< Latijn

Verbuiging van de adiectiva

De verbuiging richt zich naar het substantivum waar het adiectivum bijhoort, d.w.z. het neemt vormen aan die horen bij de naamval, het geslacht en het getal van het substantivum.

Wat de vormen betreft wordt het adiectivum in twee hoofdgroepen onderscheiden:

  1. Adiectiva van de eerste groep
  2. Adiectiva van de tweede groep


Adiectiva van de eerste klasse

De adjectieven (een ander woord is adiectiva) van de eerste klasse bestaan uit woorden uit de eerste (A-stammen) en de tweede (O-stammen) verbuiging

MannelijkvrouwelijkOnzijdig
enkelvoudmeervoudenkelvoudmeervoudenkelvoudmeervoud
nom.bonusbonibonabonaebonumbona
voc.bonebonibonabonaebonumbona
gen.bonibonorumbonaebonarumbonibonorum
dat.bonobonisbonaebonisbonobonis
acc.bonumbonosbonambonasbonumbona
abl.bonobonisbonabonisbonobonis

Net als bij sommige substantiva van de tweede verbuiging zijn er adiectiva die in de nominativus enkelvoud mannelijk eindigen op er. Zij kunnen de e verliezen of behouden:

pulcher, pulchra, pulchrum (mooi) verliest de e.
liber, libera, liberum (vrij) behoudt de e.


Voorbeelden:

servi liberti sunt= de slaven zijn vrij
mali nautae pulchris puellis ineptias narrabant= de slechte zeelui vertelden onzin aan de mooie meisjes
in festiva taberna bibulum vinum bibi= ik dronk lekkere wijn in een gezellige kroeg

Merk op dat mali en nautae bij elkaar horen: beide woorden staan in de nominativus meervoud en zijn mannelijk. Hoewel mali op een -i eindigt en nautae op -ae hebben beide toch dezelfde naamval, geslacht en getal en horen dus bij elkaar. Het is een veelgemaakte fout dat men denkt dat het bijvoeglijke naamwoord en het zelfstandige naamwoord waar het bij hoort dezelfde vorm moeten hebben. Maar de regel is:

Het bijvoeglijke naamwoord richt zich in naamval, geslacht en getal naar het zelfstandige naamwoord waar het bijhoort.

En dat betekent dat ze niet noodzakelijker wijs dezelfde uitgang moeten hebben.


Woordenlijst:

bibi(ik) dronk
bibuluslekker
bonusgoed
festivusgezellig
in (+abl)in
ineptiae, -arum (f)onzin
liber, -erivrij
malusslecht
narrabant(zij) vertelden
nauta, -ae (m)zeeman
puella, -ae (f)meisje
pulcher, -chramooi
servus, -i (m)slaaf
sunt(zij) zijn
taberna, -ae (f)kroeg
vinum, -i (n)wijn

Adiectiva van de tweede klasse

De adiectiva van de tweede klasse bestaan uit woorden uit de derde verbuiging. Het zijn voornamelijk I-stammen aangevuld met enkele consonant-stammen.

De adiectiva van de tweede klasse worden verder verdeeld in drie subgroepen:

  1. adiectiva met uitgangen voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig /alle adi. op -er
  2. adiectiva met uitgangen voor mannelijk/vrouwelijk enerzijds en onzijdig anderzijds /alle adi. op -is
  3. adiectiva met gelijke uitgangen voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig /vb: prudens


Adiectiva met uitgangen voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig (volgen acer)

Deze groep heeft verschillende uitgangen voor elk van de drie geslachten in de nominativus enkelvoud. Deze uitgangen zijn -er voor het mannelijk, -ris voor het vrouwelijk en -re voor het onzijdig. Voorbeeld acer, scherp, streng:

mannelijkvrouwelijkonzijdig
enkelvoudmeervoudenkelvoudmeervoudenkelvoudmeervoud
nom.aceracresacrisacresacreacria
gen.acrisacriumacrisacriumacrisacrium
dat.acriacribusacriacribusacriacribus
acc.acremacresacremacresacreacria
abl.acriacribusacriacribusacriacribus

Adiectiva met uitgangen voor mannelijk/vrouwelijk en onzijdig

Deze groep heeft verschillende uitgangen voor het mannelijk en vrouwelijk enerzijds en onzijdig anderzijds in de nominativus enkelvoud. Deze uitgangen zijn -is voor het mannelijk en vrouwelijk en -e voor het onzijdig. Voorbeeld fortis, sterk:

mannelijk/vrouwelijkonzijdig
enkelvoudmeervoudenkelvoudmeervoud
nom.fortisfortesfortefortia
gen.fortisfortiumfortisfortium
dat.fortifortibusfortifortibus
acc.fortemfortesfortefortia
abl.fortifortibusfortifortibus

Adiectiva met uitgangen voor mannelijk/vrouwelijk/onzijdig

Deze groep heeft identieke uitgangen voor zowel het mannelijk als het vrouwelijk als het onzijdig in de nominativus enkelvoud:

mannelijk/vrouwelijkonzijdig
enkelvoudmeervoudenkelvoudmeervoud
nom.prudensprudentesprudensprudentia
gen.prudentisprudentiumprudentisprudentium
dat.prudentiprudentibusprudentiprudentibus
acc.prudentemprudentesprudensprudentia
abl.prudentiprudentibusprudentiprudentibus

adiectiva van de tweede klasse volgen meestal(!!!)de verbuiging van de zelfst. naamw. v/d tweede klasse behalve op 3 plaatsen:

  1. de abl. enk.
  2. de gen. mv.
  3. de onz.nom.-acc.mv.

Trappen van vergelijking

Het Latijn kent net als het Nederlands trappen van vergelijking. Voorbeelden zijn groot, groter, grootst of goed, beter, best. We kennen de volgende trappen:

  1. de stellende trap, de (gradus) positivus: "groot". Dit is de gewone vorm van het adiectivum die we tot nog toe gezien hebben.
  2. de vergrotende trap, de (gradus) comparativus: "groter".
  3. de overtreffende trap, de (gradus) superlativus: "grootst".

Ook de comparativus en superlativus richten zich in het Latijn naar het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.


Vorming van de comparatief

Voor het mannelijk en vrouwelijk wordt de comparativus gevormd door achter de stam van het adiectivum -ior te plaatsen.

clarus clarior
fortis fortior
pulcher pulchrior
celer celerior

Voor het onzijdig plaats men -ius achter de stam.

clarus clarius, gen. clarioris
fortis fortius, gen. fortioris
pulcher pulchrius, gen. pulchrioris
celer celerius, gen. celerioris


De comparativa worden verbogen alsof het consonant-stammen zijn:

mannelijk/vrouwelijkonzijdig
enkelvoudmeervoudenkelvoudmeervoud
nom.clariorclarioresclariusclariora
gen.clariorisclariorumclariorisclariorum
dat.clarioriclarioribusclarioriclarioribus
acc.clarioremclarioresclariusclariora
abl.clarioreclarioribusclarioreclarioribus

Vorming van de superlatief

De superlativus wordt gevormd door -issimus, -issima of -issimum achter de stam te plaatsen voor resp. het mannelijk, het vrouwelijk en het onzijdig:

clarus clarissimus, clarissima, clarissimum
fortis fortissimus, fortissima, fortissimum


Eindigt de stam op -r dan zijn het de uitgangen -rimus, -rima of -rimum:

pulcher pulcherrimus, pulcherrima, pulcherrimum
celer celerrimus, celerrima, celerrimum'


mannelijkvrouwelijkonzijdig
enkelvoudmeervoudenkelvoudmeervoudenkelvoudmeervoud
nom.pulcherrimuspulcherrimipulcherrimapulcherrimaepulcherrimumpulcherrima
gen.pulcherrimipulcherrimorumpulcherrimaepulcherrimarumpulcherrimipulcherrimorum
dat.pulcherrimopulcherrimispulcherrimaepulcherrimispulcherrimopulcherrimis
acc.pulcherrimumpulcherrimospulcherrimampulcherrimaspulcherrimumpulcherrima
abl.pulcherrimopulcherrimispulcherrimapulcherrimispulcherrimopulcherrimis
voc.pulcherrimepulcherrimipulcherrimapulcherrimaepulcherrimumpulcherrima


Een zestal adiectiva dat op -ilis eindigt vormt de superlativus door -limus achter de stam te plaatsen:

facilis facillimus, facillima, facillimum

Deze zes zijn

  1. facilis (gemakkelijk)
  2. dificilis (moeillijk)
  3. similis (gelijk)
  4. disimilis (ongelijk)
  5. humilis (laag)
  6. gracilis (slank).

Onregelmatige vormen

De volgende adiectiva hebben onregelmatige trappen van vergelijking:

bonusmelioroptimus(goed)
maluspeiorpessimus(slecht)
magnusmaiormaximus(groot)
parvusminorminimus(klein)
vetusvetustiorveterrimus(oud)
This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.