De gewone dotterbloem onderscheidt zich van de zeldzaam voorkomende spindotterbloem ( Caltha palustris subsp. araneosa) door de holle, niet verdikte knopen van de bloemstengels en het ontbreken van een elleboogvormige knik. De favoriete standplaats is langs randen van sloten, beken, in vochtige weilanden, brongebieden en andere zompige plaatsen. Op deze plaatsen komt de plant zowel in de volle zon als in de halfschaduw voor.

Alle families?	Familie: Ranonkel (Ranunculaceae) Geslacht: Dotterbloem Soort: Caltha palustris
Stengel/Tak:	De bloemstengels zijn hol en glad.
Blad:	Licht glanzende bladen. De onderste bladeren zijn lang gesteeld. De plant behoudt zijn bladeren. De bladeren zijn rond tot bijna niervormig.
Groenblijvend.	Deze plant is groenblijvend en/of winterhard.
Bloei: Bloem: Meer van dezelfde kleur?	Maart tot april, soms nog van augustus tot september De ongeveer 4 cm grote bloemen tellen vijf tot acht gele kelkbladen, geen kroonbladen en talloze meeldraden.
Hoogte/Lengte: Meer van dezelfde hoogte?	± 45-60 cm.
Bodem: Meer onder dezelfde omstandigheden?	Grondsoort: ? Zon Water ● - ◑ ≈
Lokken:	Deze plant lokt en/of is vatbaar voor vliegen, kevers en bijen. Wanneer de insecten over de meeldraden kruipen, overdekt het stuifmeel hen, waarna zij weer bloemen kunnen bevruchten.
Gebruik:	De bloemknoppen worden vooral in Duitsland in azijn wel ter vervanging van kappertjes gebruikt. De bloemen houden zich prima in de vaas.
Let op!:	Omdat de plant licht giftig is, is het verstandig na het snijden de handen te wassen.
FAQ:	Vragen en/of antwoorden over de Gewone dotterbloem?

Meer afbeeldingen over dit onderwerp vindt u in Categorie Caltha palustris op Wikimedia Commons

Wikipedia heeft een encyclopedisch artikel over Gewone dotterbloem