< Italiaans

Italiaans

Inleiding
  1. Inleiding op de cursus
Lessen
  1. Alfabet en uitspraak
  2. Regelmatige werkwoorden
  3. Lidwoorden en venire
  4. Voltooid tegenwoordige tijd en delend lidwoord
  5. Wederkerende werkwoorden
  6. Bijvoeglijk naamwoord, bezittelijk voornaamwoord
  7. Andare, teksten lezen en klokkijken
  8. Getallen, tenere en dovere
  9. Voorzetsel, rimanere, uscire en stare
  10. Meewerkend voorwerp, vraagwoorden en dare
  11. Bijwoord, onbepaald voornaamwoord, toekomende tijd
  12. Gebiedende wijs, rangtelwoorden
  13. Verleden tijd
  14. Vergelijking en bere
  15. Ci en ne
  16. Onvoltooid deelwoord
  17. Persoonlijk voornaamwoord
  18. Congiuntivo en passivum
  19. Condizionale en voegwoorden
  20. Afsluitend examen
  21. Einde
Toetsen
  1. Toets les 2 en 3
  2. Eindexamen
  3. Luistertoets
Overig
  1. Nuttige woorden
  2. Grammatica
  3. Grammatica-overzicht
  4. Woordenlijst
  5. Cultuur en eetgewoonten van Italië
  6. Huurcontract
  7. Meningen
  8. Antwoordenboek
Auteurs
  1. Dion
  2. Hansmuller, werkte vier jaar in Rome


<Inhoudsopgave--Nuttige woorden--Grammatica--Grammatica-overzicht--Woordenlijst--Cultuur en eetgewoonten van Italië--Huurcontract--Meningen>

Alle woorden uit de lessen staan alfabetisch in de onderstaande Italiaans-Nederlandse woordenlijst. Aan de overeenkomstige omgekeerde

wordt onderaan gewerkt. Verder is er voor speuren naar woonruimte nog het woordenlijstje op

Italiaans-Nederlandse woordenlijst

Hieronder een Italiaans-Nederlandse woordenlijst met het vocabulaire dat gebruikt is in de lessen. Het wikiwoordenboek bevat een uitvoeriger woordenlijst: Wiktionary Woordenlijst Italiaans-Nederlands. De klemtoon is vet aangegeven. Een cursieve m bij een zelfstandig naamwoord betekent mannelijk, v vrouwelijk, bijvoorbeeld l'acqua v = het water.

Inhoudsopgave:

A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z

A

ain (bij plaatsnamen)
a casathuis
a che ora?hoe laat?
a destrarechts
a sinistralinks
abbastanzagenoeg
abitarewonen
accendereverbranden, aansteken
l'accendino mde aansteker
acidozuur
accettareaannemen, accepteren
l'acqua vhet water
adorareaanbidden, heel erg houden van
l'aeroporto mhet vliegveld (spreek uit a-e-ro-porto)
agiredoen, handelen
aggressivoaggressief
l'ago mde naald
agostoaugustus
aiutarehelpen
l'aiuto mde hulp (spreek uit ajoeto met korte o)
l'ala vde vleugel
l'albero mde boom
l'albergo mhet hotel
l'albicocca vde abrikoos
le Alpide Alpen
altohoog
amarobitter
l'ambulanza vde ambulance
ancheook
ancoranog
andare (onregelm)gaan
andare a trovarebezoeken
l'andata e ritorno vhet retourtje
l’anima vde ziel, de kern, het wezen
l'animale mhet dier
l'anno mhet jaar
annulare = cancellareannuleren
annunziareaandienen, aankondigen
anticoouderwets
anzizelfs, integendeel
l'ape vde bij
l’apparecchio mhet apparaat
l'appartamento mhet appartement
applaudireapplaudisseren, klappen
l'appuntamento mde afspraak
aprileapril
l'arancia vde sinaasappel (meervoud: le arancie)
arancioneoranje
l'argento mhet zilver
l'ariade lucht
l'armadio mde kast
arrestareaanhouden
l'artista m!de kunstenaar
l'ascia vde bijl
ascoltareluisteren (naar)
aspettarewachten
l'attimo mhet moment
l'attorede acteur
attualeactueel
AustriaOostenrijk
AustriacoOostenrijker
l'autista mde automobilist (mannelijk)
l'auto mde auto (maar dagelijks taalgebruik: la macchina= de auto)
l'autobus mde bus
l'autunno mde herfst
avantierieergisteren
avvicinarsi wederknaderen
azzurroblauw

B

i bagaglide bagage
il bagnotoilet/wc, de badkamer, het baden
la balenade walvis
ballaredansen
la bananade banaan
il Bancomatde geldautomaat
la bandierade vlag
la barbade baard
bassolaag
il beccode bek, de snavel
beh (uitspraak bè)wel...(uitroep)
bellissimo/aerg/zeer mooi
benegoed (bijwoord van buono)
benevoloaardig (normaal wordt voor aardig (persoon) gentile gebruikt)
benissimouitstekend
Benvenuto!Welkom!
la benzinade benzine
beredrinken
la bestiahet beest
biancowit
la bibliotecade bibliotheek
il bicchierehet glas, de beker
la biciclettade fiets
il bigliettohet kaartje
il binariohet perron
la birrahet bier
la bisnonnade overgrootmoeder
il bisnonnode overgrootvader
la bisteccade biefstuk
(far) bollirekoken
la borsade tas
la bottigliade fles (uitspraak: la bottielja)
bravogoed, knap, slim, geweldig!, fatsoenlijk
bruciarebranden
bruttolelijk
la buca delle letterede brievenbus
buonogoed/lekker
il burrode boter
buttaregooien

C

la cabina telefonicade telefooncel
il calciohet voetbal
caldo/awarm, heet
camminarewandelen
il caminode (open) haard
il camminode weg
il campeggiode camping
il camerierede ober
la campagnahet platteland
candelabougie; kaars
il canede hond
cantarezingen
la canzonehet lied
capirebegrijpen
il cappellode hoed
il cappottode jas
il/la capro/ade geit (bok/vrouwtje)
il carbonede steenkool
la carnehet vlees
caroduur, lief, beste (aanhef brief)
la cartahet papier
la carta di creditode creditcard
la cartolinade ansichtkaart
la casahet huis
la cascatade waterval
la castagnade kastanje
il castagnode kastanjeboom
il castellohet kasteel
cattivoslecht
c'èer is, dat wil zeggen
la cenerede as
centohonderd, 100
il centrohet centrum
cercarezoeken
Che cosa?Wat? (la cosa = het ding/de zaak)
Chi?Wie?
la chiesade kerk
il chilode kilo
il chilometrode kilometer
chiuderesluiten
chiusura lampo (kieosoera lampo)ritssluiting
ci sonoer zijn
Ci vediamo!/Arrivederci!/ArrivederLa!Tot ziens! (De laatste vorm is beleefd, 'La' is lijdend voorwerpsvorm van u)
Ciao!Hallo! (Tegen vrienden en (vreemde) kinderen, niet tegen vreemde volwassenen! Gebruik dan Buongiorno! = goedendag)
il cimiterode begraafplaats
cinquantavijftig
Cinque(tsjien-kwe) vijf, 5
circacirca
il clientede klant
il cognomehet naamwoord, de bijnaam, de achternaam (uitspraak: iel conjome)
la prima colazionehet ontbijt
la collinade heuvel
il colorede kleur
Come?Hoe? Wat?
Come si chiama?Hoe heet hij/zij/u?
Come sta?Hoe gaat het met u/haar/hem?
Come stai?Hoe gaat het met je?
Come ti chiami?(uitspraak: kommè ti kiami) Hoe heet jij?
il commesso/la commessade verkoper, de verkoopster
composto/asamengesteld
comprarekopen
il computerde computer (meervoud: i computer). Of: il PC (il pie-tsjie)
il compleannode verjaardag
la comunede gemeente
la conchigliade schelp
il consigliohet advies, de raad
il contadinode boer
contento/ablij, tevreden, voldaan
il contode rekening
convenientegunstig, voordelig, passend, goedkoop
il corsode cursus
la cortinahet gordijn
la cosahet ding, de zaak
cosa?wat?
cozo
costarekosten
la cozzade mossel
crederegeloven
la cucinade keuken
la cuginade nicht
il cuginode neef
il cuorehet hart

D

dadoor, van, uit
da capoopnieuw
da mangiare(iets) om te eten
dai!kom op! schei uit!
dal cuorevanuit het hart, van harte
davantivooraan
il denarohet geld
il delfinode dolfijn
il desertode woestijn
desiderarewensen, verlangen
destro/arechter-
a destrarechts
Devo fare piIk moet plassen
divan, dan (in vergrotende trap)
la diade godin
dicembredecember
diciannovenegentien, 19
diciassettezeventien, 17
diciottoachttien, 18
dieci(di-è-sji) tien, 10
dietroachter
dimenticarevergeten
dimostrarelaten zien
il diode god
il diode god, God
dire (onr)zeggen
discuterediscussiëren
disegnaretekenen
il disegnode tekening
il ditode vinger, meervoud le dita (onregelmatig woord)
la dittahet bedrijf
diventareworden
diversoanders
il dizionariohet woordenboek
la docciade douche
dodicitwaalf (uit due + dieci)
la doganade douane
il dolorede pijn
domanimorgen
domenicazondag
dopona
dopodomaniovermorgen
il dottorede (mannelijke) dokter, of doctorandus (academische graad)
dormireslapen
Dove?Waar?
drittorechtdoor
duetwee, 2
dunquedus, in dat geval
durantetijdens

E

e (ook ed)en (pas op: è met accent = hij/zij/het/U is)
eccohier is, hier zijn
l'edificio mhet gebouw
l'elezione vde verkiezing
entrarebinnengaan
l'errore vde fout
l'escursione vde excursie
essohet
estoost(en)
l'estate vde zomer
EuropaEuropa (uitspraak "Uiropa" of eigenlijk "Eoewropa" met snelle "èoew")

F

fa freddo/fa caldohet is koud/het is warm
la fabbricade fabriek
la facciahet gezicht
facilemakkelijk
la famigliahet gezin, de familie
fantasticofantastisch
(far) bollirekoken
fare colazioneontbijten
fare le speseboodschappen doen (far = fare, wordt vervoegd als fare)
la farmaciade apotheek
il fattohet feit
la fattoriade boerderij
febbraiofebruari
la fermatade stop, de halte
il ferrohet ijzer
la festahet feest
la fiammade vlam
il fienohet hooi
il filmde film
la finehet einde
la finestrahet raam
finito/aklaar, afgelopen
fino atot
il fiorede bloem
il flautode fluit
la focade zeehond
il formaggiode kaas
forsemisschien
la fortunahet geluk
la foto (mv. le foto)de foto
la fragolade aardbei
il francobollode postzegel
il fratellode broer
freddokoud
frenareremmen
freno a manohandrem
la frontehet voorhoofd
frontieragrens
il frumentode tarwe
la fruttahet fruit
il fucilehet geweer
il fulminede bliksem
la funiviade kabelbaan
il fungode paddestoel
il fuocohet vuur

G

il gabbianode zeemeeuw
la gambahet been
la galleriade galerie
il gattode kat
garantiregaranderen
il gelatohet ijs (consumptieijs)
i genitoride ouders
gennaiojanuari
la gentede mensen, men
gentile (bijvoeglijk naamwoord)vriendelijk. "è molto gentile" (U bent heel aardig), Dat is heel aardig van u.
il gestohet gebaar
il ghiacciohet ijs (bevroren water) (consumptie ijs = il gelato)
giàal
giallogeel
il giardinode tuin
giocarespelen
il giornalede krant
i giornide dagen
giovedonderdag
giùbeneden
giugnojuni
il granaiode graanschuur, silo
grandegroot
il grande magazzinohet warenhuis
gratis/gratuito(uitspraak "gratoe-ieto"), gratis
Grazie!(spreek uit: graa-tsie-e, 'ie' zijn in het Italiaans twee losse klinkers!) Dank u wel!
grigiogrijs
i guantide handschoenen
la guida telefonica(la gwieda ...) het telefoonboek

H

l'hamburger mde hamburger

I

ierigisteren
l'immagine vhet beeld, maar la statua = het standbeeld
imparare(iets zelf) leren
in fondoeigenlijk
in viaggioop reis, onderweg
in vacanzaop vakantie, met vakantie
l'inchiostro mde inkt
l'indirizzo mhet adres
le informazionide informatie (meervoud)
ingrandirevergroten
l'inizio mhet begin
l'insalata vde salade
insiemesamen
interessanteinteressant
invece chein plaats van
l'invernode winter
l'isola vhet eiland
l'Italia vItalië
ItalianoItaliaans

L

daar
la lampadinade lamp
il lattede melk, un litro di latte = een liter melk
la lattugade kropsla (l'insalata v = de salade)
il lavabode wastafel, de wasbak
la lavanderiade stomerij
lavorarewerken
il legnohet hout
leizij (vrouw, enkelvoud)
LeiU
lentamentelangzaam
lentolangzaam
la letterade brief
il lettohet bed
il librohet boek
la linguade taal
lontanover
lugliojuli
la lumacade slak
la lunade maan
lunemaandag (denk om accent op de i bij de dagen!)
lungolang
il lupode wolf

M

ma (uitspraak: maa)maar
la madrede moeder
maggiomei
il mal di testade hoofdpijn
malatoziek
mangiareeten
la mano = de hand (meervoud le manide handen. Een vrouwelijk zelfstandig naamwoord met de onregelmatige uitgangen -o en -i!)
il maritode echtgenoot
marronebruin
martedinsdag
il martellode hamer
marzomaart
la matitahet potlood
il meccanicode monteur (van een werkplaats)
megliobeter (uitspraak: meljo)
la melade appel
menominder
la mentade (peper)munt
il mehet menu
meravigliosoprachtig
mercolewoensdag
i meside maanden
la metahet doel, de bestemming, het oogmerk (= lo scopo)
mehalf, la me = de helft (vergelijk la meta!)
mettereplaatsen
mi chiamo(uitspraak: mi kjamo) Ik heet
il mielede honing
migliorareverbeteren
il minutode minuut
la mogliede echtgenote (uitspraak: la mol-je)
moltoheel/zeer
la montagnade berg (uitspraak: la montanja)
moriresterven, morto = gestorven
il motorede motor

N

la navede boot
il negoziode winkel
nerozwart
la nevede sneeuw
nienteniets
il nomede naam
NoNee (uitspraak: nò - korte o)
No grazieNee, dank u (wel)
noiososaai
noleggiarehuren (voertuig)
non importahet doet er niet toe, geen probleem (lett: Het heeft geen belang)
non si può faredat kun je niet maken/doen
la nonnade oma
il nonnode opa
i nonnide grootouders
nordnoord(en)
la nottede nacht
novantanegentig, 90
Novenegen, 9
novembrenovember
nudonaakt
nuotarezwemmen
nuovonieuw

O

oof
gli occhiali (meervoud)de bril
oggi(uitspraak: oh-dsjie, korte o) vandaag
l'oliode olie
l'oliva vde olijf
l'olivo mde olijfboom
l'onda vde golf
l'ora vhet uur
ora/adessonu
a che ora?hoe laat?
l'oro mhet goud
l'orologio mhet horloge
l'ospedale vhet ziekenhuis, het hospitaal
ottantatachtig, 80
ottimo!prima!
Ottoacht = 8
ottobreoktober
ovestwest(en)
ovverooftewel

P

il padrede vader
pagarebetalen
la paginade pagina, de bladzijde
il palazzohet gebouw, het kantoor
la pallade bal een grotere soort: il pallone = voetbal, handbal enz.
pallidobleek
il panehet brood
la panetteriade bakkerij
il paninohet broodje
il pappagallode papegaai
il parlamentohet parlement
parlarepraten/spreken
la parolahet woord
il parrucchierede kapper
la partenzahet weggaan
partirevertrekken
il passerode mus
il passaportohet paspoort
il passatempode hobby
passarelangskomen, bezoeken
le patatine frittede patat, de frietjes, de patates frites
la patentehet rijbewijs, het diploma
pazzogek
la pecorahet schaap
il pedaggiode tol
la pennade pen, pastasoort
pensaredenken
pervoor (voorzetsel)
per esempiobijvoorbeeld
per il mio padrevoor mijn vader
per questodaarom
la perade peer
pemaar
perché?waarom?
il pericolohet gevaar
pericolosogevaarlijk
Permesso!Pardon! (Mag ik er langs, enzovoorts)
la pernicede patrijs
la pescade perzik (vergelijk il pesce, de vis)
il pescede vis
piacerehouden van, lekker vinden Wordt gebruikt bijvoorbeeld mi piace il pane = ik vind het brood lekker Letterlijk: mij behaagt het brood
piacevolmenteaangenaam (bijwoord), piacevole = aangenaam (bijvoeglijk naamwoord)
piangerehuilen
la piantade plant
il pianode verdieping (il pianoforte = de piano)
la piazzahet plein
piccoloklein
pienovol
la pioggia(uitspraak la pjoh-dsja) de regen
(la) pi(het) plassen, werkwoord: fare pipi, orinare
la piscinahet zwembad
la pista ciclabilehet fietspad
la pitturahet schilderij
piùmeer, (vergrotende trap)
più tardilater
la pizzade pizza
il po' = het beetjeil poco
la politicade politiek
la poliziade politie
il pollode kip
il pomodorode tomaat
il pontede brug
il popolohet volk
il porcohet varken, zwijn
la postade post (brieven), het postkantoor (maar il posto = de plaats, de baan)
il postode plaats
poveroarm (niet veel geld hebben), arm (zielig)
il presidentede president
prestosnel
la prima colazionehet ontbijt
la primaverade lente
privatoprivé
il problemahet probleem
il progettohet plan, het ontwerp, het project
il programmahet programma
il professorede docent, professor
proibireverbieden
proibitoverboden
pronto!klaar, hallo (wanneer u de telefoon opneemt)
provareproberen
la pulce/le pulcide vlo/de vlooien
pulirereinigen, schoonmaken
pulitoschoon
purtroppohelaas

Q

il quadrohet schilderij
qualcunoiemand, een (ding)
quasibijna
quanto?hoeveel?
quarantaveertig, 40
quattordiciveertien, 14
quattrovier, 4
quellodie (quella, quelli, quelle)
questodeze (questa, questi, queste)
qui(uitspraak kwie) hier
quindicivijftien = 15

R

la radiode radio
un raffreddoreeen verkoudheid
il ragnode spin
il ramode tak
il regalohet geschenk
respirareademen
il restode rest, het wisselgeld
riderelachen
i rifiutihet afval
rifletterenadenken
il rimorchiode aanhanger
riservarereserveren, opzij leggen. NB reserveren in de zin van boeken = prenotare
rispondereantwoorden
il ristorantehet restaurant
ripararerepareren
(ri)tornareterugkomen
la rivistahet tijdschrift
la rondinede zwaluw
rosaroze
rossorood
rotondorond
rottokapot
rovesciareomkeren, omgooien

S

sabatozaterdag
la sabbiahet zand
salutaregroeten
Salve!Dag! (begroeting aan begin van een ontmoeting, niet bij afscheid)
il sassofonosaxofoon
sbagliatofout (bijvoeglijk naamwoord)
la scalade trap
la scarpade schoen
la scimmiade aap
la scuolade school
lo scopohet doel
Scusi(uitspraak: skoesi, letterlijk:) excuseer, sorry, pardon, neemt u mij niet kwalijk (belangrijk woord)
se (uitspraak: see)als
il secchiode emmer
il secondode seconde, de tweede
la sedia(uitspraak: dia) de stoel
sedicizestien = 16
Seizes, 6
il semaforohet verkeerslicht
semprealtijd
sentirehoren
separatoapart
la serade avond
il serpentede slang
i servizide dienstverlening, de toiletten
sessantazestig, 60
settantazeventig, 70
Settezeven, 7
settembreseptember
la settimana prossimavolgende week
la sigarettade sigaret
/noja/nee (let op het accent in sì, want si zonder accent betekent 'zich' of 'men')
signor(e)meneer
signoramevrouw
simpaticoaardig
a sinistralinks
la sociede maatschappij, de vereniging, het bedrijf
i soldihet geld
il solede zon
soloalleen
il sonnode slaap
sono ioik ben het
sopratuttovooral
la sorellade zus
sorridereglimlachen
sparireverdwijnen
sparito/aweg, kwijt, verdwenen
lo specchiode spiegel
spediresturen
le spesede boodschappen
spessovaak
spingereduwen
sporcovies
lo squalode haai
la stagionehet seizoen
stancomoe
la stanzade kamer
la stazionehet station
staseravanavond
lo stessohetzelfde
la storiade geschiedenis, het verhaal
la strada principalede hoofdstraat
il strettohet kanaal, de zee-engte
sudzuid(en)
la svegliade wekker
la SvizzeraZwitserland

T

la tagliade maat
talvoltasoms
tanaglie (uitspraak: tana-lje)nijptang
tardilaat
targanummerplaat
il tavolode tafel
il tè (uitspraak: iel thèh)de thee
il teatrohet theater, de schouwburg
il telefonode telefoon
telefonaretelefoneren, bellen
il telefoninohet mobieltje
la televisionede televisie
il tempohet weer, maar ook:
il tempode tijd
la tendade tent
la terrahet land
terribileverschrikkelijk
la testahet hoofd
il tettohet dak
il tipode soort, de kerel
tiraretrekken, (schot) lossen, (boek) drukken
la toilette/la tolettahet toilet, de wc
il topode muis
(ri)tornareterugkomen
la torrede toren
la torta di melede appeltaart
tranquillorustig
tredrie, 3
tredicidertien, 13
il trenode trein
trentadertig, 30
troppote (veel)
tutti e dueallebei
tuttoalles

U

l'uccellode vogel
uffa!oef!, hemeltje lief!, pfff!
l’ufficio mhet kantoor
l' ultimo/ade laatste
undicielf, 11 (samentrekking van uno + dieci)
unoéén, 1
l'uovo m (meervoud: le uove)het ei
usaregebruiken
l'uso mhet gebruik
l'uva vde druif
le uvade druiven (mv, onregelmatig)

V

la vacanzade vakantie
vecchiooud
vendereverkopen
venervrijdag
ventitwintig 20 (ventuno = eenentwintig, ventidue = tweeëntwintig, ...)
verdegroen
il vermede worm
la vernicede verf
verowaar/echt
i vestitide kleren
viaggiarereizen
il viaggiode reis
vicino/adichtbij, naast, vlakbij
il villaggiohet dorp
il vinode wijn
violapaars
la visitahet bezoek
vivereleven
la vocede stem
volarevliegen

Z

zeronul = 0 (spreek uit als lo dzero)
la ziade tante (spreek uit als la dzia)
lo ziode oom (hier lo omdat l van il en z van zio anders botsen. Spreek uit als lo dzio)
la zonahet gebied (spreek uit als la dzona)
lo zoode dierentuin (de z van zoo vereist lo als lidwoord, spreek uit als lo dzoo, niet op zijn Engels als zoe!)

Nederlands-Italiaanse woordenlijst

  • in wording, A, B, E, Q, U, V en Z al omgezet
Inhoudsopgave:

A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z

A

aanbidden, heel erg houden vanadorare
aandienen, aankondigenannunziare
aanhoudenarrestare
aannemen, accepterenaccettare
aanstekenaccendere
aansteker, del'accendino m
abrikoos, del'albicocca v
acteur, del'attore
actueelattuale
aggressiefaggressivo
Alpen, dele Alpi
ambulance, del'ambulanza v
annulerenannulare = cancellare
apparaat, hetl’apparecchio m
appartement, hetl'appartamento m
applaudisseren, klappenapplaudire
afspraak, del'appuntamento m
aprilaprile
augustusagosto
auto, del'auto m(maar dagelijks taalgebruik: la macchina= de auto)
automobilist, del' autista

B

baard, debarba, la
bagage, debagagli, i
banaan, debanana, la
beest, hetbestia, la
bek, de, snavel, debecco, il
benzine, debenzina, la
bezoek, hetvisita, la
bezoekenandare a trovare
bibliotheek, debiblioteca, la
biefstuk, debistecca, la
bier, hetbirra, la
bij, del'ape v
bijl, del'ascia v
bijnaquasi
binnengaanentrare
bitteramaro
blauwazzurro
boom, del'albero m
boter, deburro, il
brandenbruciare
brievenbus, debuca delle lettere, la
bus, del'autobus (m)

C

D

dansenballare
dezequesto (questa, questi, queste)
dichtbij, naast, vlakbijvicino/a
diequello (quella, quelli, quelle)
dier, hetl'animale m
dierentuin, delo zoo (de z van zoo vereist lo als lidwoord, spreek uit als lo dzoo, niet op zijn Engels als zoe!)
doen, handelenagire
dorp, hetvillaggio, il
drinkenbere
druif, del'uva v
druiven, dele uva (mv, onregelmatig)

E

één, 1uno
eergisterenavantieri
eil'uovo m (meervoud: le uove)
elf, 11undici (samentrekking van uno + dieci)
ene (ook ed) (pas op: è met accent = hij/zij/het/U is)
EuropaEuropa (uitspraak "Uiropa" of eigenlijk "Eoewropa" met snelle "èoew")
excursie, del'escursione v

F

fiets, debicicletta, la
fles, de(uitspraak: la bottielja) bottiglia, la
fout, del'errore v

G

gaanandare (onregelm)
gebied, hetla zona (spreek uit als la dzona)
gebouw, hetl'edificio m
gebruik, hetl'uso m
gebruikenusare
geldautomaat, deBancomat, il
genoegabbastanza
glas, het, beker, debicchiere, il
goed, knap, slim, geweldig!, fatsoenlijkbravo
goed/lekkerbuono
goed (bijwoord van buono)bene
gooienbuttare
groenverde

H

herfst, del'autunno m
helpenaiutare
hetesso
hierqui (uitspraak kwie)
hier is, hier zijnecco
hoe laat?a che ora?
hoeveel?quanto?
hoogalto
hotel, hetl'albergo m
hulp, del'aiuto m

I

iemand, een (ding)qualcuno
in (bij plaatsnamen)a

J

jaar, hetl'anno m

K

kaartje, hetbiglietto, il
kantoor, hetl’ufficio m
kast, del'armadio m
kleren, devestiti, i
koken(far) bollire
kunstenaar, del'artista m!

L

laagbasso
laatste, del' ultimo/a
lelijkbrutto
levenvivere
linksa sinistra
lucht, del'aria
luisteren(naar) ascoltare

M

moment, hetl'attimo m
erg/zeer mooibellissimo/a

N

naald, del'ago m
naderenavvicinarsi wederk
nogancora
nul, de, 0zero (spreek uit als lo dzero)

O

oef!, hemeltje lief!, pfff!uffa!
ookanche
oom, delo zio (hier lo omdat l van il en z van zio anders botsen. Spreek uit als lo dzio)
oost(en)est
OostenrijkAustria
OostenrijkerAustriaco
oranjearancione
oudvecchio
ouderwetsantico
overgrootmoeder, debisnonna, la
overgrootvader, debisnonno, il

P

paarsviola
perron, hetbinario, il

Q

R

rechtsa destra
reis, deviaggio, il
reizenviaggiare
retourtje, hetl'andata e ritorno v

S

schilderij, hetil quadro
sinaasappel, del'arancia v (meervoud: le arancie)
stem, devoce, la

T

tante, dela zia (spreek uit als la dzia)
tas, deborsa, la
thuisa casa
toilet/wc, het, badkamer, de, baden, hetbagno, il
twintig 20venti(ventuno = eenentwintig, ventidue = tweeëntwintig, ...)

U

uitstekendbenissimo

V

vakantie, devacanza, la
veertien, 14quattordici
veertig, 40quaranta
verf, devernice, la
verkiezing, del'elezione v
verkopenvendere
vier, 4quattro
vijftien, 15quindici
vlag, debandiera, la
vleugel, del'ala v
vliegenvolare
vliegveld, hetl'aeroporto m (spreek uit a-e-ro-porto)
vogel, del'uccello
vrijdagvener

W

waar/echtvero
wachtenaspettare
walvis, debalena, la
water, hetl'acqua v
WCgabinetto
wel...(uitroep)beh (uitspraak bè)
welwillend (normaal wordt voor aardig (persoon) gentile gebruikt)benevolo
Welkom!Benvenuto!
wijn, devino, il
witbianco
wonenabitare
worm, deverme, il

X

Y

Z

zakmestemperino
zeepsapone
zelfs, integendeelanzi
ziekammalato
ziel, de, de kern, het wezenl’anima v
zilver, hetl'argento m
zomer, del'estate v
zonnebrandolieambra par il sole
zoonfiglio (fieljo) m
zuuracido


<Inhoudsopgave--Nuttige woorden--Grammatica--Grammatica-overzicht--Woordenlijst--Cultuur en eetgewoonten van Italië--Huurcontract--Meningen>
Deze pagina is vrijgegeven onder de GNU Free Documentation License (GFDL) en nog niet onder CC-BY-SA. Klik hier voor meer informatie.
This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.