< Latijn

In de volgende secties zullen we het uitgebreide stelsel van vervoegingen van het Latijnse werkwoord de revue laten passeren. We zullen de vormen voorstellen aan de hand van de volgende vijf werkwoorden, die typische vertegenwoordigers van hun conjugatie zijn:

fraudare, fraudavi, fraudatum= bedriegen, voor de A-conjugatie
movere, movi, motum= bewegen, voor de E-conjugatie
vincere, vici, victum= overwinnen, voor de consonant conjugatie
audire, audivi, auditum= horen, voor de I-conjugatie
capere, cepi, captum= nemen, voor de gemengde conjugatie

Het Latijn kent relatief weinig echt onregelmatige werkwoorden (afgezien van de soms onregelmatig gevormde stamtijden), en we zullen ze zo lang mogelijk uitstellen. Echter om één onregelmatig werkwoord kunnen we niet heen en dat is het werkwoord esse, = zijn. Daarom zullen we de vormen van esse steeds direct na de regelmatige vormen van een bepaalde tijd/modus voorstellen.

Om de tabellen met vormen en de bijbehorende opmerkingen wat overzichtelijker en korter te houden gebruiken we afkortingen voor de eerste, tweede en derde persoon enkelvoud en meervoud, namelijk: 1 ev, 2 ev, 3 ev voor het enkelvoud en 1 mv, 2 mv, 3 mv voor het meervoud.

We beginnen met de voor de Nederlandse lezer meest toegankelijke vormen, namelijk die van de indicativus.


De indicativus: Actief

De indicativus actief kent alle zes tijden, die we een voor een, voor alle 5 conjugaties zullen bekijken.


De tegenwoordige tijd

De onvoltooid tegenwoordige tijd, of indicativus praesens actief en kortweg praesens genoemd, wordt afgeleid van de praesensstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(frauda-)(move-)(vinc-)(audi-)(cape-)
1 evfraudomoveovincoaudiocapio
2 evfraudasmovesvincisaudiscapis
3 evfraudatmovetvincitauditcapit
1 mvfraudamusmovemusvincimusaudimuscapimus
2 mvfraudatismovetisvincitisauditiscapitis
3 mvfraudantmoventvincuntaudiuntcapiunt


Een paar opmerkingen (een * voor een Latijnse vorm betekent dat deze vorm nooit voorkwam):

  • De uitgangen die in principe aan de stam toegevoegd worden zijn: -o, -s, -t, -mus, -tis, -nt
  • In de 1 ev van de A-conjugatie smelten de stamklinker a en de uitgang -o samen: frauda + o *fraudao fraudo
  • Bij de consonant conjugatie wordt er in alle vormen, behalve de 1 ev, een -i- tussen de stam en de uitgang geschoven, bijvoorbeeld: vinc + i + mus = vincimus (in plaats van vinc + mus = *vincmus)
  • In de gemengde conjugatie wordt de uitgaande stamklinker -e vervangen door -i en wordt vervoegd als de I-conjugatie (vandaar de term gemengde conjugatie)


De praesens vormen van het onregelmatige werkwoord esse zijn niet afgeleid van een enkele stam. Ze luiden:

esse
1 evsumik ben
2 evesjij bent
3 evesthij, zij, het is
1 mvsumuswij zijn
2 mvestisjullie zijn
3 mvsuntzij zijn

De verleden tijd

De onvoltooid verleden tijd, of indicativus imperfectum actief en kortweg imperfectum genoemd, wordt afgeleid van de praesensstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(frauda-)(move-)(vinc-)(audi-)(cape-)
1 evfraudabammovebamvincebamaudiebamcapiebam
2 evfraudabasmovebasvincebasaudiebascapiebas
3 evfraudabatmovebatvincebataudiebatcapiebat
1 mvfraudabamusmovebamusvincebamusaudiebamuscapiebamus
2 mvfraudabatismovebatisvincebatisaudiebatiscapiebatis
3 mvfraudabantmovebantvincebantaudiebantcapiebant

Enkele opmerkingen:

  • De uitgangen voor het imperfectum zijn: -m, -s, -t, -mus, -tis, -nt. Zij verschillen alleen in de 1 ev van de uitgangen van de praesens.
  • Voor de A- en E-conjugatie geldt dat tussen de stam en de uitgangen het tussenvoegsel -ba- wordt ingeschoven.
  • Voor de consonant, I- en de gemengde conjugatie geldt dat tussen de stam en de uitgangen het tussenvoegsel -eba- wordt ingeschoven.


Het imperfectum van het werkwoord esse wordt regelmatig gevormd en luidt:

esse
(er-)
1 everamik was
2 everasjij was
3 everathij, zij, het was
1 mveramuswij waren
2 mveratisjullie waren
3 mverantzij waren


De toekomende tijd

De onvoltooid toekomende tijd, of indicativus futurum simplex actief en kortweg futurum simplex genoemd, wordt afgeleid van de praesensstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(frauda-)(move-)(vinc-)(audi-)(cape-)
1 evfraudabomovebovincamaudiamcapiam
2 evfraudabismovebisvincesaudiescapies
3 evfraudabitmovebitvincetaudietcapiet
1 mvfraudabimusmovebimusvincemusaudiemuscapiemus
2 mvfraudabitismovebitisvincetisaudietiscapietis
3 mvfraudabuntmovebuntvincentaudientcapient

Enkele opmerkingen:

  • De uitgangen voor het futurum voor de A- en E-conjugatie zijn: -o, -is, -it, -imus, -itis, -unt. Tussen de stam en de uitgang wordt een -b- geplaatst.
  • De uitgangen voor het futurum voor de consonant, I- en gemengde conjugatie zijn: -am, -es, -et, -emus, -etis, -ent.
  • Bij de gemengde conjugatie wordt de uitgaande stamklinker -e vervangen door een -i: cape + am *capeam capiam


Het futurum van het werkwoord esse wordt regelmatig gevormd en gebruikt de uitgangen van de A- en de E-conjugatie. De vormen luiden:

esse
(er-)
1 everoik zal zijn
2 everisjij zult zijn
3 everithij, zij, het zal zijn
1 mverimuswij zullen zijn
2 mveritisjullie zullen zijn
3 mveruntzij zullen zijn

De voltooid tegenwoordige tijd

De voltooid tegenwoordige tijd, of indicativus perfectum actief en kortweg perfectum genoemd, wordt afgeleid van de perfectumstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(fraudav-)(mov-)(vic-)(audiv-)(cep-)
1 evfraudavimoviviciaudivicepi
2 evfraudavistimovistivicistiaudivisticepisti
3 evfraudavitmovitvicitaudivitcepit
1 mvfraudavimusmovimusvicimusaudivimuscepimus
2 mvfraudavistismovistisvicistisaudivistiscepistis
3 mvfraudaveruntmoveruntviceruntaudiveruntceperunt

De uitgangen voor het perfectum zijn: -i, -isti, -it, -imus, -istis, -erunt.


Het perfectum van het werkwoord esse wordt regelmatig gevormd en luidt:

esse
(fu-)
1 evfuiik ben geweest
2 evfuistijij bent geweest
3 evfuithij, zij, het is geweest
1 mvfuimuswij zijn geweest
2 mvfuistisjullie zijn geweest
3 mvfueruntzij zijn geweest

De voltooid verleden tijd

De voltooid verleden tijd, of indicativus plusquamperfectum actief en kortweg plusquamperfectum genoemd, wordt afgeleid van de perfectumstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(fraudav-)(mov-)(vic-)(audiv-)(cep-)
1 evfraudaverammoveramviceramaudiveramceperam
2 evfraudaverasmoverasvicerasaudiverasceperas
3 evfraudaveratmoveratvicerataudiveratceperat
1 mvfraudaveramusmoveramusviceramusaudiveramusceperamus
2 mvfraudaveratismoveratisviceratisaudiveratisceperatis
3 mvfraudaverantmoverantvicerantaudiverantceperant

De uitgangen voor het perfectum zijn: -eram, -eras, -erat, -eramus, -eratis, -erant. Ze zijn gelijk aan het imperfectum van het werkwoord esse.


Het plusquamperfectum van het werkwoord esse wordt regelmatig gevormd en luidt:

esse
(fu-)
1 evfueramik was geweest
2 evfuerasjij was geweest
3 evfuerathij, zij, het was geweest
1 mvfueramuswij waren geweest
2 mvfueratisjullie waren geweest
3 mvfuerantzij waren geweest


De voltooid toekomende tijd

De voltooid toekomende tijd, of indicativus futurum exactum actief en kortweg futurum exactum genoemd, wordt afgeleid van de perfectumstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(fraudav-)(mov-)(vic-)(audiv-)(cep-)
1 evfraudaveromoveroviceroaudiverocepero
2 evfraudaverismoverisvicerisaudiverisceperi
3 evfraudaveritmoveritviceritaudiveritceperit
1 mvfraudaverimusmoverimusvicerimusaudiverimusceperimus
2 mvfraudaveritismoveritisviceritisaudiveritisceperitis
3 mvfraudaverintmoverintvicerintaudiverintceperint

De uitgangen voor het futurm exactum zijn: -ero, -eris, -erit, -erimus, -eritis, -erint. Ze zijn gelijk aan het futurum van het werkwoord esse, met uizondering van de 3 mv.


Het futurum exactum van het werkwoord esse wordt regelmatig gevormd en luidt:

esse
(fu-)
1 evfueroik was geweest
2 evfuerisjij was geweest
3 evfuerithij, zij, het was geweest
1 mvfuerimuswij waren geweest
2 mvfueritisjullie waren geweest
3 mvfuerintzij waren geweest

De indicativus: Passief

De indicativus passief kent evenals het actief alle zes tijden, die we een voor een, voor alle 5 conjugaties zullen bekijken. In tegenstelling tot het Nederlands dat een hulpwerkwoord gebruikt (namelijk worden), gebruikt het Latijn een eigen set van uitgangen om de passieve vormen weer te geven.

Aangezien het werkwoord esse geen passieve vormen kent, zal het hier dus ook niet getoond worden.

De voltooide tijden van het passief vertonen een belangrijk verschil met de actieve vormen: ze worden gevormd met een hulpwerkwoord, namelijk esse


De tegenwoordige tijd

De onvoltooid tegenwoordige tijd passief, of indicativus praesens passief en kortweg praesens passief genoemd, wordt afgeleid van de praesensstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(frauda-)(move-)(vinc-)(audi-)(cape-)
1 evfraudormoveorvincoraudiorcapior
2 evfraudarismoverisvincerisaudiriscaperis
3 evfraudaturmoveturvinciturauditurcapitur
1 mvfraudamurmovemurvincimuraudimurcapimur
2 mvfraudaminimoveminivinciminiaudiminicapimini
3 mvfraudanturmoventurvincunturaudiunturcapiuntur


Een paar opmerkingen (een * voor een Latijnse vorm betekent dat deze vorm nooit voorkwam):

  • De uitgangen die in principe aan de stam toegevoegd worden zijn: -or, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur
  • In de 1 ev van de A-conjugatie smelten de stamklinker a en de uitgang -o samen: frauda + or *fraudaor fraudor
  • Bij de consonant conjugatie wordt er in de 2 ev, een -e- tussen de stam en de uitgang geschoven: vinc + e + ris = vinceris; de 3 ev en alle mv vormen krijgen een -i- tussen de stam en de uitgang, bijvoorbeeld 2 mv: vinc + i + mini = vincimini
  • In de gemengde conjugatie wordt de uitgaande stamklinker -e vervangen door -i, behalve bij de 2 ev die de -e behoudt.


De verleden tijd

De onvoltooid verleden tijd passief, of indicativus imperfectum passivus en kortweg imperfectum passief genoemd, wordt afgeleid van de praesensstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(frauda-)(move-)(vinc-)(audi-)(cape-)
1 evfraudabarmovebarvincebaraudiebarcapiebar
2 evfraudabarismovebarisvincebarisaudiebariscapiebaris
3 evfraudabaturmovebaturvincebaturaudiebaturcapiebatur
1 mvfraudabamurmovebamurvincebamuraudiebamurcapiebamur
2 mvfraudabaminimovebaminivincebaminiaudiebaminicapiebamini
3 mvfraudabanturmovebanturvincebanturaudiebanturcapiebantur

Enkele opmerkingen:

  • De uitgangen voor het imperfectum passief zijn: -r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur. Zij verschillen alleen in de 1 ev van de uitgangen van de praesens passief.
  • Voor de A- en E-conjugatie geldt dat tussen de stam en de uitgangen net als in het actief het tussenvoegsel -ba- wordt ingeschoven.
  • Voor de consonant, I- en de gemengde conjugatie geldt dat tussen de stam en de uitgangen net als in het actief het tussenvoegsel -eba- wordt ingeschoven.
  • Voor de consonant conjugatie geldt dat de uitgaande stamklinker -e vervangen wordt door -i: cape + eba + r = capi + eba + r = capiebar.

De toekomende tijd

De onvoltooid toekomende tijd passief, of indicativus futurum passief en kortweg futurum passief genoemd, wordt afgeleid van de praesensstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(frauda-)(move-)(vinc-)(audi-)(cape-)
1 evfraudabormoveborvincaraudiarcapiar
2 evfraudaberismoveberisvincerisaudieriscapieris
3 evfraudabiturmovebiturvinceturaudieturcapietur
1 mvfraudabimurmovebimurvincemuraudiemurcapiemur
2 mvfraudabiminimovebiminivinceminiaudieminicapiemini
3 mvfraudabunturmovebunturvincenturaudienturcapientur

Enkele opmerkingen:

  • De uitgangen voor het futurum passief zijn: -r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur.
  • Voor de A- en E-conjugatie geldt dat tussen de stam en de uitgang van de 1 ev -bo-, van de 2 ev -be-, van de 3 mv -bu- en van de overige vormen -bi- geplaatst wordt.
  • Voor de consonant, I- en gemengde conjugatie geldt dat tussen de stam en de uitgang van de 1 ev een -a- en van de overige vormen een -e- geplaatst wordt.
  • Bij de gemengde conjugatie wordt de uitgaande stamklinker -e vervangen door een -i: cape + a + r *capear capiar


De voltooid tegenwoordige tijd

De voltooid tegenwoordige tijd passief, of indicativus perfectum passief en kortweg perfectum passief genoemd, wordt afgeleid van de supinumstam en maakt gebruik van het hulpwerkwoord esse. De vormen zien er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(fraudat-)(mot-)(vict-)(audit-)(capt-)
1 evfraudatus summotus sumvictus sumauditus sumcaptus sum
2 evfraudatus esmotus esvictus esauditus escaptus es
3 evfraudatus estmotus estvictus estauditus estcaptus est
1 mvfraudati sumusmoti sumusvicti sumusauditi sumuscapti sunt
2 mvfraudati estismoti estisvicti estisauditi estiscapti estis
3 mvfraudati suntmoti suntvicti suntauditi suntcapti sunt

De vormen van het hulpwerkwoord zijn die van de praesens van esse.

De vormen fraudatus/i, motus/i, victus/i, auditus/i en captus/i zijn voltooid deelwoorden (participia perfecta) en zijn zoals gezegd afgeleid van de supinumstam. Ze richten zich in geslacht en getal naar het onderwerp van de zin. Dus:

puella fraudata est= het meisje is bedrogen
puellae fraudatae sunt= de meisjes zijn bedrogen
pirata captus est= de piraat is gevangen
piratae capti sunt= de piraten zijn gevangen
lapis motum est= de steen is bewogen (lapis, -idis (n) steen)
lapides mota sunt= de stenen zijn bewogen

Merk op dat, hoewel pirata eindigt op een -a het voltooid deelwoord toch met -us eindigt. Dit komt omdat pirata mannelijk is en het voltooid deelwoord zich naar getal en geslacht van het onderwerp richt en niet naar de vorm van het onderwerp!

De voltooid verleden tijd

De voltooid verleden tijd passief, of indicativus plusquamperfectum passief en kortweg plusquamperfectum passief genoemd, wordt afgeleid van de supinumstam en maakt gebruik van het hulpwerkwoord esse. De vormen zien er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(fraudat-)(mot-)(vict-)(audit-)(capt-)
1 evfraudatus erammotus eramvictus eramauditus eramcaptus eram
2 evfraudatus erasmotus erasvictus erasauditus erascaptus eras
3 evfraudatus eratmotus eratvictus eratauditus eratcaptus erat
1 mvfraudati eramusmoti eramusvicti eramusauditi eramuscapti eramus
2 mvfraudati eratismoti eratisvicti eratisauditi eratiscapti eratis
3 mvfraudati erantmoti erantvicti erantauditi erantcapti erant

De vormen van het hulpwerkwoord zijn die van het imperfectum van esse.

Net als voor het perfectum passief geldt dat de vormen fraudatus/i, motus/i, victus/i, auditus/i en captus/i voltooid deelwoorden (participia perfecta) zijn. Ze richten zich ook hier in geslacht en getal naar het onderwerp van de zin. Dus:

puella fraudata erat= het meisje was bedrogen
puellae fraudatae erant= de meisjes waren bedrogen
pirata captus erat= de piraat was gevangen
piratae capti erant= de piraten waren gevangen
lapis motum erat= de steen was bewogen (lapis, -idis (n) steen)
lapides mota erant= de stenen waren bewogen

De voltooid toekomende tijd

De voltooid toekomende tijd passief, of indicativus futurum exactum passief en kortweg futurum exactum passief genoemd, wordt afgeleid van de supinumstam en maakt gebruik van het hulpwerkwoord esse. De vormen zien er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(fraudat-)(mot-)(vict-)(audit-)(capt-)
1 evfraudatus eromotus erovictus eroauditus erocaptus ero
2 evfraudatus erismotus erisvictus erisauditus eriscaptus eris
3 evfraudatus eritmotus eritvictus eritauditus eritcaptus erit
1 mvfraudati erimusmoti erimusvicti erimusauditi erimuscapti erimus
2 mvfraudati eritismoti eritisvicti eritisauditi eritiscapti eritis
3 mvfraudati eruntmoti eruntvicti eruntauditi eruntcapti erunt

De vormen van het hulpwerkwoord zijn die van het futurum van esse.

Net als voor het perfectum passief geldt dat de vormen fraudatus/i, motus/i, victus/i, auditus/i en captus/i voltooid deelwoorden (participia perfecta) zijn. Ze richten zich ook hier in geslacht en getal naar het onderwerp van de zin. Dus:

puella fraudata erit= het meisje zal zijn bedrogen
puellae fraudatae erunt= de meisjes zullen zijn bedrogen
pirata captus erit= de piraat zal zijn gevangen
piratae capti erunt= de piraten zullen zijn gevangen
lapis motum erit= de steen zal zijn bewogen (lapis, -idis (n) steen)
lapides mota erunt= de stenen zullen zijn bewogen


De coniunctivus: Actief

In tegenstelling tot de indicativus kent de coniunctivus actief geen toekomende tijden.


De tegenwoordige tijd

De onvoltooid tegenwoordige tijd, of coniunctivus praesens actief, wordt afgeleid van de praesensstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(frauda-)(move-)(vinc-)(audi-)(cape-)
1 evfraudemmoveamvincamaudiamcapiam
2 evfraudesmoveasvincasaudiascapias
3 evfraudetmoveatvincataudiatcapiat
1 mvfraudemusmoveamusvincamusaudiamuscapiamus
2 mvfraudetismoveatisvincatisaudiatiscapiatis
3 mvfraudentmoveantvincantaudiantcapiant


Opmerkingen (een * voor een Latijnse vorm betekent dat deze vorm nooit voorkwam):

  • De uitgangen die in principe aan de stam toegevoegd worden zijn: -m, -s, -t, -mus, -tis, -nt, dezelfde als bij de indicativus imperfectum actief.
  • Tussen stam en uitgang wordt een -a- ingevoegd.
  • In de A-conjugatie smelten de stamklinker -a en de ingevoegde -a- samen tot e: frauda + a + m *fraudaam fraudem

De coniunctivus praesens van het onregelmatige werkwoord esseluidt:

esse
1 evsimik zou zijn
2 evsisjij zou zijn
3 evsithij, zij, het zou zijn
1 mvsimuswij zouden zijn
2 mvsitisjullie zouden zijn
3 mvsintzij zouden zijn

De verleden tijd

De onvoltooid verleden tijd, of coniunctivus imperfectum actief, wordt afgeleid van de praesensstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(frauda-)(move-)(vinc-)(audi-)(cape-)
1 evfraudaremmoveremvinceremaudiremcaperem
2 evfraudaresmoveresvinceresaudirescaperes
3 evfraudaretmoveretvinceretaudiretcaperet
1 mvfraudaremusmoveremusvinceremusaudiremuscaperemus
2 mvfraudaretismoveretisvinceretisaudiretiscaperetis
3 mvfraudarentmoverentvincerentaudirentcaperent


Opmerkingen (een * voor een Latijnse vorm betekent dat deze vorm nooit voorkwam):

  • De uitgangen -m, -s, -t, -mus, -tis, -nt, dezelfde als bij de indicativus imperfectum actief, worden aan de infinitivus (praesens) toegevoegd. De infinitivus praesens is zelf afgeleid van de praesensstam.

De coniunctivus imperfectum van het onregelmatige werkwoord esse wordt op dezelfde manier gevormd door de genoemde uitgangen aan de infinitivus praesens toe te voegen:

esse
1 evessemik zou zijn
2 evessesjij zou zijn
3 evessethij, zij, het zou zijn
1 mvessemuswij zouden zijn
2 mvessetisjullie zouden zijn
3 mvessentzij zouden zijn


De voltooid tegenwoordige tijd

De voltooid tegenwoordige tijd, of coniunctivus perfectum actief, wordt afgeleid van de perfectumstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(fraudav-)(mov-)(vic-)(audiv-)(cep-)
1 evfraudaverimmoverimvicerimaudiverimceperim
2 evfraudaverismoverisvicerisaudiverisceperis
3 evfraudaveritmoveritviceritaudiveritceperit
1 mvfraudaverimusmoverimusvicerimusaudiverimusceperimus
2 mvfraudaveritismoveritisviceritisaudiveritisceperitis
3 mvfraudaverintmoverintvicerintaudiverintceperint

De coniunctivus perfectum actief wordt gevormd door de uitgangen -erim, -eris, -erit, -erimus, -eritis en -erint aan de perfectumstam te koppelen.

De coniunctivus perfectum actief van het werkwoord esse wordt regelmatig gevormd en luidt:

esse
(fu-)
1 evfuerimik zou zijn geweest
2 evfuerisjij zou zijn geweest
3 evfuerithij, zij, het zou zijn geweest
1 mvfuerimuswij zouden zijn geweest
2 mvfueritisjullie zouden zijn geweest
3 mvfuerintzij zouden zijn geweest

De voltooid verleden tijd

De voltooid verleden tijd, of coniunctivus plusquamperfectum actief, wordt afgeleid van de perfectumstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(fraudav-)(mov-)(vic-)(audiv-)(cep-)
1 evfraudavissemmovissemvicissemaudivissemcepissem
2 evfraudavissesmovissesvicissesaudivissescepisses
3 evfraudavissetmovissetvicissetaudivissetcepisset
1 mvfraudavissemusmovissemusvicissemusaudivissemuscepissemus
2 mvfraudavissetismovissetisvicissetisaudivissetiscepissetis
3 mvfraudavissentmovissentvicissentaudivissentcepissent

De coniunctivus plusquamperfectum actief wordt gevormd door de uitgangen -issem, -isses, -isset, -issemus, -issetis en -issent aan de perfectumstam te koppelen.

De coniunctivus plusquamperfectum actief van het werkwoord esse wordt regelmatig gevormd en luidt:

esse
(fu-)
1 evfuissemik zou zijn geweest
2 evfuissesjij zou zijn geweest
3 evfuissethij, zij, het zou zijn geweest
1 mvfuissemuswij zouden zijn geweest
2 mvfuissetisjullie zouden zijn geweest
3 mvfuissentzij zouden zijn geweest

De coniunctivus: Passief

Net als de coniunctivus actief kent de coniunctivus passief geen toekomende tijden.


De tegenwoordige tijd

De onvoltooid tegenwoordige tijd, of coniunctivus praesens passief, wordt afgeleid van de praesensstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(frauda-)(move-)(vinc-)(audi-)(cape-)
1 evfraudermovearvincaraudiarcapiar
2 evfrauderismovearisvincarisaudiariscapiaris
3 evfraudeturmoveaturvincaturaudiaturcapiatur
1 mvfraudemurmoveamurvincamuraudiamurcapiamur
2 mvfraudeminimoveaminivincaminiaudiaminicapiamini
3 mvfraudenturmoveanturvincanturaudianturcapiantur


Opmerkingen (een * voor een Latijnse vorm betekent dat deze vorm nooit voorkwam):

  • De uitgangen die in principe aan de stam toegevoegd worden zijn: -r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur, dezelfde als bij de indicativus imperfectum passief.
  • Tussen stam en uitgang wordt een -a- ingevoegd.
  • In de A-conjugatie smelten de stamklinker -a en de ingevoegde -a- samen tot e: frauda + a + r *fraudaar frauder

De verleden tijd

De onvoltooid verleden tijd, of coniunctivus imperfectum passief, wordt afgeleid van de praesensstam en ziet er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(frauda-)(move-)(vinc-)(audi-)(cape-)
1 evfraudarermoverervincereraudirercaperer
2 evfraudarerismovererisvincererisaudireriscapereris
3 evfraudareturmovereturvincereturaudireturcaperetur
1 mvfraudaremurmoveremurvinceremuraudiremurcaperemur
2 mvfraudareminimovereminivincereminiaudireminicaperemini
3 mvfraudarenturmoverenturvincerenturaudirenturcaperentur

Opmerkingen (een * voor een Latijnse vorm betekent dat deze vorm nooit voorkwam):

  • De uitgangen -r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur, dezelfde als bij de indicativus imperfectum passief, worden aan de infinitivus (praesens) toegevoegd. De infinitivus praesens is zelf afgeleid van de praesensstam.

De voltooid tegenwoordige tijd

De voltooid tegenwoordige tijd passief, of coniunctivus perfectum passief, wordt afgeleid van de supinumstam en maakt gebruik van het hulpwerkwoord esse. De vormen zien er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(fraudat-)(mot-)(vict-)(audit-)(capt-)
1 evfraudatus simmotus simvictus simauditus simcaptus sim
2 evfraudatus sismotus sisvictus sisauditus siscaptus sis
3 evfraudatus sitmotus sitvictus sitauditus sitcaptus sit
1 mvfraudati simusmoti simusvicti simusauditi simuscapti simus
2 mvfraudati sitismoti sitisvicti sitisauditi sitiscapti sitis
3 mvfraudati sintmoti sintvicti sintauditi sintcapti sint

De vormen van het hulpwerkwoord zijn die van de coniunctivus praesens van esse.

Net als voor het perfectum passief geldt dat de vormen fraudatus/i, motus/i, victus/i, auditus/i en captus/i voltooid deelwoorden (participia perfecta) zijn. Ze richten zich ook hier in geslacht en getal naar het onderwerp van de zin. Dus:

puella fraudata sit= het meisje zou worden bedrogen
puellae fraudatae sint= de meisjes zouden worden bedrogen
pirata captus sit= de piraat zou worden gevangen
piratae capti sint= de piraten zouden worden gevangen
lapis motum sit= de steen zou worden bewogen (lapis, -idis (n) steen)
lapides mota sint= de stenen zouden worden bewogen

De voltooid verleden tijd

De voltooid verleden tijd passief, of coniunctivus plusquamperfectum passief, wordt afgeleid van de supinumstam en maakt gebruik van het hulpwerkwoord esse. De vormen zien er als volgt uit:

fraudaremoverevincereaudirecapere
(fraudat-)(mot-)(vict-)(audit-)(capt-)
1 evfraudatus essemmotus essemvictus essemauditus essemcaptus essem
2 evfraudatus essesmotus essesvictus essesauditus essescaptus esses
3 evfraudatus essetmotus essetvictus essetauditus essetcaptus esset
1 mvfraudati essemusmoti essemusvicti essemusauditi essemuscapti essemus
2 mvfraudati essetismoti essetisvicti essetisauditi essetiscapti essetis
3 mvfraudati essentmoti essentvicti essentauditi essentcapti essent

De vormen van het hulpwerkwoord zijn die van de coniunctivus imperfectum van esse.

Net als voor het perfectum passief geldt dat de vormen fraudatus/i, motus/i, victus/i, auditus/i en captus/i voltooid deelwoorden (participia perfecta) zijn. Ze richten zich ook hier in geslacht en getal naar het onderwerp van de zin. Dus:

puella fraudata esset= het meisje zou bedrogen zijn
puellae fraudatae essent= de meisjes zouden bedrogen zijn
pirata captus esset= de piraat zou gevangen zijn
piratae capti essent= de piraten zouden gevangen zijn
lapis motum esset= de steen zou bewogen zijn (lapis, -idis (n) steen)
lapides mota essent= de stenen zouden bewogen zijn

De imperativus

De imperativus is de Latijnse gebiedende wijs

essevertalinglaudarevertaling
Infinitivus praesens actiefessezijnlaudareprijzen
Imperativus praesens actief eveswees ...!laudaprijs!
Imperativus praesens actief mv estisjullie moeten ... wezen!laudatejullie moeten prijzen!
This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.