< Gitaar < Inleiding & inhoud

Elektrische gitaar

  1. Kop
  2. Brug
  3. Stemmechanieken
  4. Fretten
  5. Trekstang
  6. Toetsen
  7. Hals
  8. Halsverbinding
  9. Klankkast
  10. Elementen
  11. Volume- en toonregelknop(pen)
  12. Kam
  13. Slagplaat

Soorten Knoppen

Op een elektrische gitaar komen meestal 2 soorten knoppen voor: schakelaars en draaiknoppen.

Schakelaars

De schakelaar heeft, afhankelijk van het model van de gitaar 2, 3 of 5 standen. De schakelaar bepaalt welk element de trillingen van de snaren zal opvangen en naar de versterker sturen. Elk element heeft immers door zijn aard en positie ten opzichte van de snaren een ander geluid. Op gitaren zoals de Fender Jaguar zijn er meerdere schakelaars. Zo wordt het mogelijk om bijvoorbeeld elk element apart aan of uit te zetten.

Draaiknoppen

De draaiknoppen op een gitaar zijn meestal volumeregelaars of laagdoorlaatfilters. De volumeregelaars kunnen dan nog eens afzonderlijk het volume van één bepaald element of van alle elementen tegelijk regelen. De laagdoorlaatfilters zorgen ervoor dat de hoogste frequenties van de gitaar minder goed hoorbaar zijn, afhankelijk van hun positie. Als er een batterij in de gitaar zit, is het ook mogelijk dat er draaiknoppen zijn die andere filters bedienen, waarbij een volledige 3-band equalizer tot de mogelijkheden behoort.

Versterker

Een Rickenbacker 330 JG voor een versterker van het merk VOX (Valvetronix AD60VT). De gitaar is via een audiokabel aangesloten op de versterker.

Omdat een elektrische gitaar geen klankgat heeft, moeten de trillingen die de snaren maken worden versterkt. Dit gebeurt door de versterker.

Knoppen

Versterkers kunnen een groot arsenaal aan knoppen hebben die elke versterker verschillend maken en ook afschrikkend kunnen werken. Op de meeste versterkers komen echter, vaak met andere namen, veel dezelfde knoppen voor. In de meeste gevallen kom je al een volumeknop tegen, die vaak de naam "master volume" draagt. Een "gain" bepaalt hoe hard je signaal versterkt wordt, wat het mogelijk maakt te oversturen. "Treble", "Mid", "Bass" en "Tone" zijn allemaal toonregelaars. Die zorgen ervoor dat er bepaalde frequenties van de gitaar uitgefilterd worden of juist versterkt.

Ingebouwde effecten

Knoppen waar "drive" bijstaat regelen vaak de oversturing, maar zorgen er, in tegenstelling tot "gain", in mindere mate voor dat je gitaar harder klinkt in stand 10 dan in stand 1. Vaak staat er op de versterker dan nog een schakelaar om tussen twee kanalen te switchen: het cleankanaal en het overdrivekanaal. Het overdrivekanaal kan weer een aparte set van knoppen hebben die de toon en het volume voor dat kanaal alleen regelen.

Als er op je versterker een knop voor "Reverb" staat, dan is het mogelijk om weerkaatsing van verschillende kamers te simuleren. Naargelang het model kunnen er dan weer knoppen zijn die dit effect afstemmen naar je voorkeur. Een delayknop zal bepalen hoelang je geluid blijft nagalmen en een knop waar "wet/dry" of "dry mix" bijstaat regelt dan weer hoe hard die galm hoorbaar is.

Pedalen

Met footswitches - voetschakelaars - kun je met de voet versterkers of effectapparatuur op afstand bedienen. Ze kunnen de in de versterker ingebouwde effecten aan- of uitzetten en/of van kanaal wisselen.

Effectpedalen

Effectpedalen of stompboxes vervormen en manipuleren het gitaargeluid. Sommige gitaristen zijn er gek van, terwijl iemand als Angus Young alleen vertrouwt op zijn versterker (Marshall) en zijn gitaar (SG).

Enkele vaak gebruikte effecten:

  • overdrive
  • distortion
  • fuzz
  • wah-wah
  • flanger
  • tremolo
  • compression
  • chorus
  • pitch shifter
  • ...

Multi-effectpedalen

Multi-effectpedalen combineren een aantal effecten in een enkel (groot) pedaal. Vaak kun je de effecten in geheugenplaatsen opslaan, om ze zo de volgende keer in één keer op te roepen.

Geluidsfragmenten

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.