Politieke midden
Een politieke partij met zowel linkse als rechtse standpunten
Compromis
Afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven
Politieke stroming
Een verzameling ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het beste kunnen samenleven
Liberalisme
Heeft als waarden economische en persoonlijke vrijheid
Sociaal-democratie
Heeft als waarden solidariteit en gelijkwaardigheid
Christen-democratie
Heeft als waarden het christelijk geloof, naastenliefde en samenwerking
Geheime verkiezingen
Niemand weet op wie je gestemd hebt (je kunt het wel zelf vertellen)
Parlementaire democratie
Burgers hebben via gekozen vertegenwoordigers invloed op het beleid van de overheid
Mensenrechten
Basisrechten en -vrijheden die alle mensen zouden moeten hebben
Trias Politica
Scheiding van de politieke macht in drie onderdelen (parlement, ministers, rechters)
Scheiding van de machten (wetgevend, uitvoerend, rechterlijk)
Regering
Koning en ministers
Het dagelijks bestuur van ons land
Regeerakkoord
Een overzicht van wat de regering de komende jaren wil bereiken.
Een meerjarige agenda voor het kabinetsbeleid.
Kabinet
Ministers en staatssecretarissen
Troonrede
De plannen van de regering voor het komende jaar.
Miljoenennota
Een overzicht van alle inkomsten en uitgaven van de overheid voor het komende jaar.
Parlement
Volksvertegenwoordiging
Eerste en Tweede Kamer (Staten-Generaal)
Stemrecht
Het goed- of afkeuren van wetsvoorstellen
Recht van amendement
Delen van een wetsvoorstel veranderen
Recht van initiatief
Zelf wetsvoorstellen maken
Vragenrecht
Mondeling of per brief vragen stellen aan een minister of staatssecretaris
Motierecht
De Kamer geeft een mening over iets of vraagt een minister iets te doen
Recht van interpellatie
Kamerleden mogen een minister naar de kamer te komen voor een debat (uitleg te geven over zijn beleid)
Enquêterecht
Kamerleden mogen een onderzoek laten uitvoeren als ze denken dat er iets mis gegaan is
Coalitie
De partijen die samen de regering vormen (VVD, CDA, D66 & CU)
Oppositie
De overige partijen in de kamer die vaak andere ideeën hebben over wat goed is voor Nederland
B & W
Burgemeester en wethouders
Het dagelijks bestuur van een gemeente
Gemeenteraad
De volksvertegenwoordiging van een gemeente
Provinciebestuur
Het bestuur wat boven de gemeente staat
Zij regelen de zaken die te groot zijn voor een gemeente

Pluriforme samenleving

Dominante cultuur
De cultuur van de meeste mensen in een land
Subcultuur
Een groep met eigen waarden, normen en gewoonten
Vooroordeel
Een mening die niet op feiten is gebaseerd
Stereotype
Een overdreven beeld van een groep mensen dat vaak niet (volledig) overeenkomt met de werkelijkheid.
Vaststaand beeld, cliché en versimpeld ten opzichte van de werkelijkheid
Discriminatie
Het maken van onderscheid
Het onrechtmatig onderscheid maken tussen mensen of groepen
Racisme
Discriminatie op grond van huidskleur
Een filosofie die uitgaat van de gedachte dat de ene bevolkingsgroep op een hoger peil staat dan de andere
Seksisme
Discriminatie op grond van sekse
Tolerant
Je hebt er geen probleem mee dat andere mensen anders zijn of andere waarden en normen hebben dan jij
De bereidheid ander gedrag dan het eigen te dulden
Respect
Je laat anderen in hun waarde
Immigratie
Mensen uit andere landen komen in Nederland wonen
Asielzoeker
Mensen die in een ander land toegelaten willen laten als vluchteling
Iemand die asiel zoekt buiten zijn eigen land
Gezinsvorming
Je woont al in Nederland en wil een partner laten overkomen (trouwen)
Gezinshereniging
Je had al een gezin voordat je naar Nederland kwam en de partner en kinderen komen ook
Inburgeringsexamen
Een examen dat immigranten uit de meeste landen van buiten de EU af moeten leggen voordat zij in Nederland mogen blijven wonen
Illegaal
Een persoon die zonder rechtmatige status in een land verblijft
Individualistische cultuur
Nadruk op persoonlijke ontwikkeling en individuele vrijheid
Collectivistische cultuur
Nadruk op familiebanden en gezamenlijke tradities
Assimilatie
Je past je helemaal aan de dominante cultuur aan
De eigen cultuur wordt opgegeven voor de dominante cultuur
Segregatie
Er is een scheiding tussen bevolkingsgroepen (culturen)
Integratie
Nieuwkomers nemen de Nederlandse cultuur over maar behouden ook veel van hun eigen cultuur
samengaan van twee voorheen gescheiden bevolkingsgroepen
Godsdienstvrijheid
Het (grond)recht om te geloven wat je zelf wilt
Vrijheid van meningsuiting
Het (grond)recht om te zeggen wat je wilt binnen de grenzen van de wet
Je mag mensen niet beledigen of haat zaaien
Gematigde geloven
Het geloof wordt niet letterlijk genomen maar het gaat om de boodschap
Fundamentalisme
De teksten van heilige boeken wordt letterlijk genomen

Nederland en de wereld

Globalisering
mensen zijn over de hele wereld steeds meer met elkaar verbonden
het openstellen van grenzen tussen landen waardoor goederen en diensten zich gemakkelijker kunnen verplaatsen
Wereldburgerschap
de nieuwsgierigheid naar andere landen en betrokkenheid met de mensen daar
als iemand een gevoel van verbondenheid met de mensheid in het algemeen ervaart
Problemen zonder grenzen (grensoverschrijdende problematiek)
emigratie (vluchtelingen)
xenofobie (angst voor vreemdelingen)
CO2-uitstoot (opwarming van de aarde)
armoede
ontbreken van vrijheden en rechten
Boycot
we kopen geen producten die uit een bepaald land komen
het verbreken van (handels)relaties met een land, een bedrijf of een individu
Dictatuur (alleenheerschappij)
een land waar één man of één politieke partij de macht heeft
een regeringsvorm waarin alle macht (het machtsmonopolie) doorgaans bij één persoon (een dictator) of bij een kleine groep mensen berust
Censuur
bepaalde informatie wordt expres weggelaten of veranderd
het gebruiken van de macht van de staat, een andere controlerende macht, een bepaalde groepering, of van bepaalde individuen, om informatie achter te houden of de expressie aan banden te leggen
Verenigde Naties (VN)
zorgen voor vrede en veiligheid
vormen een internationale organisatie die in 1945 werd opgericht door 51 landen
een intergouvernementele organisatie die samenwerkt op het gebied van het internationale recht, mondiale veiligheid, behoud van mensenrechten, ontwikkeling van de wereldeconomie en het onderzoek naar maatschappelijke en culturele ontwikkelingen
Europese Unie (EU)
het belangrijkste samenwerkingsverband van Europese lidstaten
een uit 28 Europese landen bestaand statenverband
wordt iedere vijf jaar gekozen door inwoners van de unie
Europese Commissie
het uitvoerende orgaan van de Europese Unie
het dagelijks bestuur van de EU dat wetten en maatregelen bedenkt en zorgt dat ze worden uitgevoerd
verantwoordelijk voor het indienen van wetsvoorstellen, het beheren van de EU-begroting, het handhaven van het EU-recht (in samenwerking met het Hof van Justitie), en het vertegenwoordigen van de EU op internationaal niveau
Raad van Ministers (Raad van de Europese Unie)
een instelling van de Europese Unie
keuren wetsvoorstellen goed van de Europese Commissie
oefent samen met het Europees Parlement de wetgevingstaak en de begrotingstaak uit en heeft daarnaast bepaalde beleidsbepalende en coördinerende taken
Europese Raad
een instelling van de Europese Unie
de regeringsleiders of gekozen staatshoofden van de 28 lidstaten van de Europese Unie
geeft de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie en bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten
Europees parlement
rechtstreeks verkozen volksvertegenwoordiging van de Europese Unie
stemt over wetsvoorstellen en controleert de Europese Commissie
samen met de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie heeft het een wetgevende taak binnen de Europese Unie

Media

Communicatie
het doorgeven en ontvangen van informatie
Medium
een middel om te communiceren
Non-verbale communicatie
je geeft gevoelens en gedachten door met gebaren, houding en uitstraling
Tweezijdige communicatie
je ben tegelijk zender en ontvanger
Massacommunicatie
er zijn soms miljoenen kijkers en luisteraars
waarbij grote groepen mensen worden bereikt
Populaire kranten
zijn meer voor het sensationele nieuws
bijvoorbeeld de Telegraaf en het AD
Kwaliteitskranten
zijn serieuzere kranten
bijvoorbeeld de Volkskrant en NRC
Doelgroep
een specifieke groep mensen die een organisatie of instelling wil bereiken met een bepaald aanbod
bijvoorbeeld jongeren
Commerciële omroep
bedrijven die vooral als doel hebben om geld te verdienen met hun uitzendingen
een omroep waar de radio- of televisie-uitzendingen worden verzorgd door bedrijven met commerciële doeleinden
Publieke omroep
omroepen van de overheid
een organisatie die door de overheid in het leven is geroepen om informatie uit te zenden via een communicatiemiddel naar een breed publiek
Pluriformiteit (in de media)
er zijn voor alle doelgroepen in Nederland voldoende kranten, tv-zenders en andere media aanwezig
Persbureaus
bedrijven waar journalisten nieuws uit binnen- en buitenland verzamelen
een organisatie die dagbladen, radio- en televisiezenders en andere media (meestal) dagelijks van nationaal en internationaal nieuws voorziet
grote persbureaus werken internationaal, hieronder vallen Agence France Presse (AFP) en de Associated Press (AP) en Reuters
Beeldvorming
je vormt je steeds een beeld van iets, iemand of een situatie
het ontstaansproces van een beeld (in de media) over een persoon, organisatie of zaak, dat niet noodzakelijkerwijs met de werkelijkheid of de feiten hoeft overeen te komen
Maatschappelijke functie (van de media)
informatieve functie
controle- of waakhond functie
socialiserende functie
Persvrijheid
journalisten hebben de vrijheid om ongehinderd berichten te kunnen publiceren
de vrijheid van drukpers, het grondrecht om gevoelens en gedachten openbaar of kenbaar te maken
een democratische samenleving kan alleen goed functioneren als de persvrijheid – als een van de voornaamste voorwaarden – goed geregeld is
In Nederland is de persvrijheid vastgelegd in artikel 7 van de Nederlandse Grondwet
Manipulatie
feiten met opzet worden weggelaten of veranderd
er wordt aan de ontvanger van de boodschap onbewust (namaak-)informatie verstrekt
Mediawet
hoeveel reclame commerciële en publieke omroepen mogen uitzenden
regelt de toelating tot het omroepbestel en stelt eisen aan de publieke omroepen onder andere om te zorgen voor mediapluriformiteit
Mediawijsheid
dat je verstandig gebruikmaakt van media
Privacy
het recht op een privéleven
een afweerrecht dat de persoonlijke levenssfeer beschermt
Persoonsgegevens
iemands naam, adres en woonplaats
ook telefoonnummers en postcodes met huisnummers zijn persoonsgegevens
gevoelige gegevens als iemands ras, godsdienst of gezondheid worden bijzondere persoonsgegevens genoemd
Online profilering
bedrijven verzamelen met behulp van cookies gegevens over jou en maken daar een digitaal profiel mee
geautomatiseerde verwerking van (persoons)gegevens met als doel een individu te evalueren, te classificeren of een beslissing over die persoon te nemen, dit door persoonsgegevens te vergelijken en samen te brengen

Werk

Werk
iets doen waar anderen behoefte aan hebben
het aanbrengen van wenselijk geachte veranderingen in de omgeving door menselijke activiteit
kan zowel lichamelijk als geestelijk zijn
Arbowet
hierin staat precies hoe werkgevers moeten zorgen voor gezonde en veilige werkplekken
een Nederlandse wet die regels bevat voor werkgevers en werknemers om de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van werknemers en zelfstandig ondernemers te bevorderen
Minimumloon
het loon dat je minimaal moet ontvangen als je werkt
het laagste bedrag dat een werkgever wettelijk verplicht is aan een werknemer als loon te betalen
Sollicitatieplicht
je moet blijven zoeken naar een baan wanneer je een uitkering ontvangt
aan een sociale uitkering kan een sollicitatieplicht verbonden zijn
Open sollicitatie
je vraagt bij een bedrijf of er werk is
de sollicitant reageert niet op een advertentie van een bedrijf dat een vacature heeft, maar benadert hij/zij een bedrijf
Netwerken
je vertelt je vrienden en kennissen dat je werk zoekt
contacten leggen waar je je voordeel mee kunt doen
Cv (curriculum vitae)
een lijstje met je persoonlijke gegevens, opleiding en werkervaring
lijst met relevante opleidingen en werkervaring
het curriculum vitae hoort bij een sollicitatiebrief
Arbeidscontract (arbeidsovereenkomst)
een afspraak tussen werkgever en werknemer, die we arbeidsvoorwaarden noemen
schriftelijke overeenkomst waarbij de werknemer zich verbindt om in dienst van de werkgever tegen bepaald loon gedurende een zekere tijd arbeid te verrichten
Zwartwerken
werken zonder belasting te betalen (je hebt dan ook geen rechten)
betaald werk verrichten zonder daar belasting of sociale premie over te betalen
Cao (collectieve arbeidsovereenkomst)
afspraken binnen tussen werkgevers- en werknemersorganisaties binnen een bepaalde bedrijfstak
afspraken gemaakt tussen werkgevers en vakbonden over beloning en werkomstandigheden voor alle werknemers in een bedrijf of bedrijfstak gedurende een bepaalde periode
Maatschappelijke positie
de plaats die iemand heeft op de maatschappelijke ladder
je kennis of vaardigheden, macht of verantwoordelijkheid en je inkomen
de plaats of rang in de samenleving: dit hangt samen met je opleiding, beroep, inkomen en afkomst
Maatschappelijke ladder
maatschappelijke posities in de samenleving van laag naar hoog
indeling van mensen hun maatschappelijke positie, bepaald door macht, status en inkomen
bovenaan de maatschappelijke ladder staan beroepen als artsen, advocaten en directeuren, terwijl meer onderaan de maatschappelijke ladder beroepen staan als vakkenvullers, schoonmakers en vuilnismannen
(Sociale) status
de waardering die mensen geven aan je beroep
aanzien in de maatschappij
het aanzien, de eer, het prestige dat iemand verwerft en met zich meedraagt in de sociale groep of samenleving waarin die persoon zich begeeft
Sociale ongelijkheid
macht, kennis en geld zijn niet gelijk over alle mensen verdeeld
grote en ongewenste verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen tussen de verschillende groepen (klassen) van de bevolking
Sociale mobiliteit
je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder
veranderingen in sociale status van individuen of groepen
de mogelijkheid een andere maatschappelijke positie in te nemen
Vakbond
een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers
een organisatie van werknemers van één of meer bedrijfstakken of beroepsgroepen
Staking
wordt georganiseerd wanneer praten met de werkgever niet lukt
het neerleggen van de werkzaamheden, meest uit protest of om verbeteringen af te dwingen
het tijdelijk stoppen met het leveren van arbeid om een sociaal-politiek doel te bewerkstelligen
Ontslag op staande voet
je moet onmiddellijk het bedrijf verlaten en hebt geen recht op een uitkering
een opzegging wegens een dringende reden waardoor de arbeidsovereenkomst direct eindig
Positieve discriminatie
werkgevers mogen voorrang geven aan vrouwen, allochtonen of ouderen
het opzettelijk bevoordelen van bepaalde bevolkingsgroepen bij de toelating tot opleidingen of arbeidsplaatsen, wanneer er sprake is van gelijke geschiktheid
Kinderopvangtoeslag
een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang, bedoeld zodat meer vrouwen gaan werken
Ouderschapsverlof
het recht op een vrije dag in de week om voor een jong kind te zorgen
al of niet betaalde periode die een werknemer niet hoeft te werken als hij of zij een kind heeft gekregen
Verzorgingsstaat
de overheid helpt de burgers als dat nodig is
een overheid die zorgt voor een minimaal welvaarts- en welzijnspeil voor alle inwoners
een sociaal systeem waarin de staat primaire verantwoordelijkheid draagt voor het welzijn van zijn burgers, zoals in kwesties van gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid en sociale zekerheid

Criminaliteit

Asociaal gedrag
geen rekening houden met anderen
zonder sociaal besef, onaangepast
een vorm van publiekelijk gedrag waarbij men geen rekening houdt met andere mensen of de omgeving
Strafbaar gedrag
het overtreden van wetsregels
wat kan leiden tot straf of strafvervolging
menselijke gedragingen die vallen binnen de grenzen van de wettelijke delictsomschrijving
Delict
een strafbaar feit
Overtreding
een strafbaar feit dat minder erg is
in het strafrecht een relatief licht strafbaar feit
Misdrijf
een ernstig strafbaar feit
Strafblad
krijg je als je een misdrijf pleegt
een registratie van de wetsovertredingen waar iemand voor veroordeeld is of een OM-afdoening heeft erkend
Criminaliteit
alle misdrijven zoals die in de wet staan
alles wat door een wettelijke bepaling als misdrijf strafbaar is gesteld
Plaatsgebondenheid (van criminaliteit)
wat in Nederland is toegestaan, in een ander land strafbaar kan zijn
Tijdgebondenheid (van criminaliteit)
onze ideeën over wat strafbaar is veranderen.
Materiële schade
schade die je kunt berekenen in geld
Niet-materiële schade
schade die je niet in geld kunt uitdrukken
schade die wordt veroorzaakt door verdriet, smart of geestelijk gemis
Risicofactoren (voor criminaliteit)
omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten
bijvoorbeeld werkloosheid/schooluitval, opvoeding, 'foute' vrienden, alcoholgebruik
Pakkans
de kans dat je wordt opgepakt
de kans dat je wordt opgespoord en vervolgd na het plegen van een misdaad
de mate van waarschijnlijkheid dat een persoon voor een overtreding of misdrijf wordt opgespoord en vervolgd
Persoonlijkheidstheorie
criminaliteit is een gevolg van psychologische stoornissen
Bindingstheorie
bindingen met familie, klasgenoten en vrienden ervoor dat je geen criminele dingen doet
Aangeleerd-gedragtheorie
crimineel gedrag aangeleerd en neem je het over van foute vrienden of van familieleden
Etiketteringstheorie
iemand zich crimineel gedragen wanneer hij of zij als een crimineel wordt gezien
Gelegenheidstheorie
mensen kiezen steeds wat het voordeligst voor ze is
deelname aan criminele activiteiten groter wordt als de gelegenheid groot is
Verdachte
iemand die volgens de politie waarschijnlijk iets strafbaars heeft gedaan.
iemand van wie uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld bestaat dat hij een bepaald strafbaar feit gepleegd heeft
Proces verbaal
een speciaal politieverslag over het misdrijf en de verdachte
de akte waarmee een overheidsambtenaar (bijvoorbeeld politie of een andere opsporingsambtenaar) verslag uitbrengt
Officier van justitie
beslist wat er met een verdachte gaat gebeuren
opsporingsambtenaar en een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie (OM)
Seponeren
de verdachte komt niet voor de rechter en krijgt geen straf
Schikken
de verdachte krijgt een boete en komt niet voor de rechter
Vervolgen
de verdachte moet voor de rechter komen
Dagvaarding
een oproep om voor de rechter te verschijnen
Advocaat
heeft als taak de verdachte te helpen
pleiter, verdediger in rechtszaken
Tbs (terbeschikkingstelling)
de dader komt dan in een tbs-kliniek
een maatregel die de rechter kan opleggen aan een verdachte van een misdrijf
Vonnis
de beslissing van de rechter
Hoofdstraf
een geldboete, een gevangenisstraf of een taakstraf
Bijkomende straf
straffen die aan de hoofdstraffen kunnen worden toegevoegd
ontzetting van bepaalde rechten: bijvoorbeeld dat je je rijbewijs moet inleveren na dronken of te hard rijden
Repressie
onderdrukking
maatregelen tegen overtreding van regels, bijvoorbeeld door een straf of andere sanctie
lik-op-stukbeleid
daders worden sneller veroordeeld
beleid van politie en justitie waarbij zij bepaalde strafzaken snel afhandelen
(Misdaad)preventie
het voorkomen van criminaliteit
maatregelen die genomen worden om misdaad te voorkomen

Relaties

(De mens is een) sociaal wezen
iedereen heeft contacten met andere mensen nodig
Persoonlijke relatie
gevoelens van vriendschap en liefde
persoonlijke relaties hebben betrekking op huwelijken (liefdesrelatie) en vriendschappen en dergelijke
Functionele relatie (zakelijke relatie)
gebaseerd op verplichtingen en afspraken
Seksuele moraal
de manier waarop er over seks wordt gedacht
opgeschreven, uitgesproken en niet-uitgesproken (taboe`s) opvattingen die het seksuele gedrag van een bepaalde groep bepalen
Dubbele moraal
voor jongens gelden andere normen dan voor meisjes
er wordt met twee maten gemeten
Machtsverschil
de één de baas over de ander
Trouwambtenaar
regelt een huwelijk voor de burgerlijke stand
Ritueel
handeling met een speciale symbolische waarde
Gemengd huwelijk
een huwelijk tussen mensen met een verschillende religie, nationaliteit of cultuur
Rolverdeling
de maatschappij heeft verwachtingen over hoe iemand zich behoort te gedragen
Emancipatie
vrouwen schikken zich niet meer in een ondergeschikte positie
streven naar gelijkgerechtigdheid, zelfstandigheid, eerlijker maatschappelijke verhoudingen
Trouwen in gemeenschap van goederen
alle spullen zijn gemeenschappelijk bezit van de beide partners
Trouwen op huwelijkse voorwaarden
een notaris legt vast wat van wie is
Echtscheiding
een ontbinding van het huwelijkscontract door de rechter
Alimentatie
een maandelijkse bijdrage aan de kosten van het levensonderhoud na een scheiding
Ouderlijk gezag
wettelijke plicht om je kinderen op te voeden en te verzorgen
Ouderschapsplan
een geheel van afspraken over de kinderen, opgesteld door ouders die gaan scheiden
Samenlevingscontract
een overzicht van de spullen van twee partners
een wettelijke overeenkomst tussen partners die geen huwelijk willen sluiten maar wel op rechtszekere wijze samen willen wonen
Individualisering
mensen willen gezien worden als zelfstandig individu en niet alleen als onderdeel van een gezin
het proces waardoor mensen meer als individu in plaats van als groep in de samenleving komen te staan
This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.