< Esperanto < Grammatica
  1. Grammatica
    1. Uitspraak
    2. Zelfstandig naamwoord
    3. Bijvoeglijk naamwoord
    4. Meervoud
    5. Lijdend voorwerp
    6. Lidwoord
    7. Werkwoorden
    8. Bijwoorden
    9. Voorzetsels
    10. Woorden vormen
    11. Eigennamen
    12. Zinnen
  2. Gebruik
    1. Landen van Europa
  3. Geschiedenis
    1. Toespraak Zamenhof
  4. Waarom zou je Esperanto leren?

Lidwoord

In het Esperanto wordt een zelfstandig naamwoord voorafgegaan door een lidwoord wanneer dit zelfstandig naamwoord bepaald wordt gebruikt.

Bepaald lidwoord

La is het bepaald lidwoord, dat niet van vorm verandert. la hundo - de hond la domo - het huis la knabo - de jongen la tablo - de tafel

Onbepaald lidwoord

In het Esperanto wordt geen onbepaald lidwoord gebruikt. hundo - hond of een hond domo - huis of een huis

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.